Onderzoeksmaster is geen ‘vagevuur’

Noorda ziet de tweejarige onderzoeksmaster als een mooie kans om de beste jonge onderzoekers te selecteren en op te leiden. Daarom betreurt hij het dat Nederland pas 113 van zulke opleidingen telt, waar dit jaar 860 studenten instroomden.

Universiteiten moeten voldoende onderzoekstalent blijven trekken. Hun grootste bedreiging is het verlies van dat vermogen, zei Noorda gisteren tijdens een NVAO-conferentie over de onderzoeksmaster. “Misschien is dit zwartkijkerij, maar we moeten tot actie overgaan voordat het te laat is.”

Hij kreeg veel bijval, maar Frits van Oostrom, president van de KNAW, maakt zich minder zorgen: “We kunnen de onderzoeksmaster niet zien als het vagevuur voor het onderzoek. Die jongeren hebben pas drie jaar gestudeerd. Het zijn geen proto-promovendi.”

Sinds 2003 dienden 156 opleidingen een aanvraag voor een research master in bij de NVAO, die samen met de KNAW de nieuwe masteropleidingen keurt. Er zijn 43 aanvragen afgewezen.

Technische universiteiten en bètafaculteiten hebben vrijwel geen plannen voor onderzoeksmasters ingediend. Hun masteropleidingen duren allemaal al twee jaar.

HOP