Pech voor B

B doet het nog beter en haalt per jaar gemiddeldvijfenzeventig procent van de studiepunten, maar wordt in zijnvijfde jaar langdurig ziek. Hij doet een beroep opprestatiebeurscompensatie omdat hij nu niet binnen zes jaar klaarzal zijn en zijn lening dus volledig zal moeten terugbetalen. Totzijn verbazing krijgt hij echter nul op het rekest. Volgens deUtrechtse regeling moeten studenten die een beroep opafstudeersteun doen, in de jaren voorafgaand aan hun ziektegemiddeld tachtig procent van hun studiepunten hebben gehaald.Hoewel hij tot aan zijn ziekte sneller heeft gestudeerd dan A,heeft B dus niet snel genoeg gestudeerd om voor steun in aanmerkingte komen. Pech voor B.

Het duizelde de leden van de onderwijscommissie van deUniversiteitsraad vorige week van alle percentages die over tafelvlogen. Aan de orde was de 'Regeling financiële ondersteuningstudenten', waarover studenten en college van bestuur nu al maandenmet elkaar in de clinch liggen. Het college is van mening datalleen studenten die tot aan hun studievertraging bijzonder hardhebben gewerkt (lees: tachtig procent van de punten gehaald), inaanmerking komen voor afstudeersteun als gevolg van bijzondereomstandigheden; de student-raadsleden gaan uit van het beginsel'gelijke monniken, gelijke kappen'. Als zes jaar doen over eenvierjarig programma voldoende was voor de toch behoorlijk strengeminister Ritzen, waarom zou de eigen universiteit dan eisen dat jeniet meer dan vijf jaar over een vierjarig programma mag doen omvoor steun in aanmerking te komen?

Hoewel niet of nauwelijks over geld werd gepraat, hing dedreiging van mogelijke ernstige financiële gevolgen als eenzwaard van Damocles boven de discussie. Volgens de wet moet deuniversiteit straks namelijk liefst drie jaar beurs compenseren alsde maximale zes jaar studieduur door bijzondere omstandigheden ookmaar met één dag wordt overschreden. "De financiëlegevolgen moeten wel beheersbaar blijven", waarschuwdecollegevoorzitter Veldhuis. Maar de studenten bleven van mening dateventuele financiële problemen van de universiteit niet moetenworden afgewenteld op studenten die voldoende hard hebben gewerkt,en buiten hun schuld vertraging hebben opgelopen.

College en studenten vonden elkaar tenslotte niet alleen in huneensgezinde kritiek op het 'gedrocht' prestatiebeurs, maar ook ineen doorprof.dr. T. Greidanus bedacht compromis, waarin destudenten overigens maar heel gedeeltelijk hun zin kregen. Volgensdat compromis dat in de komende weken verder wordt uitgewerkt,blijft de formele eis in de regeling tachtig procent. Voorstudenten die niet aan die eis voldoen, maar die wel goed hebbengestudeerd, kan onder voorwaarden een uitzondering wordengemaakt.

EH