Plasterk wil onderzoeksscholen omgooien

Nederland kent zo'n honderd onderzoeksscholen: samenwerkingsverbanden waarbinnen universiteiten gezamenlijk onderzoek doen en promovendi opleiden. Het idee is goed, maar volgens de PvdA-minister zijn de scholen destijds "een beetje halfhartig ingevoerd". Het onderwijs bestaat hier en daar voornamelijk uit "werkoverleg dat je toch wel zou hebben", aldus Plasterk.

Nee, dan de onderzoeksscholen in de Verenigde Staten. Daar beginnen alle promovendi op dezelfde datum, als in een schooljaar. Ze krijgen eerst een jaar cursussen en kunnen dan zelf kiezen waar ze precies hun promotie willen afronden. Zo zou het in Nederland ook moeten, denkt Plasterk.

Zo'n stelsel stimuleert de universiteiten om de promovendi goed onderwijs te geven, meent de minister. Bovendien zullen de jonge onderzoekers naar de beste professoren trekken, waardoor de broodnodige bundeling van talent eindelijk van de grond komt. Een ander voordeel is dat de promovendi elkaar allemaal leren kennen. Plasterk nam zelfs het woord 'jaarclub' in de mond.

Maar het idee past niet bij de huidige onderzoeksbekostiging, erkende hij. Als bijvoorbeeld de Hartstichting een bepaald onderzoek wil financieren, dan moet je daar een promovendus voor kunnen aanstellen. Die kan dan niet zomaar kiezen waar hij heen wil. Over zulke haken en ogen wil Plasterk de komende tijd nadenken.

De fracties in de Tweede Kamer reageerden overwegend positief. "Fijn dat u er gedachten over heeft", zei Halbe Zijlstra van de VVD. Het CDA vroeg zich af welke ruimte de universiteiten in dit stelsel zouden krijgen. Plasterk verklaarde met de instellingen te gaan overleggen.

Maar het voorstel blijft nog glibberig, want er staat niets op papier. "Wat moeten we hiermee", verzuchtte SP'er Jasper van Dijk.

HOP