Serie Onderwijs Anders: Preken voor andermans parochie

Otto staat al achter de lessenaar als zijn medestudenten endocent nog moeten arriveren. Het ongeduld van dezetheologiestudent, die zo dadelijk zijn allereerste preek houdt,hangt voelbaar in de lucht. Zijn geduld wordt extra op de proefgesteld door een laatkomer, die vijf over negen met een verhithoofd lokaal 2.20 in het Willem C. van Unnikgebouw binnenstapt. "Jehebt zeker als een soort Leontien van Moorsel gefietst," graptdocent H. van der Meulen die doelt op de wereldtitel die deBrabantse de dag daarvoor binnenhaalde.

Vandaag is het uur U aangebroken voor onder anderentheologiestudent Otto van de cursus preekoefening. Hij moet vooreen kritisch gehoor van medestudenten een preek houden. Het is delaatste stap die leidt naar de katheder in de kerk. De lessen horenbij de zeer kleine 'kerkelijke opleiding vanwege de NederlandsHervormde Kerk' en bereidt de vijfdejaars voor op onder meer hetvak van dominee.

In de voorgaande colleges van de cursus preekoefening heeftOtto, begin twintig, een toehoorder bedacht. Een persoon tot wiehij zich op deze denkbeeldige Israëlzondag richt. Bovendienmoest hij zich verdiepen in de tekst Jesaja, onder meer om eenparallel met het heden te kunnen trekken. Gebeurtenissen uit heteigen leven of de actualiteit kunnen hiervoor een handvat bieden,staat in het cursusboek.

"Gemeente van onze Heer Jezus Christus, beste dames en heren,jongens en meisjes." Vol zelfvertrouwen en met gevoel voor dramagooit Otto zijn preek eruit. Hij begint met de overvloedige oogstaan appels, gaat verder over een mislukte druivenoogst. Ondertussensnijdt hij de problemen van de wereld aan. De Dwaze Moeders vanZuid-Amerika, die van Kosovo, Bosnië en Timor. Hoe, vraagt hijzich af, kun je als één van de zes miljard mensen helpende wereld te verbeteren? Hij geeft ook het antwoord. Koop MaxHavelaar-koffie in de Wereldwinkel en schrijf kaartjes voor AmnestyInternational. De intonatie van zijn preek is levendig en zijnverhaal is doorspekt met kleine en grote gebaren, lachjes enveelbetekenende blikken. De zeven toehoorders in het kleineleslokaal krijgen niet de kans met hun gedachten af te dwalen.

Cadeau

"Otto, hoe was het om daar te staan?" vraagt Vander Meulen."Heerlijk, ik heb hier lang naar uitgekeken." Hij gloeit nog na vande inspanning. Dan is het tijd voor de kritische ronde. Van derMeulen waarschuwt met zachte woorden vooral onderbouwende kritiekte geven door zich tot Otto te richten: "Bedenk dat kritiek eencadeau is dat jij mag uitpakken."

Als eerste wordt gevraagd wat de boodschap is van Otto's preek."Een druppel op een gloeiende plaat helpt", zegt er één.Een ander: "Zet kleine stapjes op weg naar een betere samenleving."Otto zit ondertussen druk te pennen en knikt. Zijn boodschap overde keuze die mensen hebben tussen recht en onrecht is overgekomen.Hij is tevreden. Dat zijn gehoor de indruk heeft echt een keuze tehebben, stemt hem zelfs zeer verheugd. "Mijn vriendin", onthulthij, "zegt dat ik te stellig praat. Dat ik te overdonderend kanzijn. Ik heb er echt op gelet dat nu niet te zijn."

Hier en daar moet er volgens zijn medestudenten nog wat wordengeschaafd aan de blikken en gebaren. Zo lachte Otto net even tenadrukkelijk na één van zijn eigen grapjes. En dat hij opeen gegeven moment bijna over de katheder heen vloog, werd ook nietdoor iedereen gewaardeerd.

Inhoudelijk krijgt de preek niet veel kritiek. Te veel reclamewellicht voor de Wereldwinkel en Amnesty, is een opmerking. "Erkunnen ook mensen in de kerk zitten die geen Max Havelaar-koffiekunnen betalen. Dan zadel je ze daar weer mee op", is hetargument.

Otto schrijft alle kritiek op. Hij lijkt niet te lijden onderhet cadeau. "Ik heb er geen naar gevoel over. Ik denk dat ikgeslaagd ben in het overbrengen van mijn boodschap. Ik zal nog eensnaar anderen kijken om te zien hoe zij omgaan met hun eigen humor."Docent Van der Meulen sluit het rondje af: "Je hebt geweldig veeltalent, maar je moet inderdaad opletten de mensen de ruimte tegeven zelf te denken. Denk eraan dat niet iedereen in jouw spoorzit. Je preek moet zo in elkaar zitten dat anderen aan de hand vanjouw verhaal hun eigen spoor kunnen maken."

Proefconsent

Tussen college en kerkdienst zit een hemelsbreed verschil. Depreek in de les heeft een tamelijk ontspannen karakter. In deUtrechtse Bethelkerk is de preek ingeklemd tussen het ontsteken vankaarsen, het zingen van psalmen en gezangen, een lezing, hetwegzenden van de kinderen voor de kinderdienst en het herdenken vandoden. "Als gastpredikant moet je daar allemaal rekening meehouden. Je kiest ook de psalmen en de lezing uit", zegt Ruth (46)die in deze kerk één van haar drie preken voor hetproefconsent houdt.

Onder begeleiding van uitnodigend klokgelui komen gereformeerdenenhervormden de Samen op Weg-kerk aan de Burgemeester Norbruislaanin Zuilen binnen. Als iedereen een zitplaats heeft gevonden, treedthet kerkbestuur binnen met onder hen Ruth, deeltijd-studentegodgeleerdheid, die voor de tweede maal een preek in een kerkverzorgt. De kerkgangers zijn onwetend dat Ruth, voorgesteld alsgastspreker, nog niet volleerd is.

+[?mP#a4!#$&De keuze tussen wijsheid en dwaasheid staatcentraal in de lezing van Ruth die verwijst naar Matthëus.'Laten wij ons leiden door uiterlijkheden of door inhoud?Geleidelijk wordt duidelijk waar Ruth, rustig sprekend en sober ingebaren, naar toe wil met haar preek. Het is vandaagHervormingsdag. Er wordt stilgestaan bij de leer van Luther diealle versierselen uit de kerk bande om alleen de bijbel over tehouden. "Daarom staan wij vandaag in een kale ruimte."

"Het is zo gemakkelijk om de weg kwijt te raken en je bezig tehouden met bijzaken. Vaak kom je er te laat achter hoe weinigbetekenis 'leuk' heeft." De kerkgangers worden de middag ingestuurdmet de vraag of zij de 'weg van het hart willen inslaan' of 'datzij zich weer in de ban van de waan-van-de-dag zorgen gaan makenover de juiste auto- en kledingmerken'.

"Eigenlijk heb ik het niet zo op preken", zegt Ruth achteraf."Voor het proefconsent moet je drie tot zes preken houden, ik heber drie geregeld. Dat vind ik genoeg." Ruth heeft de cursuspreekoefening al enige tijd achter de rug. Zondag stond ze voor detweede maal achter de katheder. "Ik heb mijn eigen kritischepubliek meegenomen. Dat zijn mijn kinderen. Die durven alles tezeggen. Mijn dochter vond mij wat aarzelend, maar ik vind juist datik aarzelend moet zijn omdat ik de mensen niet op de huid wilzitten."

"Ik mis het weerwoord in de kerk, vandaar." Zij heeft moeite methet eenrichtingsverkeer. "Zelf heb ik tijdens een dienst weleens debehoefte om op te staan en commentaar te leveren. Als predikant staje voor een gemeenschap en je stort jouw verhaal over ze uit, maarje weet niet hoe dat verhaal overkomt. Zeker als je in een gemeentestaat waar je verder niemand kent."

Haar preek van vandaag was duidelijk en eenvoudig. "Ik vind datje alle mensen moet kunnen bereiken. Veel jongeren snappen niks vanbepaalde preken omdat er in codes wordt gepraat. Je moet dan tochwat bijbelkennis hebben om die te begrijpen. In deze tijd kan eenkerk zich dat eigenlijk niet veroorloven. Bovendien is dezondagochtenddienst een publiek gebeuren."

Haar begeleider krijgt haar derde preek ter beoordeling tehoren. Slaagt ze voor de test dan krijgt ze een consent om te mogenpreken. Daarna begint ze met haar stage als assistent-predikant inde Zuilense kerk, een verplicht onderdeel van de opleiding. "Maarzelf wil ik geenpredikant worden. Ik ken er teveel die zijnafgebrand."

Gwenda Knobel