Sport: 'Supporter zijn is voor een belangrijk deel ook lijden'

Sport: 'Supporter zijn is voor een belangrijk deel ooklijden'

"Ik snap niet dat mensen voor een club in een andere stad zijn",zegt Bert Schouten. "Als ik naar Groningen verhuis, ben ik voor FCGroningen." Schouten woont echter in Utrecht, is docent fonetiek engaat al 35 jaar naar de Galgenwaard. "In 1964 toen ik hier kwamstuderen, stond ik op de Bunnik Side in het oude stadion. Nu zit ikin E dat is een rustig vak. Ik houd van het kijken naar sport. Zelfben ik helemaal niet sportief, maar ik heb altijd een grotebewondering gehad voor mensen die erg goed zijn in dingen die ikabsoluut niet beheers."

Vijfdejaars diergeneeskunde Sander van der Wal en Rik van denBos maken elke zondag deel uit van de huidige lichtingBunniksiders. Het meest fanatieke deel van de FC Utrecht-aanhang.Van der Wal komt uit Deventer. "Vroeger ging ik naar de Eagles.Maar dat werd me te ver reizen. Ik merkte al bij de wedstrijden inDeventer dat Utrecht iets extra's had."

Van den Bos woonde vroeger op Aruba. "Daar zie je alleen degrote clubs op televisie. Toen ik kwam studeren, ben ik een keernaar Ajax geweest, maar daar vond ik niet veel aan. Vervolgens benik eens bij Utrecht gaan kijken. Dat beviel me wel. Alleen dezwarte kaartjes werden me te duur. Ik heb een keer voor honderdgulden een business seats-kaartje gekocht voor Utrecht àFeyenoord. Daarna kwam ik iemand tegen met een kaartje voor vak Ovoor vijftig gulden. Toen heb ik dat maar gekocht. Zat ik voorhonderdvijftig gulden achter het doel. Maar het was het waard. Hetjaar daarna heb ik samen met Sander een seizoenskaart gekocht."

"Op mijn achtste nam mijn opa me mee naar FC Utrecht", verteltPatrick Loffeld. Loffeld is aio bij scheikunde. "Sindsdien ben ikvrijwel elke week geweest."

Scheikundestudent Micha Muller heeft minder uren in het stadiondoorgebracht. "Vroeger ging ik af en toe. De laatste twee jaarbegeleid ik een jeugdvriend die in een rolstoel zit. Daardoor hebik de Utrechtkoorts gekregen. De sfeer is geweldig. Op zondag deedik eigenlijk nooit iets. Dat was voor mij altijd een downdag." OokLoffeld roemt de sfeer. "Je moet in het stadion komen om dat tevoelen. Het is een eenheid. Bij andere clubs merk je dat veelminder. In een werkgroep werk je met drie man ergens aan. In hetstadion ben je met tienduizend."

De groostste sfeermakers staan op de Bunnik Side. Van den Bos:"Utrecht heeft het beste voetbalpubliek van Nederland. Ik sta zelfvaak anderhalf uur te springen en te dansen. Ik ben nog nooit zouit mijn dak gegaan alstoen we vorig jaar in de Kuip met 2-0voorkwamen."

Schouten gedraagt zich iets rustiger, maar ook hij geniet vanhet bad in de massa. "Op zondagmiddag zijn we met zijn allen voorFC Utrecht. Ik vind het leuk om daar in op te gaan. Maar niet telang, want het kan ook heel benauwend werken."

Bang is hij nog nooit geweest. "Het zijn vooral de jeugdigesupporters die zich aan de rellen bezondigen. Als man vanmiddelbare leeftijd kun je rellen gemakkelijk ontlopen." Ook Mullerheeft weinig last van voetbalvandalisme gehad. "Bij uitwedstrijdenmerk je soms dat er mensen op zoek zijn. Dan stop je jeUtrecht-sjaaltje onder je jas."

Van der Wal en Van den Bos zagen vorig jaar Utrechts grootstevoetbalrel van de afgelopen jaren in hun vak ontstaan. De fanatiekeaanhang van de clubs staat namelijk naast elkaar in NieuwGalgenwaard. "Er was duidelijk irritatie. Twente gooide koffie ensigaretten. Er werd driftig heen en weer gebeld. Heel vaak probeertzo'n nar je te jennen. Dan houden ze een briefje met huntelefoonnummer omhoog. Tien minuten voor tijd was het hele vakleeg. Dan weet je het wel. Het was te belachelijk voor woorden. Hetheeft de club handenvol geld gekost."

Schouten brengt zijn wedstrijden rustiger door. "Ik probeer meintellectueel te vermaken. Ik ben niet iemand die achterover leunt.Ik moet er actief mee bezig zijn. Daarom ga ik bijna altijd alleen,anders kan ik me niet op het spel concentreren. Ik heb altijd deopstelling van de tegenstander bij me, daar zet ik dan derugnummers bij. Op televisie kun je te weinig van de tactiekvolgen."

Het feit dat Utrecht niet zo heel vaak wint, is vanondergeschikt belang. Van der Wal: "Ze zijn kwalitatief minder danandere ploegen, maar een stuntje is altijd leuk. Ze mogen van mijhet hele seizoen verliezen, maar winnen van Ajax maakt alles goed."Ook Loffeld vindt het niet erg dat zijn club geen topploeg is."Supporters van topclubs zijn zo gewend te winnen, als het dan eenkeer niet gebeurt, zijn ze helemaal down. Ik heb liever dat ze met6-0 verliezen en hard werken dan dat ze met 1-0 winnen en erhelemaal niets gebeurt."

"Verliezen hoort erbij", vindt Schouten. "Supporter zijn is vooreen belangrijk deel ook lijden. Een overwinning, vooral eenonverwachte is dan des te verheugender.'

Binnen de universiteit heerst voornamelijk onbegrip over zoveelliefde voor de FC. Van der Wal: `Wij praten er de hele maandagover. Maar de rest snapt niet dat je voor zo'n domme club bent, diebijna nooit wint.' Op het lab wordt volgens Muller wel veel overvoetbal gepraat, maar er is geen Utrecht-gevoel. `Dat komt doordatde meeste studenten van buiten Utrecht komen." Ook Schouten kan opzijn werk weinig delen. "De meeste collega's zeggen 'wat doe jijtussen dat volk op zondagmiddag'. Er gaan maandagen voorbij zonderdat ik een woord over voetbalwissel."

Jurgen Swart