Sportserie: 'Een faire bodycheck mag altijd'

Milieukundestudent Mike Obispo is voorzitter van destudentenijshockeyvereniging De Boekaniers. Hij legt uit wat er magen vooral wat er niet mag bij het bodychecken.

"Een faire bodycheck mag altijd. Je rijdt met je schouders ofbovenarmen tegen iemand aan die de puck heeft. Dat mag totdat jetegenstander de puck drie seconden kwijt is.

"Een bodycheck kan op verschillende manieren worden ingezet. Alser iemand met de puck op je afkomt kun je proberen hem naar deboarding te drukken en hem daar klem te zetten. Hij heeftnatuurlijk ook snelheid en als-ie slim is probeert hij jou ook techecken anders blesseert hij zich. Je kunt ook je ellebooggebruiken. Dat mag eigenlijk niet, maar dat kan de scheidsrechtervaak niet zien. Je mag ook niet iemand in zijn rug schaatsen. En jemag beslist niet iemand die tegen de boarding staat in zijn rugrijden. Die overtreding heet ook boarding en is levensgevaarlijk.Die boarding komt tot vlak onder je borst en als er onverwachtiemand met dertig kilometer per uur tegen je aanschaatst kun je jerug breken.

Je kunt ook midden op het ijs bodychecken, maar als ze snelzijn, schaatsen ze om je heen. Op tv zie je vaak van die frontalebotsingen waarbij ze helemaal over de kop vliegen. Dat doetbehoorlijk pijn. Dat gebeurt als twee spelers zich al een tijd aanelkaar lopen te ergeren en er een op de ander gaat jagen.Uiteindelijk help je je team daar niet mee. Want je hebt kans opstraftijd en je kunt behoorlijk geblesseerd raken.

"Crosschecking mag ook niet. Dan houd je de stick als een soortstaaf ter hoogte van je keel. Daar kun je iemand heel hard meeraken. Dat wordt ook streng bestraft. Het gebeurt wel vaak 'perongeluk expres' uit een soort reflex als er iemand op je af komtschaatsen."

JS