'Super-Cees' neemt na 25 jaar afscheid van IBB

Op zaterdag 8 januari verblijdde Cees Karelse al zijnklanten met een roos. Het was zijn manier om afscheid van hen tenemen. Een afscheid dat voor Cees en zijn vrouw Rita het begin vaneen nieuw leven betekende. Een leven zonder de winkel bij hetIBB-studentenwooncomplex. Een leven van uitslapen, van languit opde bank een krantje lezen en vooral van rust.

"De naam SuperCees is vijftien jaar geleden ontstaan", lachtCees Karelse. "Ik had nieuwe stalen rolluiken laten plaatsen, omdater vrij vaak werd ingebroken. Toen ik 's ochtends bij de winkelkwam, wist ik niet wat ik zag. Een student had met grote letters:Welkom bij SuperCees op de luiken gespoten! Die naam is daarnablijven plakken. "

"In het begin, zo'n 25 jaar geleden, was het puur een supermarktvoor studenten. Later hebben wij ons assortiment uitgebreid enkregen wij een bredere klantenkring." De winkel werd een plek waarmensen niet alleen voor hun boodschappen kwamen, maar ook voor eenpraatje. Nu, na 25 jaar hard werken, is het tijd voor iets anders."Ik zal het contact met de studenten wel missen, maar het werk zelfben ik zat."

Cees heeft veel met de studenten uit het complex meegemaakt. "Ikgrapte altijd: 'Als ik ooit stop, dan schrijf ik een boek. Animalsof the IBB zal het heten'." Cees en zijn vrouw werden regelmatigvoor feesten in het complex uitgenodigd. Bij feesten opvrijdagavonden konden zij nooit lang blijven, omdat de winkelzaterdagochtend gewoon open moest. "Soms kwamen we 's ochtends bijde winkel en dan hoorden we dat het feest nog aan de gang was. Afen toe eindigde een feest met een vreugdevuur. Hele bankstellenwerden door de dronken studenten op het vuur gegooid. Vooral rondde jaarwisseling was het erg.

"We hebben vaak dingen gesponsord, dan schonk ik een vat bier enhet vlees voor een barbeque. Op de jaarlijkse IBB-sportdag kwam ikaltijd met een Super-team uit. Wij speelden dan tegen teams uit hetcomplex en teams van de politie en de brandweer. We hebben ook eenkeer een Super-feest gesponsord. Een verdieping van IBB was alsSuper-winkel versierd, met vlaggetjes en andere spullen uit dewinkel."

Het eetgedrag van de studenten heeft Cees in de loop der jarensterk zien veranderen. "Vroeger werden er minder pasta-productenverkocht. Ook pizza's en kant-en-klaar maaltijden zijn nu in trek.Ik heb daarvan een groter assortiment gehad dan de meestesupermarkten. Rita vindt dat de studenten veel ongezonder zijn gaaneten. Mensen zijn volgens haar niet voor niets vaker ziek danvroeger.

Oor

"Studenten hebben tegenwoordig meer te besteden. Dat kan jeafleiden uit de verkoop van de kant-en-klaar maaltijden, want diezijn vaak duurder dan wanneer je de producten los koopt. Daarnaastwordt er meer uitgegeven aan wijntjes, bier en allerlei lekkerehapjes. Dat studenten meer te besteden hebben komt door debijbaantjes. De studiefinanciering is in de loop der jaren steedsminder geworden, waardoor studenten meer zijn gaan werken. Alsgevolg daarvan hebben zij weer meer te besteden dan eerst.

"Omdat studenten nu in vier jaar moeten afstuderen, is hetverloop in studentenhuizen groot. Sommige studenten blijven na hunstudie nog wel een tijdje in hun oude kamer hangen. Zij hebben daneen baan en vinden het wel goedkoop om in het IBB-complex teblijven. Vroeger moest je als je afgestuurd was het huis uit, maarsinds een paar jaar mag je er blijven wonen. Ik vind dat oneerlijktegenover de eerstejaars, maar voor mij was het altijd gunstig. Zijhadden meer te besteden en daar had ik dan profijt van."

Vaste klanten had Cees voornamelijk onder de huisvrouwen. Datheeft hij aan zijn vrouw te danken. Rita vervulde in de winkelvooral een sociale functie. Iedereen kon altijd een praatje methaar maken. Veel klanten kenden het ritueel al: niet in de winkelpraten, maar in het kamertje achter. Daar had Rita een luisterendoor en een kop koffie voor hen. Ze heeft de mooiste en devervelendste gebeurtenissen van haar klanten aangehoord. Deverhalen gingen van een man met kanker tot de geboorte van eeneerste kleinkind.

"Een man kende Rita omdat hij altijd met zijn vrouw mee gingboodschappen doen. De vrouw praatte graag met Rita, met haar manhad Rita weinig contact. Op een dag kwam de man alleen naar dewinkel, zijn vrouw was ernstig ziek en hij wilde praten met Ritaomdat zijn vrouw dat ook altijd deed. Hij heeft toen achter in dewinkel zijn verhaal gedaan en uitgehuild. Hij was zo blij dat hijeven zijn hart kon luchten!" Cees vreest dat de mensen bij denieuwe eigenaar geen luisterend oor zullen vinden. "Zijn vrouw zalniet in de winkel werken en mensen storten eerder hun hart uit bijeen vrouw dan bij een man."

Het afscheid nemen viel Cees moeilijk. "Van de winkel afscheidnemen, daar had ik geen moeite mee. We hebben er een half jaarnaartoe geleefd en we gaan ook meteen twee weken op vakantie. Alsik nu aan de winkel denk en hoe het met de nieuwe eigenaar gaat,dan is het echt de ver-van-mijn-bed-show. Maar het afscheid nemenvan de klanten, dat was zwaar. We hebben vijftien bloemstukkengekregen, bon-bons en drank. Een klant had in de winkel eencollecte-bus gezet, speciaal voor ons. Iedereen heeft er geld ingedaan. Veel klanten die afscheid kwamennemen, liepen huilend dewinkel uit. Van een IBB-verdieping kregen we een fles wijn, waaropzij zelf een etiket hadden geplakt: 'Voor de aller-besteSuper-Cees.' Echt mooi vind ik dat."

Boot

Dat er leven is buiten de winkel, daar twijfelt Cees niet aan.Tijd voor een hobbie heeft hij eigenlijk nooit gehad, maar hij isal een paar jaar in het bezit van een boot. Daar gingen hij en Ritain de zomer wel eens een weekendje mee weg.

"We kunnen eindelijk vier weken met de boot weg, deze zomer. Ikheb nu de tijd om hem helemaal op te knappen; aan een boot isaltijd wel wat te doen. En als ik het zat ben, als ik weer aan hetwerk wil, dan ga ik gewoon drie dagen per week werken. Wel indezelfde branche, maar niet meer zo intensief. Ik ben pas vijftig,dus werken wil ik nog wel. Maar niet meer zo veel. Ik heb nu nog deleeftijd en de gezondheid dat ik volop van mijn vrije tijd kangenieten. Maar eerst gaan we lekker twee weken naar Sri Lanka. Daarzijn wij hard aan toe."

Bieneke Verhaar