Tahiti, North Carolina of Costa Brava

De vakantie staat weer voor de deur. Omdat demedewerkers van de universiteit over veel vrije dagen beschikken,een greep uit de langere vakantieplannen. Niet twee weken met hetgezin naar Frankrijk of op de fiets door Toscane. Drie medewerkersvertellen hoe zij deze zomer op een andere manier invulling gevenaan hun vrije dagen

Quintus Sirag (47), coördinator Beleidsafdeling SocialeWetenschappen: "Wij gaan deze zomer naar de Olympische Spelen. Ditjaar worden die gehouden in een klein plaatsje in North-Carolina inde Verenigde Staten. Ons gezin moedigt onze jongste zoon Tiemenaan. Hij doet mee aan vier atletiek-onderdelen: 100 meterhardlopen, verspringen, kogelstoten en estafettelopen. Het zijn deSpelen voor verstandelijk gehandicapten. Ruim 7.000 sporters uit150 landen zijn dan acht dagen in de weer. Het gaat hierbij niet omde topprestaties die geleverd moeten worden, maar meer om hetplezier van het bewegen.

Voor Tiemen is beweging juist erg goed en daarom zit hij op eenatletiekclub. Heel toevallig is deze club ingeloot voor deOlympische Spelen. Wij zijn al een jaar bezig met devoorbereidingen hiervoor. Alle vrijwilligers op de club, ouders enoverige familieleden hebben meegeholpen. Omdat onze zoon ookautistisch is, moeten hem extra goed voorbereiden op wat hem tewachten staat de komende weken. Hij heeft door zijn handicap juistveel behoefte aan een vast patroon en regelmaat. Zo lijkt hemvliegen heel leuk maar heeft hij nauwelijks idee wat het betekentom tien uur achter elkaar in een vliegtuig te moeten zitten.

Hij reist met zijn team en wij gaan hem met ons vieren achterna.Op de terugweg moeten hem natuurlijk weer vooruit snellen, om deOlympische ploeg op Schiphol feestelijk te kunnen inhalen. Als ditavontuur achter de rug is, plakken we onze gebruikelijke vakantieer gewoon achteraan. Een paar weken varen met onze tjalk op deFriese meren en op de Waddenzee. Voor Tiemen en voor ons eenjaarlijks hoogtepunt."

Paulien Gort (36), financieel beheerder Communicatie ServiceCentrum:

"We gaan een maand zeilen in de Stille Zuidzee. Mijn oom heeftzijn bootin Tahiti liggen. Dit jaar mogen mijn vriend en ik mee.Toen ik jong was ben ik twee keer naar een zeilkamp geweest, maarverder reikt mijn zeilervaring niet. Mijn oom heeft ooit bijna meemogen doen aan de Olympische Spelen in de Flying Dutchman-klasse.Prettig om te zeilen met zo'n brok ervaring op de boot.

Je zou mijn oom ook op een ander vlak flying dutchman kunnennoemen. Ruim 25 jaar speelde hij in een jazz-orkest en toen moetergens het Amerika-gevoel zijn gaan kriebelen. Dus vloog hij naarAmerika om te gaan studeren. Vervolgens kwam hij terecht bijHewlett-Packard en daar heeft hij veel geld verdiend. Hoe datprecies is verlopen ga ik hem maar eens vragen. Hij isgepensioneerd en heeft alle tijd van de wereld om te zeilen.

Hij was pas nog in Nederland. Dan logeert hij bij ons. Niet datwe hem vaak zien want hij gebruikt ons huis voornamelijk alsuitvalsbasis. Thuis bij hem in Colorado trekt hij vaak de natuurin. En dat trekt mij ook heel erg. Daarom zullen we weinig inhotels slapen. Tahiti zelf is erg toeristisch en bovendienverschrikkelijk duur. Gauw drie- tot vierhonderd gulden per nacht.Nee, lekker slapen op de boot en dan al die prachtigebounty-eilanden bekijken.

Als je zoiets doet moet je er de tijd voor nemen vind ik. Dat isniet zo moeilijk. Als werknemer van de universiteit barst je van devrije dagen. Hier achter de PC op mijn kamer zit ik me al mestiekem lekker te maken. De zeilboot in Tahitaanse wateren siertnamelijk mijn beeldscherm als wall paper "

Nico Paolino (33), automatiseringsmedewerker/administratiefmedewerker Molengraaf Instituut: "De caravan staat nog in dewinterstalling bij een Spaanse boer een dorpje verderop. Maar datduurt niet lang meer. Binnenkort reizen we weer af naar onze vastestek, een echte Spaanse familiecamping aan de Costa Brava. Het iseen heel gedoe om elk jaar die caravan mee te zeulen. Als je nietuitkijkt dan ben je zo de pineut met die strenge EG-richtlijnen.Bijvoorbeeld voor te zwaar beladen. Voor onze twee kinderen moet jeal een boel meesleuren en voor onszelf wil ik ook ons eigentuinmeubilair mee. Nee, zo'n winterstalling betaalt zich wel uit.Denk maar aan minder benzine en minder tol. Bovendien ben je er ookeen stuk sneller.

Hoewel er wel wat buitenlanders, meest vaste gasten, komen, isdeze camping toch echt Spaans oh sorry, Catalaans. Tenminste geentante Mien of ome Jan achter de tap zoals op die Euro-campings.Hier komen de arbeidersgezinnen uit Barcelona. Vrouw en kinderen dehele zomer hier terwijl manlief alleen in het weekend overkomt.

Na twaalf jaar ken ik veel mensen persoonlijk en dat maakt hetvoor mij extra leuk. En het is hier ook altijd mooi weer. Decamping ligt achtereen punt van de berg die de regenwolkentegenhoudt. In twaalf jaar tijd nog maar vier dagen regen gehad. Enwe gaan elk jaar minstens vijf tot zes weken. De rest van het jaarneem ik nooit vrij. Veel wetenschappelijke mensen gaan liever drieof vier keer per jaar kort op vakantie. Wij niet dus.

Ik zorg er altijd voor dat ik vlak voor de open dag van FCUtrèg weer terug ben. Die wil ik niet missen. Je bent nueenmaal fan of je bent het niet."

René de Bie