'Terug naar de partijen, terug naar de ideologie.'

U-raadsverkiezingen nieuwe stijl

Maandag 20 november kruiste de Universiteitsraad voor de zoveelste keer dit jaar de degens met het college van bestuur over de ICT-reorganisatie. Na de felle discussie over het faculteitsreglement kort voor de zomer vormt het ICT-debat een nieuw bewijs dat de medezeggenschap aan de UU springlevend is. "Wie zei er ook weer dat de U-raad tegenwoordig geen bal meer voorstelt?", vraagt de pas aangetreden raadsvoorzitter Matthias Jorissen ironisch.

Toch erkent ook hij dat het imago van de raad wel een likje verf kan gebruiken. De interesse bij medewerkers en studenten is de laatste jaren minimaal en dat ligt vooral aan het ontbreken van een serieuze verkiezingsstrijd, is zijn analyse. Vandaar dat dit najaar een grote actie is gestart onder het motto:

Meeslepende debatten

Op zijn werkkamer legt Jorissen uit dat de problemen in feite tien jaar geleden zijn begonnen, met de komst van de MUB, de nieuwe wet op de bestuursstructuur. "Voor de komst van de MUB bestond de raad uit drie personeelsfracties en altijd minstens twee, maar soms ook drie of vier studentenpartijen. Uiteraard waren die fracties en partijen het in heel wat opzichten met elkaar eens, maar op een aantal gebieden waren er duidelijke tegenstellingen. Ik ben in mijn studententijd een jaar raadslid geweest voor het PSO en bijvoorbeeld op het punt van milieubeleid, tegenwoordig aangeduid met duurzaamheid, verschilden wij fundamenteel van mening met de andere studentenpartij, de Brug."

Ook over het buitenlandbeleid was de verdeeldheid groot, herinnert de nieuwe voorzitter zich. "Sommige fracties, waaronder het PSO, vonden dat de UU onder geen beding mocht samenwerken met universiteiten in landen met omstreden regimes zoals Zuid-Afrika en Indonesië, terwijl andere fracties het college van bestuur steunden in zijn redenering dat samenwerking juist een manier was om de democratische krachten in die landen te ondersteunen. Dat leidde soms tot meeslepende debatten op het scherpst van de snede."

Toen de MUB in 1997 werd ingevoerd, verloor de raad onder meer de bevoegdheid om de begroting vast te stellen. Zij veranderde van medebestuursorgaan in medezeggenschapsorgaan en de meeste fracties waren daarover zo teleurgesteld dat zij het bijltje erbij neergooiden. Jorissen: "Bij de studenten is nog tijdenlang tevergeefs geprobeerd om net te doen alsof er sprake was van strijd, door vlak voor de verkiezingen fake-partijtjes op te richten, maar daar trapten de kiezers niet in. En de medewerkers werden sinds 1997 voorgedragen door facultaire kiescolleges. Theoretisch bestond nog wel de mogelijkheid om tegenkandidaten te stellen, maar behalve enkele leden van de vakbond heeft daar nooit iemand gebruik van gemaakt, dus daar was van verkiezingsstrijd al helemaal geen sprake meer."

Vuur en Vlam

Toen dit voorjaar de verkiezingen bij de studenten niet eens meer doorgingen omdat er net twaalf kandidaten waren voor de twaalf zetels, sloeg een aantal raadsleden alarm. Er moest nu echt iets gebeuren. Een werkgroep onder leiding van U-raadsveteraan Wil Hildebrand adviseerde met steun van het college van bestuur om de facultaire kiescolleges op te heffen en het partijensysteem nieuw leven in te blazen. De studentraadsleden besloten om samen met onder meer USF Studentenbelangen hun dit voorjaar opgerichte kieslijst Vuur om te vormen tot een echte partij, en het wachten is nu op andere groepen studenten om ook met een lijst te komen.

Ook bij de medewerkers zal er volgend jaar weer echt wat te kiezen zijn, hoopt Jorissen. "De facultaire kiescolleges zijn afgeschaft en inmiddels heeft een aantal raadsleden in navolging van de studenten een kieslijst opgericht, die kan uitgroeien tot een partij. In een melige bui heb ik voorgesteld om die lijst Vlam te noemen, en dat voorstel sloeg zo aan, dat dat op dit moment de werknaam is. Ook bij de medewerkers hopen we nu op tegenlijsten."

Op de vraag of het argument van tien jaar geleden - de komst van de MUB - nu niet meer geldt, reageert de U-raadsvoorzitter zeer gedecideerd. "Toen de MUB werd ingevoerd, was de algemene opinie dat het met de medezeggenschap gedaan was, omdat de U-raad op bijna geen enkel punt meer instemmingsrecht had. Er was nog wel adviesrecht, maar dat stelde - ook volgens mij - niets voor, want dat kon het college van bestuur zo naast zich neerleggen. Op die mening ben ik inmiddels teruggekomen, want uit de praktijk blijkt dat ons adviesrecht wel degelijk iets voorstelt. Dat heeft het debat over de ICT-reorganisatie nog weer eens duidelijk gemaakt, lijkt me. Voor de invoering van de MUB werd de raad door het college vooral als tegenstander gezien, tegenwoordig is zij veel meer een volwaardige gesprekspartner. Als zo'n gesprekspartner je een advies geeft, dan leg je dat niet zo maar naast je neer, dan ga je ermee aan de slag. Dat is deze week wel gebleken."

Ga stemmen

We moeten dus weer terug naar partijen, maar waarin moeten die partijen zich van elkaar onderscheiden? Alle studenten en medewerkers hebben toch dezelfde belangen?

"Dat is nog maar de vraag. Over de ICT-reorganisatie was de raad inderdaad unaniem van mening dat het anders moest, maar bijvoorbeeld over de vraag of een afgeronde vier of een vijf de ondergrens zou moeten zijn voor een reparatietoets, waren de meningen dit voorjaar zeer verdeeld. Zo zijn er meer onderwerpen geweest, waarover lang niet iedereen hetzelfde denkt. Bij de studenten kan ik me daarom heel goed voorstellen dat er naast Vuur ook andere lijsten komen, bijvoorbeeld van studenten uit bepaalde faculteiten, van leden van gezelligheidsverenigingen of van studenten met een ideologische of religieuze achtergrond. Bij de medewerkers werken de vakbonden nu serieus aan een lijst, maar ook daar zie ik meer mogelijkheden. Het zou mij ook niet verbazen als de alfa's en de gamma's gaan nadenken over een gezamenlijke lijst van wetenschappelijk personeel en niet wetenschappelijk personeel, de obp'ers, om een beetje tegenwicht te bieden tegen het bèta-medische profiel van de UU. Ik zou me zelfs kunnen voorstellen dat daar wordt gekozen voor een gecombineerde lijst van medewerkers en studenten. Waarom niet?"

Loop je door met fracties te gaan werken bij de medewerkers niet het risico dat bepaalde delen van de universiteit straks niet meer in de U-raad vertegenwoordigd zullen zijn?

"Dat gevaar bestaat inderdaad. Daarom heeft de U-raad afgezien van volkomen vrije verkiezingen en bij de medewerkers gekozen voor drie kiesdictricten met elk vier zetels. Het gaat om wetenschappelijk personeel alfa/gamma, wetenschappelijk personeel bèta-medisch en ondersteunend en beheerspersoneel. Bij de studenten is niet voor zo'n indeling gekozen. Wel zal Vuur zorgen voor een lijst met kandidaten uit alle hoeken van de universiteit. Maar de kiezers beslissen wie wordt gekozen. Het is dus straks voor faculteitsbesturen van groot belang om hun studenten op te roepen om te gaan stemmen, want dat maakt de kans groter dat er een kandidaat uit hun faculteit in de U-raad komt."

De U-raad vormt op dit moment een hecht blok tegenover het college van bestuur. Biedt de komst van fracties het college van bestuur niet een unieke kans om een verdeel-en-heers politiek te gaan volgen?

"Daar is in de werkgroep wel over gesproken, maar eigenlijk niemand is daar bang voor. Als het om zulke cruciale kwesties gaat als de ICT-reorganisatie, dan zullen de partijen elkaar ook in een raad nieuwe stijl moeiteloos vinden. Daar ben ik van overtuigd. En op punten, waar nu verdeeldheid bestaat, wordt die verdeeldheid straks duidelijk zichtbaar. Dat lijkt me voor het debat in de raad en voor de betrokkenheid van de kiezers alleen maar winst."

Het grote punt is dus nu om medewerkers en studenten te mobiliseren om lijsten te gaan vormen.

"Dat is heel belangrijk, want met het nieuwe concept staat of valt met de komst van voldoende kandidaten en, als het even kan, meer partijen."