Theoloog promoveert twee maal op hetzelfde proefschrift

Toen Jan Aritonang in november 1987 cum laude promoveerde op eenstudie over de Duits-Nederlandse missie onder de Bataks, leek ergeen vuiltje aan de lucht. Hij verdedigde zijn proefschrift aan deSouth East Asia Graduate School of Theology (SEAGST), de wijd enzijd gerespecteerde promotieopleiding van een aantal theologischehogescholen in Zuidoost-Azië met als vestigingsplaatsSingapore. Maar al snel werd duidelijk dat de Indonesische regeringniet van zins was deze 'buitenlandse' titel te erkennen.

In 1994 publiceerde de Leidse uitgever Brill een Engelstaligeversie van de goed ontvangen studie van Aritonang. De Indonesischeregering weigerde in datzelfde jaar zijn goedkeuring te hechten aandiens benoeming tot rector van het Theologisch Seminarie vanDjakarta, een instelling die naar aard en omvang vergelijkbaar ismet de Theologische Hogeschool Kampen. Er werden administratieveredenen voor de weigering gegeven. Aritonang twijfelt er echterniet aan dat de geringe sympathie van de Indonesische overheid voorhet Christendom doorslaggevend is geweest.

"Ik ben overigens gewoon rector geworden. Dat mijn titel nieterkend werd, had toen nog weinig gevolgen. Maar inmiddels wordt inIndonesië één landelijk systeem van erkende titelsingevoerd. Het ziet er naar uit dat de doctorstitel van de SEAGSTdan ook buiten de boot valt. Dat zou ernstige gevolgen kunnenhebben voor mij en mijn collega's. Vandaar dat ik vorig jaar hetUtrechtse Instituut voor Missiologie en Oecumenica heb gevraagd ofmen bereid was mij nog eens te laten promoveren. Want men zal hetniet aandurven een titel van een ook in Indonesië zogerespecteerde universiteit als Utrecht te negeren."

Het verzoek werd ingewilligd en zo stond Aritonang vorige weekna twaalf en een half jaar opnieuw oog in oog met eenpromotiecommissie. Die maakte er bepaald geen walk-over van, zobeklemtoont hij lachend. "Ze hebben me moeilijke vragen gesteld.Het was zeker geen formaliteit."

Deze week verblijft Aritonang nog in Nederland, onder meer ingezelschap van zijn goede collega, de rector van deStaatsuniversiteitvoor Islamitische Studies in Djakarta. Volgendeweek gaat hij als Utrechtse doctor terug naar Indonesië, in dehoop dat zijn nieuwe titel deuren zal openen voor de Indonesischetheologie, die eerder gesloten bleven.

"Dat was voor ons ook de reden in te gaan op zijn verzoek", legtpromotor prof.dr. J. Jongeneel uit. "Toen ik zijn brief ontving hebik even geaarzeld. Ik heb het College van Decanen en onze eigendecaan om advies gevraagd en het antwoord was positief. Met namerector-magnificus Voorma was er onmiddellijk voor om het verzoekvan Aritonang in te willigen. Maar we hebben wel meteen beslotenhet bij deze ene keer te laten."

In het geval van Aritonang werd 'ja' gezegd, omdat de SEAGST eenzeer gerespecteerde instelling is. Jongeneel: "In feite spreken wemet het verlenen van de Utrechtse doctorstitel aan Aritonang vooralonze erkenning uit voor de kwaliteit van hun promotieopleiding.Vandaar dat het college van bestuur binnenkort een brief naar deIndonesisiche ambassade zal sturen, waarin hij onze beweegredenenuiteenzet en waarin we de hoop uitspreken dat Indonesiëvoortaan bereid is om de diploma's van de SEAGST te erkennen. Juistomdat dit het hoofdmotief is, willen we het bij deze ene promotielaten. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat straks iedereen met eenniet-erkend diploma die erkenning bij ons even komt halen."

EH