Topsporten in de zomer in plaats van luieren aan het strand

Topsporten in de zomer in plaats van luieren aan hetstrand


La Marmotte

Vierduizend wielrenners die over vier illustereAlpencols koersen. Student natuurkunde Geert Scholma maakt op 7juli samen met zijn ploegmakkers van USWV De Domrenner deel uit vanhet enorme peloton dat achtereenvolgens de cols Croix de Fer,Telegraphe, Galibier en Alpe dHuez beklimt: 175 kilometer,vijfduizend hoogtemeters. "Geen enkele touretappe is zozwaar."

De koers, die de naam La Marmotte draagt, is een kruising tussenwedstrijd en toertocht. "Meestal is de winnaar een profrenner, ende amateurselectie van de Rabobankploeg rijdt ook mee. Maariedereen kan in principe meedoen", zegt Scholma.

De tweedejaars natuurkunde, die in Nederland uitkomt in desportklasse A, de eerste divisie van het wielrennen, was vorig jaarook al van de partij tijdens de Alpenrit. "Vorig jaar deden we metvijf mensen van De Domrenner mee, dit jaar gaan we met tienrenners. Het is denk ik wel het begin van een traditie." Scholmaverwacht geen kans te kunnen maken op de overwinning. Vorig jaarreed ik bij de eerste driehonderd, maar toen startte ik bijnaachteraan. Dat scheelt nogal als je met vierduizend mensen vanstart gaat. Dit jaar wil ik bij de eerste honderd eindigen, maardat is ook weer afhankelijk van ons startnummer. Stom genoeg hebbenwe ons dit jaar weer erg laat aangemeld, net als vorig jaar. Ik wilproberen om de organisatie zover te krijgen dat ik voorin magstarten, ongeacht de hoogte van mijn startnummer. Het schijnt datals ik het certificaat met mijn gereden tijd van vorig jaaroverleg, wel een kans maak. Ik wil er in ieder geval alles aan doenom niet weer eerst drieduizend anderen in te moeten halen."

Scholma neemt ook op ander gebied het zekere voor het onzekere.Twee weken voor de bewuste wedstrijd vertrekt hij met zijnteamgenoten naar de Alpen om te acclimatiseren. "Eerst blijven weeen week in een appartement, we zijn dan nog niet in het gebiedwaar de wedstrijd wordt verreden. We trainen daar vier of vijfkeer. Daarna reizen we door naar een camping in de buurt van destart. Die staat dan helemaal vol met fietsers, naast wat Belgen eneen verdwaalde Brit vooral Nederlanders. Van daaruit trainen we tottwee dagen voor de wedstrijd. Die twee dagen rust zijn voor hetstapel-effect. Als je bijna twee weken intensief traint eet je ookontzettend veel. Wanneer je dan opeens stopt met trainen, stapeltje lichaam als het ware een voorraadje koolhydraten op."

Dat is een van de redenen dat Scholma voor de ruim acht uurdurende tocht nauwelijks eten mee hoeft te nemen. "In principe kunje op de voorraden van je lichaam al de halve wedstrijd rijden. Daneet ik denk ik nog een doos energierepen, die passen makkelijk inmijn koerstrui. Verder proberen we zoveel mogelijk vloeibaarvoedsel te nemen, bijvoorbeeld een glucose-oplossing in je bidon.We moeten trouwens nog zorgen dat er iemand van ons met bidonslangs de kant staat."

Scholma hoopt naar eigen zeggen stiekem dat hij tijdens de koerswordt opgemerkt door een ploegleider van een grote ploeg. "Ik benvrij licht, dus bergop in het voordeel. De meeste Nederlandsewielrenners zijn een stuk zwaarder. Het zou best kunnen dat ik inde beklimming een paar Rabo-renners eraf rijd. Voor mezelf heb ikin ieder geval geen grens meer gesteld, dit jaar heb ik opnieuwveel meer progressie geboekt dan ik had verwacht."

Scholma wacht in elk geval niet af, mochten de opmerkzameploegleiders schaars zijn dit jaar. "Volgend seizoen ga ik DeDomrenner verlaten. Ik rijd dan bij de eliterenners, en dezevereniging heeft gewoon niet genoeg mogelijkheden als je hogeropwilt. Maar ik zal hier zeker dan nog wel voor de gezelligheidkomen."


WK-deelname

Ik zou behoorlijk teleurgesteld zijn als we geenmedaille halen op het WK. Geert Cirkel weet wat hij wil deze zomer.De roeier doet in de dubbelvier een gooi naar eremetaal op hethoogste platform.

De lange weg naar het WK in Zwitserland is nog maar netingeslagen, beseft Cirkel (22). We zijn met deze groep pas sindsmaart van dit jaar bij elkaar. Of beter gezegd, ik ben er sinds dietijd bij, want de drie andere jongens roeien al jaren samen. Op deOlympische Spelen in Sydney won deze dubbelvier een zilverenmedaille, terwijl wij met de Holland Acht de finale niet eenshaalden, een van de redenen dat dat team uit elkaar viel na deSpelen.

De harmonie in de dubbelvier was waarschijnlijk een stuk beter,want slechts een van de roeiers uit dat team hield het na Sydneyvoor gezien, en dan nog omdat hij meer tijd aan zijn studie wildebesteden. De coach van de dubbelvier, Jan Klerks, belde me met demededeling dat er een plek vrij was gekomen in de boot. Ik hadzeker interesse, maar toen hij vertelde dat er een selectieprocesplaats zou vinden waarbij er uiteindelijk een kandidaat over zoublijven, haakte ik af. Ik had het wel gehad met selecties, ik weetinmiddels dat ik onder zon systeem niet goed functioneer. Eeneeuwigdurend selectieproces, waarbij je elk moment je plek in deboot kwijt kon raken aan iemand die op dat moment beter heeftgetraind, was juist de reden dat de sfeer in de Holland Acht zoslecht was.

De aanvankelijke stelligheid van Cirkel brokkelde echterlangzaam af. Vrienden en andere mensen die ik sprak overtuigden meervan dat ik toch maar mee moest doen aan de selectie. Ik heb toenmet de jongens uit de dubbelvier afgesproken dat hun keus op eenvaststaande datum bekend moest zijn, daar kon ik vrede mee hebben.Al vrij snel waren er nog maar twee kandidaten over. We zijn toentwee weken op trainingskamp geweest in Sevilla, waar die andereroeier en ik afwisselend met de rest van de ploeg meetrainden. Nadie twee weken kozen Michiel Bartman, Diederik Simon en DirkLippits, nu mijn teamgenoten, voor mij.

Cirkel weet inmiddels dat de ambitie -medaillewinst- niet uit delucht gegrepen is. De geneeskundestudent heeft de afgelopen jarenzoveel wedstrijden op het hoogste niveau geroeid dat hij aardig inkan schatten hoe de verhoudingen liggen. Toch blijft het voor dedubbelvier nog even afwachten of zij werkelijk hun opwachtingzullen maken in Luzern, waar het WK dit jaar gehouden wordt.Cirkel: Volgende week doen we in Sevilla mee aan eenwereldbekerwedstrijd. Dan weten we pas echt waar we ongeveer staanin vergelijking met de rest van het veld. Twee weken daarna is erde wedstrijd waar WK-deelname van afhangt: de wereldbekerrace inMnchen. Ik weet het niet precies, maar ik denk dat een finaleplekvoldoende zal zijn om het WK veilig te stellen. Als we dat niethalen zou het trouwens wel even crisis zijn. Maar daar ga ik gewoonniet van uit.

Geert Cirkel voelt zich prettig in zijn nieuwe team. Vooral demanier van trainen is erg fijn, vertelt de derdejaars student. Mijnoude coach Korzeniowski hield er bij de Holland Acht echtOostblokmethoden op na. We trainden vaak al om zeven uur, enverschrikkelijk zwaar. Ik was gewoon overtraind in die periode. Nutrainen we natuurlijk ook hard, maar als ik nu een tentamen heb,kan ik het gewoon even een weekje rustig aan doen, en later deachterstand inhalen. Daarbij train ik van de tien keer in de weekvijf keer hier in Utrecht, in de skiff. Daardoor kan ik alles veelbeter plannen. Op dit moment is dat niet zo heel erg nodig, want ikheb dit jaar al 43 punten gehaald. Ik zou me dus al helemaal metroeien bezig kunnen gaan houden. Als blijkt dat de komende vakkenerg veel tijd kosten laat ik ze voorlopig even schieten.


Softbalkamp

Sommige toppers hebben net wat minder geluk.Softbalster Maaike van Aarle is zo iemand. Nadat vorig jaar denationale B-selectie, waar Van Aarle deel van uitmaakte, werdopgeheven, viel ze buiten de boot voor internationalewedstrijden.

"Ik mis dus de Canada Cup, waar de A-selectie deze zomer wel aandeelneemt. Dat is jammer van de ervaring die ik nu moet missen,maar qua spel vind ik het niet eens zo erg. De verwachting is tochdat Nederland op dat toernooi behoorlijk afgeslacht gaat worden metonder andere Itali, Japan en de Verenigde Staten alstegenstanders."

Met de zwakte van het Nederlands team noemt Maaike Van Aarlemeteen een van de oorzaken van het verdwijnen van de B-selectie."Nederland en Itali streden altijd voor de eerste plaats, maar ophet vorige EK werd Nederland opeens vierde. Daardoor kwam er mindergeld beschikbaar. En er kwamen binnen de softbalbond allerleiruzies door die slechte prestaties. Dat heeft ook niet echt gunstiggewerkt. Maar ja, daar mogen de spelers het fijne niet vanweten."

De vierdejaars studente farmacie gaat deze zomer niet stilzittennu de nationale selectie voorlopig aan haar neus voorbijgaat. "Eindaugustus begeleid ik jongeren van twaalf tot en met achttien jaartijdens een soft- en honkbalkamp van de bond. Voor het vijfde jaaral trouwens. De eerste keer dat ik begeleider was, was wel vreemd.Veel van de deelnemende spelers waren ouder dan ik, maar omdat iktoen in Jong Oranje speelde, en in zo'n pak van de bond rondliep,had iedereen wel ontzag."

De rol van Van Aarle is het geven van specifieke trainingen. "Iksta zelf op het derde honk, dus ik geef training die daarop gerichtis. Ik heb het veel over de stootbal. Als een slagman die speeltmoet de derde honkman in actie komen. Hoe loop je naar de bal, pakje die met een of twee handen, dat soort dingen lijken heel simpel,maar echt elke situatie is anders."

Van Aarle werkt net als de andere trainers op het kamp, volgenseen vast stramien. "We noemen dat 'praatje-plaatje-daadje'.Oftewel, ik leg iets uit, bijvoorbeeld een positiespel, doe deoefening daarna voor en laat het dan de spelers zelf proberen. Hetniveauverschil is heel groot, ook vanwege het verschil in leeftijdnatuurlijk. Maar het is leuk om te zien hoe iedereen zichzelf enormverbeterd heeft na een week, dan weet je dat het over is gekomen.Ze pakken me ook terug aan het einde van zo'n week. Als ik ietsanders zeg dan een paar dagen eerder, hoor ik dat onmiddelijk."

Het trainingskamp is zwaar, vindt de farmacie-studente. "Deregels zijn streng, het is geen vakantie ofzo." Bij DSC '74, VanAarle's eigen club uit Haarlem, is ze anders gewend. "Daar is hetveel losser. Op dit jeugdkamp wordt iedereen elke ochtend vroeggewekt, dan moet er weer getraind worden." Volgens Van Aarle is ergeen sprake van rivaliteit tussen de deelnemende honk- ensoftballers. "Dat valt wel mee. De basistechnieken zijn tochhetzelfde. En je kunt je altijd aan een ander optrekken. Ik merkzelf ook dat ik er veel van leer om met spelers van een lagerniveau om te gaan."

Gerben Timmer