Universiteit haalt opgelucht adem

Na de snelle thuiskomst van het zwaarst getroffen slachtoffer van het ongeval werd eens te meer geconcludeerd dat de UU is ontsnapt aan een ramp van grote omvang. De medewerker van het facilitair bedrijf FBU moest een beenoperatie ondergaan en heeft enkele gebroken ribben, maar kon dinsdag naar huis. Een dag eerder had zijn vrouwelijke collega het ziekenhuis verlaten. De vier andere gewonden mochten donderdag na behandeling meteen naar huis.

Eind vorige week verklaarde collegevoorzitter Van Rooy al dat de universiteit gezien de ravage die de vallende kraan in het Ruppertgebouw aanrichtte van veel geluk mag spreken dat geen ernstigere gewonden of doden zijn gevallen. Van Rooy roemde daarbij het daadkrachtige optreden van de ongeveer 70 bedrijfshulpverleners en van de security-medewerkers. "Ik heb heel veel waardering voor de manier waarop die mensen hun werk hebben gedaan. Mede dankzij hun inzet is erger voorkomen."

Ook de mededeling dinsdag dat er bij het ongeval geen asbest is vrijgekomen, heeft tot grote opluchting geleid. Hoewel bekend was dat het asbest in het Ruppertgebouw een 'veilige' soort betrof, toonden sommigen mensen die direct na de ramp in het gebouw aanwezig waren, zich toch ongerust over de afloop van de metingen.

De schuldvraag

De universiteit kan zich nu gaan richten op de nasleep van het ongeval. De arbeidsinspectie doet onderzoek naar de toedracht. De uitkomsten daarvan moeten meer duidelijkheid geven over de schuldvraag en mogelijke aansprakelijkheid. Een woordvoerder van de UU zegt dat dit lange tijd in beslag kan gaan nemen.

Behalve het Ruppertgebouw zijn zeven personenauto's in meer of mindere mate beschadigd. Daarnaast verkeren veel studenten en medewerkers nog in onzekerheid over de vraag of, en zo ja wanneer, ze hun bezittingen terugkrijgen. Bij de ontruiming van het gebouw werden jassen, telefoons en portemonnees achtergelaten. In afwachting van alle onderzoeken mogen deze nog niet worden opgehaald.

Op een lijst van studenten die door bedrijfshulpverleners werd opgesteld staan 57 namen van studenten die zaken missen. Daarnaast waren op het moment van het ongeval 35 medewerkers van Studentenservice in het gebouw aanwezig. Ook zij hebben nog persoonlijke eigendommen in het pand liggen.

Buiten gebruik

Het Ruppertgebouw zelf zal minstens zes maanden buiten gebruik blijven. Dat zegt directeur Dries Berendsen van Huisvesting. Weliswaar is maar een klein deel van het gebouw ernstig beschadigd, maar omdat de sprinklerinstallatie niet meer werkt en omdat niet alle nooduitgangen meer bereikbaar zijn, is op dit moment ook het onaangetaste deel van het gebouw met de drie grote collegezalen en de Salon van Parnassos afgesloten. Volgens Berendsen is het treffen van aparte noodvoorzieningen om een deel van het pand weer bewoonbaar te maken, ondoelmatig en is daarvan dan ook vrijwel meteen afgezien. Berendsen hoopt dat het gebouw na de zomer weer gebruiksklaar is, maar zegt dat het herstel mogelijk ook langer kan gaan duren. Geruchten dat dit een goede gelegenheid zou zijn om het energieverslindende Ruppertgebouw af te breken en plaats te laten maken voor nieuwbouw, worden door Berendsen weersproken.

Voor de 'bewoners' van het Ruppertgebouw moest de afgelopen week snel alternatieve huisvesting worden gevonden. Het zwaargetroffen Studentenservice was dinsdag weer deels in bedrijf. De studentenbalie Pnyx in de binnenstad, sinds november opgeheven, werd in gebruik genomen. Vanaf begin februari krijgt Studentenservice bovendien een onderkomen in het Bestuursgebouw. Daarmee moet de dienstverlening voor studenten weer op peil worden gebracht (zie pag 10).

Het is nog onbekend wat er met De Salon, de Uithofvestiging van cultureel centrum Parnassos gaat gebeuren. Bijeenkomsten en cursussen die voor deze week gepland waren, zijn afgelast. Er wordt nog gezocht naar vervangende ruimte.

Roosters

Het hijskraanongeval leidde vanzelfsprekend tot tal van roosterwijzigingen. De Infrastructurele Dienst Centrumgebied (IDC), de beheerorganisatie van de gebouwen in het centrumgebied, is sinds afgelopen vrijdag druk met het omzetten van colleges en werkgroepen. Ook het vinden van oplossingen voor de ongeveer 100 computerleerplekken behoeft aandacht.

Volgens diensthoofd Letty Broere zijn er voor deze week en de volgende week oplossingen gevonden voor de geplande colleges en werkgroepbijeenkomsten. Voor het komende half jaar liggen verschillende scenario's klaar.

Broere heeft goede hoop dat met ingang van het nieuwe semester op 5

februari het onderwijs ongestoord doorgang kan vinden. Hoewel vooral Sociale Wetenschappen, Geowetenschappen en Wijsbegeerte gebruik maakten van het Ruppertgebouw, zal ook voor veel andere opleidingen naar alternatieven moeten worden gezocht.

In totaal gaat het om een aantal van ongeveer 2000 bijeenkomsten in de werkgroepruimtes en de collegezalen Rood, Wit en Blauw. Wat betreft vervangende computerplekken is één van de opties om een aantal geplande pc-plekken in de bibliotheek sneller te realiseren.

Hoewel er her en der wat ergernis is over het verbod persoonlijke eigendommen uit het gebouw te halen, lijken alle logistieke perikelen door alle betrokken studenten en medewerkers met liefde te worden geaccepteerd. Allen spreken vooral hun verwondering uit over het geluk dat de UU ten deel is gevallen. Of zoals een student die nipt aan de vallende kraan wist te ontkomen het zei: "We hadden allemaal een engeltje op onze schouder."

Hulp aan medewerkers en studenten

Na het ongeluk zijn er voor verschillende groepen studenten en medewerkers bijeenkomsten georganiseerd om over het ongeval te kunnen praten. "Dit is heel goed geweest, het is na het meemaken van een dergelijke gebeurtenis erg belangrijk om over gevoelens te blijven praten en het niet weg te drukken", aldus Erwin Vermeulen, directeur Bestuursdienst en Dienstencentrum.

"Na overleg met deskundigen van het Calamiteiten Hospitaal in het UMC bleek het niet zinvol om een speciaal traumateam te vormen. Zij vertelden ons verder dat het in de eerste maand na het ongeluk normaal is dat er klachten zijn, denk aan slapeloosheid en onrust. Als de klachten na ongeveer een maand nog steeds aanhouden, is het noodzakelijk om professionele hulp te zoeken. Vanzelfsprekend kunnen medewerkers en studenten ook eerder terecht voor vraag naar ondersteuning en overige vragen."

Studenten en medewerkers die behoefte hebben aan nazorg kunnen dat op verschillende manieren krijgen. Studenten kunnen contact opnemen met Jeanette van Rees, hoofd studentbegeleiding. Mail J.vanRees@uu.nl

Medewerkers kunnen zich wenden tot de Arbodienst (030-2532666). Daar wordt dan verder gekeken naar de ernst en de aard van de klachten en wordt zonodig gericht doorverwezen.

MV