Universiteit profiteert niet van emeriti

Aanleiding voor het onderzoek was Beckers constatering dat veelhoogleraren ook na hun pensioen actief blijven in zowelwetenschappelijke als maatschappelijke functies. De Utrechtseuniversiteit zelf profiteert echter nauwelijks van de capaciteitenvan dit 'zilvergrijs academisch kapitaal', omdat er geen beleidbestaat ten aanzien van gepensioneerde wetenschappers. Dat is nietalleen jammer voor de universiteit maar ook voor die emeriti, dienog graag een tijd wat nauwer bij het wel en wee van hununiversiteit betrokken zouden willen blijven.

In zijn lijvige rapport doet Becker uitgebreid verslag van eenonderzoek onder ruim vijftig Utrechtse emeriti tussen 65 en 75jaar. In de tien jaar voor hun pensioen hebben zij gemiddeldvijftig uur per week gewerkt en de meesten zijn dat ook daarnablijven doen, met uitzondering van de alfa's die over het algemeenwat minder tijd in hun werkzaamheden zijn gaan steken. Hoewel veelhoogleraren ook na hun 65ste nog over faciliteiten zoals parkeer-en bibliotheekkaarten beschikken, meldt de helft van deondervraagden dat hen faciliteiten zijn geweigerd. Vooral in dealfa-faculteiten is een en ander slecht geregeld, terwijlDiergeneeskunde op dit punt juist een heel actief beleid voert.

In zijn rapportage adviseert Becker het college van bestuur omemeriti standaard te voorzien van parkeer- en bibliotheekkaart envan postvak en e-mailadres, dit alles wellicht gegoten in de vormvan een 'gastvrijheidscontract'. Gezien de toenemende behoefte aanmenskracht om adequaat op alle veranderingen in het hoger onderwijsin te spelen, suggereert Becker daarnaast echter om een aantalemeriti nauw bij beleidsvoorbereidende en innoverende activiteitente betrekken. Voor die oud-hoogleraren zou een 'emeritus-laantje'moeten worden ingericht, een reeks kamers met een eigensecretariaat en met goede ict-ondersteuning. Omdat ook veel emeritizelf aangeven aan zulke faciliteiten behoefte te hebben, zou hetmes aan twee kanten snijden, aldus de Utrechtse socioloog.

EH