Utrecht goed in milieu-onderzoek

De commissie kreeg geen overzicht over alles wat er in Nederlandaan milieuwetenschappen gedaan wordt. Onder meer demilieutechnologie bleef grotendeels buiten beschouwing. Maar opgrond van de veertien onderzoekprogramma's aan zeven universiteitendie ze wel beoordeelde, durft de commissie te stellen dat deNederlandse milieukunde in goede doen is. Vooral het onderzoekwaarin sociale en natuurwetenschappen samengaan, beviel haar.

Over de drie Utrechtse programma's die in de evaluatie betrokkenwaren, is de commissie goed te spreken. De groepen van dehoogleraren Glasbergen en De Ruiter zijn wat klein, merkt decommissie op, maar kunnen wellicht profiteren van de oprichting vanhet zogeheten Copernicus Instituut, waarin Utrecht al zijnmilieu-onderzoek gaat bundelen.

Het derde Utrechtse programma, van de hoogleraren Turkenburg enBlok, krijgt eveneens hoge cijfers. De commissie zet welvraagtekens bij de originaliteit van het onderzoek. Die kan, zekergezien de kwaliteit van de staf, omhoog.

HOP, HO