Utrecht volgens Keuzegids in de middenmoot
Dat blijkt uit de vorige week verschenen database Studie Keuze Informatie 2007, waarin ook de resultaten van de nationale studentenenquête zijn opgenomen. Daarvoor werden tussen 2005 en 2007 in totaal bijna 17 duizend studenten ondervraagd over het niveau van hun opleiding. De cijfers worden onder meer gebruikt voor de website www.studiekeuze123.nl en de Keuzegids Hoger Onderwijs, die later dit jaar verschijnt. Ten opzichte van vorig jaar is er nauwelijks iets veranderd. Gemiddeld worden de universiteiten gewaardeerd met een 6,98: één honderdste minder dan in 2006.
Net als in 2006 wordt Wageningen Universiteit (7,30) gevolgd door de Open Universiteit (7,20) en de Universiteit Maastricht (7,16). De andere ‘jonge’ en kleinere instellingen, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit van Tilburg, scoren met een 6,99 en een 6,97 min of meer gemiddeld.
Ook de klassieke universiteiten ontlopen elkaar weinig: de Radboud Universiteit Nijmegen scoort met een 7,02 het hoogst, terwijl Leiden, de Amsterdamse universiteiten en Groningen schommelen tussen 6,97 en de 6,86. Utrecht sluit zich met 6.97 bij dit rijtje aan.
Het rapportcijfer dat studenten aan Utrecht geven ziet er uitgesplitst alsvolgt uit:
•voor de keuzeruimte een 7,1
•amenhang in het onderwijsaanbod: 6.9
•voor de werkvormen: 6.9
•kwaliteit van docenten: 7,3 beoordeeld
•de onderwijscommunicatie krijgt een 6,8
•studeerbaarheid: 6,6
•Gebouwen: 7,0
•Faciliteiten: 7,4
Van de technische universiteiten worden de TU/Eindhoven (7,09) en de Universiteit Twente (7,01) een fractie hoger gewaardeerd dan de meeste algemene universiteiten. De TU Delft (6,88) blijft wat achter.
Wageningen Universiteit krijgt op alle fronten veel waardering. Studenten zijn vooral te spreken over de keuzeruimte die ze krijgen (7,8), de kwaliteit van hun docenten (7,5) en de faciliteiten (7,6). Alleen op het onderdeel loopbaanvoorbereiding (6,8) is de score lager dan zeven. Toch verslaat de landbouwuniversiteit alle andere instellingen op dat punt.
De hogescholen scoren met een gemiddelde van 6,69 drie tiende lager dan de universiteiten. Het hbo verliest vooral terrein met de waardering voor docenten, gebouwen, faciliteiten en vakinhoud. Op deze onderwerpen scoren universiteiten ongeveer een half punt hoger.
HOP