Utrecht ziet definitief af van tandheelkunde

De discussie over tandheelkunde laaide begin dit jaar op, toenduidelijk werd dat de minister bereid was om de numerus fixus op tehogen. Vanuit de landelijke Kamer Tandheelkunde bereikte Utrechtdaarop het verzoek om een kopopleiding in het leven te roepen. Ookvanuit de eigen afdeling Bijzondere Tandheelkunde werdeninitiatieven ontplooid in de richting van een heropening van dezeventien jaar geleden gesloten Utrechtse faculteit.

In een eerste reactie constateerde de Raad van Bestuur van hetUMC Utrecht dat een opleiding tandheelkunde op dit moment geenmeerwaarde heeft voor de hoofdlijnen van onderzoek en bovendienvoor complicaties zou kunnen zorgen op het gebied van definanciën en de huisvesting. Ook het college van bestuurmaakte duidelijk geen brood te zien in experimenten op dit gebied.Alleen als er sprake zou zijn van een volledige financiering vanalle kosten door de minister zou Utrecht geen bestuurlijke blokkadeopwerpen, aldus de niet voor misverstand vatbare formulering in eenbrief aan de Kamer Tandheelkunde.

In de faculteitsraad Geneeskunde beklemtoonde decaan Stoofonlangs dat de discussie over tandheelkunde wat hem betreftdefinitief van de baan is. "De noodzakelijke voorfinanciering vanzeker tien miljoen gulden vormt een onoverkomelijk probleem enbovendien hebben Amsterdam, Groningen en Nijmegen inmiddels gretigop de extra plaatsen gereageerd." Amsterdam en Nijmegen krijgen erelk twee plaatsen bij, Groningen mag groeien van 44 tot 60.

Overigens mogen àlle universitaire medische opleidingensamen 205 studenten extra toelaten. Minister Zalm betaalt mee, werdafgelopen paasvakantie bekend. De groei komt vooral ten goede aandiergeneeskunde en aan de drie kleinste opleidingen geneeskunde:Nijmegen, Leiden en Maastricht, die elk zo'n dertig eerstejaarsextra mogen bijschrijven. Bij geneeskunde gaat het aantaleerstejaars in één keer van 1875 naar 2010 omhoog;Utrecht kan groeien van 247 tot 264.

Diergeneeskunde (alleen in Utrecht) gaat van 175 naar 225.

EH