Utrechtse historica krijgt belangrijke prijs

In haar proefschrift laat Kuijpers de keerzijde zien van het rijke Amsterdam in de Gouden Eeuw. Er was daar een grote anonieme, arme massa die grotendeels bestond uit migranten. Zij deden het (ongeschoolde) werk, integreerden niet of nauwelijks en konden geen aanspraak maken op de sociale voorzieningen.

Een vergelijking met nu leert dat in 1650 het percentage migranten bijna tien procent hoger was dan in 2004 (38% in 1650, 29% in 2004). In het begin van de 17e eeuw was zelfs meer dan de helft van de inwoners van Amsterdam in het buitenland geboren. ‘Wat mijn onderzoek vooral laat zien, is dat migratie van alle tijden is en hoort bij grote steden’, aldus Kuijpers. ‘Migranten zijn economisch noodzakelijk, maar ook om een stad cultureel en sociaal te vernieuwen.’

De jaarlijkse Keetje Hodshon Prijs is bedoeld als aanmoediging voor onderzoekers in de geesteswetenschappen. De prijs is vernoemd naar Cornelia Catharina (Keetje) Hodshon, die in 1794 het huidige gebouw van de Maatschappij in Haarlem liet bouwen en tot 1829 de eerste bewoonster ervan was. De prijsuitreiking is in juni.

AH