Verzetsdaden in een digitale tentoonstelling

"Ik heb tien oud-studenten opgespoord van wie ik door de tentoonstelling van vorig jaar al wist dat zij een actieve rol hadden gespeeld in het verzet. Ze zijn voor de camera geïnterviewd. Je ziet echte emoties en dat maakt de verhalen veel persoonlijker dan als je ze zou lezen", vertelt de in 2003 gepensioneerde historicus Frits Broeyer.

Broeyer is redacteur van de webtentoonstelling. Hij zet hiermee het werk voort dat hij deed voor de 'Lustrumcommissie 4 mei'. Deze commissie maakte vorig jaar een tentoonstelling over UU-studenten in het verzet. De tentoonstelling was zo succesvol dat al snel werd gesproken over een digitaal en permanent vervolg. Broeyer besloot gelijk enthousiast de archieven in te duiken. Naast de filmpjes van de geïnterviewden bevat de tentoonstelling veel foto's en andere documenten uit de verzetsperiode.

Rutger Matthijsen, inmiddels 85 jaar, is één van de oud-studenten die heeft meegewerkt aan deze overzichtstentoonstelling. Hij behoorde onder andere tot de groep van vijf studenten die brand stichtten in de studentenadministratie in het Academiegebouw in de nacht van 12 op 13 december 1942. Ze gingen over tot deze daad nadat bekend werd dat de Duitsers 7000 Nederlandse studenten wilden oproepen om voor hen te werken. De verzetsstudenten wisten dat de Duitsers de gegevens van de studentenadministratie nodig hadden om een selectie te kunnen maken en besloten over te gaan tot actie. "Maar ik wil niet dat alle eer naar mij gaat. Eigenlijk ben ik per toeval woordvoerder geworden van deze verzetsdaad. De vier andere oud-studenten zijn inmiddels overleden, maar zij hebben evenveel inzet en moed getoond als ik."

"Die brand", zegt Matthijsen, "was aanvankelijk helemaal niet de bedoeling. We gingen eigenlijk alleen naar het Academiegebouw om te kijken hoe we die belangrijke studentendossiers zouden kunnen vernietigen. Een medestudente, Anne Maclaine Pont, had zich verstopt in het werkhok van de schoonmaakdienst. Toen de conciërge ´s avonds als laatste het gebouw verliet, kon zij ons binnenlaten met de sleutel die in het conciërgehok hing. Toen we eenmaal bij de administratie waren, besloten we spontaan de dossiers maar te verbranden. Heel toevallig had ik nog een pakje lucifers in mijn zak. Er zaten er nog maar vier in. Het kwam goed van pas dat Geert Lubberhuizen en ik allebei Scheikunde studeerden. Daardoor konden we namelijk goed inschatten hoe we alle dossiers in één keer konden verbranden zonder veel lucifers te gebruiken. De gegevens stonden op een soort hard karton wat niet zo goed brandde. We besloten daarom proppen te maken van de dossiers, en deze aan te steken met behulp van dun kopieerpapier wat wél goed brandde. Dat werkte zo goed dat we daarna snel het Academiegebouw uit zijn gevlucht. Gelukkig stond er die nacht een luchtwachtdienst op de Dom die de brand snel in de gaten had. Achteraf heb ik gehoord dat de brandweer binnen een kwartier ter plekke was. Gelukkig maar, anders was misschien het hele Academiegebouw in vlammen op gegaan. Dat was natuurlijk ook niet onze bedoeling geweest!" Uiteindelijk heeft de brand alleen de faculteitskamer van Wis- en Natuurkunde bereikt. Een bronzen beeldje dat half was gesmolten, is het enige dat overbleef na de brand. Dat beeldje staat nu in het Academiegebouw bij een gedenkplaat die vorig jaar is onthuld ter herinnering aan de brand.

Matthijsen kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn verzetsdaden. "Angstig was ik niet, maar natuurlijk moest ik voortdurend goed uitkijken. Op een gegeven moment leer je hoe je je op straat moet gedragen. Zo droeg ik altijd wat oude kleren en zag ik er onverzorgd uit. Ik probeerde me een beetje lummelig te gedragen waardoor soldaten mij minder snel aanhielden. Ook zocht ik nooit oogcontact met soldaten, want dan wist je zeker dat je je moest legitimeren. Het was een onrustige tijd."

Hij vindt dat hij veel geluk heeft gehad tijdens zijn verzetsperiode."Met andere verzetsstrijders is het minder goed afgelopen. Vanaf 1942 tot 1945 heb ik niks kunnen doen aan mijn studie, maar na de bevrijding ben ik meteen weer begonnen en heb ik in 1951 mijn doctoraal gehaald. Ik heb vrij snel weer mijn oude leven opgepakt."

MV

Meer verhalen van oud-studenten zijn vanaf vrijdagavond 4 mei op de website verzet.library.uu.nl te vinden.