Vrede door overleg, respect, naastenliefde en welvaart: 'De grote Jihad is een gevecht met jezelf'
Vrede door overleg, respect, naastenliefde en welvaart: 'Degrote Jihad is een gevecht met jezelf'
Inspiratie
Religie lijkt ook nu weer misbruikt te worden doormachtswellustigen, zegt hoogleraar levende religies en devergelijkende godsdienstwetenschap Ria Kloppenborg. Voor religieuzeverzoening zullen gelovigen zich moeten verdiepen in de eigenpersoonlijke overtuiging: "Wanneer je kijkt naar hunoorspronkelijke inspiratiebronnen dan gaan alle religies uit vanhet principe van naastenliefde. Het doden van de medemens is bijalle geloofsovertuigingen uit den boze. Maar op het moment datreligie in een politieke context wordt geplaatst blijken dergelijkeuitgangspunten er plots niet meer toe te doen.
"Dat soort mechanismen zijn natuurlijk al zo oud als demensheid. De slag om Jericho was ook niet mis. Wat je vaak ziet isdat de tegenstander wordt gedehumaniseerd of gedemoniseerd om dietegenspraak religieuze ethiek versus geweld te legitimeren. Devijanden zijn geen echte mensen, dus die mag je wel doden. Datzagen we bij de nazi's en bijvoorbeeld ook bij de Thaiseboeddhisten voor wie de Cambodjaanse communisten niet meer warendan vee.
"In dat beeld past ook dat religie wordt misbruikt voorpolitieke doelstellingen. Nu zie je weer dat de term Jihad bewustverkeerd wordt genterpreteerd. De 'grote Jihad' staat in deislamitische traditie voor het gevecht met jezelf. De vraag is danjuist: Hoe word ik een beter mens?
"Wanneer we tot religieuze verzoening willen komen dan zullen weop zoek moeten gaan naar zaken die mensen verbinden. En die zittenvooral in de ethiek. We moeten daarom terug naar dieoorspronkelijke inspiratie. Als die ter sprake komt dan herkennenmensen zich opeens in elkaar. Binnen de persoonlijke beleving enervaringen zijn de verschillen klein. Dan is er wel opeens datgevoel van naastenliefde, compassie. medemenselijkheid.
"Dergelijke dialogen worden natuurlijk al eeuwenlang gevoerddoor theologen, maar blijven vaak steken in theoretischebeschouwingen en elitarisme. Alleen in tijden van crises, zoals nu,gaat de massa zich ermee bemoeien en wordt het gesprek aan de basisgevoerd. In Sri Lanka heeft de oorlog tussen Tamils en Singalezeneen dergelijk debat opgeleverd. Religieuze leiders kunnen daarbijduidelijk maken dat de essentie van religie een andere is dan eenlegitimatie van machtsdoelstellingen.
"Interreligieuze bijeenkomsten mogen dan vaak symbolisch zijn;wanneer de persoonlijke ethiek centraal wordt gesteld kunnen ze eenbelangrijke rol spelen bij de totstandkoming van religieuzeverzoening. Her en der zijn al enige aanzetten gegeven. Desamenkomst laatst in de Domkerk was bijvoorbeeld een hele mooie.Maar feit blijft helaas dat religie en macht in de praktijk en ineen historische context vaak moeilijk uit elkaar te trekkenzijn."
Escalatie
Wereldvrede is ver weg, denkt professor Duco Hellema van hetCentrum voor Conflictstudies. Maar als hij toch een scenario moetbedenken om bevolkingsgroepen nader tot elkaar te brengen, dan isdat door de ongelijkheden in de wereld te verminderen en hetterrorisme aan te pakken.
"Als historicus kan ik niet anders dan concluderen dat degewelddadigheden alleen maar zijn toegenomen. De twintigste eeuwwas de meest gewelddadige tot nog toe. Als we vrede willen moet ereen groot aantal problemen en spanningen worden opgelost. Er moetmeer sociale rechtvaardigheid in de wereld komen zodat groepenmensen zich niet meer uitgesloten en achtergesteld voelen. Er moetmeer begrip en uitwisseling tussen culturen en landen komen.Schaarse energiebronnen zoals water moeten eerlijker wordenverdeeld. Daarvoor moeten de rijke landen bereid zijn in televeren. De huidige ontwikkelingshulp komt er nu soms op neer datwat de ene hand geeft, de andere weer terugpakt.
"Om geweld te verminderen moet het moeilijker worden om naar dewapenen te grijpen. Daarom moeten we de wapenproductie en -handel -ook in de westerse wereld - aan banden leggen. Daarnaast zijn ermeer concrete problemen die we best kunnen oplossen. We hoevendaarom niet pessimistisch te zijn. Diplomatiek overleg is van grootbelang. Praten is altijd goed. Het bevordert begrip en respect.Escalatie van problemen kan daarmee worden voorkomen.
"Dat geldt ook voor de huidige situatie. Tegenover de recenteterreuraanslagen past wijze politiek. Amerika heeft het recht om dedaders op te sporen en zich te verweren tegen mogelijke andereterroristische aanvallen. Maar het bestrijden van terreur moet eenzaak van diplomatieke toenadering en van inlichtingen- enveiligheidsdiensten blijven. Militaire escalatie moet wordenvermeden, al mogen de westerse staten niet tot gijzelaar vanterreurgroepen verworden.
"Met politieke en diplomatieke maatregelen kunnen we mindergewelddadige verhoudingen bevorderen, maar wereldvrede is het niet.Als we die al bereiken, zal deze generatie het niet meermeemaken."
Welvaart
Religie is niet de wortel van het kwaad. Economischeongelijkheid wel. Dat zegt Hein Roelfsema, internationaal econoom.Voor hem ligt de sleutel naar wereldvrede in herverdeling van derijkdom. Niet de rijkdom tussen het westen en de derde wereld, maarhet zoeken naar economisch evenwicht n een land. "Economischeongelijkheid geeft voeding aan gevoelens van onvrede die zich uitenin racisme of religieus fundamentalisme.
"Ik ben er absoluut van overtuigd dat als de economischewelvaart beter verdeeld is, er vrede zou zijn. Kijk naar Nederland,hier zijn we zo tolerant omdat onze welvaart zo goed gespreid is.Inkomstenongelijkheid in een land geeft spanningen. Wij zouden dusmeer moeten doen om die inkomstenongelijkheid tegen te gaan. En datkan op verschillende manieren."
"In Islamitische landen is de verdeling van de welvaart vaakvolkomen scheef. Daar zit een groot probleem, want volgens de Islamis iedereen gelijk en dat wordt ook economisch bedoeld.Islamitische partijen, zoals in Indonesie, zijn socialistisch. Ennet als het socialisme zijn er onvrijheidstendensen in de Islam.Wat we kunnen doen is de aspecten van de Islam die gelijkheidbevorderen ondersteunen, maar er tegelijkertijd voor zorgen dat deindividuele vrijheid gehandhaafd blijft.
"Daarbij moeten leiders van Arabische landen die veelal doorwesterse landen worden gesteund, worden overtuigd dat beteresociale zekerheid en meer democratie nodig zijn voor een vreedzamerleven. Belangrijk is dat corruptie, dat vooral voorkomt in dehogere lagen van de samenleving en het leger, wordt aangepakt endat er betere scholing komt.
"We kunnen meer invloed uitoefen op de binnenlandse politiek vandeze landen door aan gegeven ontwikkelingshulp strenge voorwaardente verbinden. Zo moeten we ze vertellen waar ontwikkelingsgeld aanmoet worden uitgeven, ook moeten er bepaalde rechtsregels komen enmoet de bevolking van het land kennisnemen van westerse normen. Datheet neokolonialisme, maar daar ben ik heel erg voor.
"Gevolg van de verschillende maatregelen is dat er eeneconomische ontwikkeling komt waar iedereen baat bij heeft. Waarhet economisch goed gaat in een land, neemt de onvrede tussengroeperingen af en wordt de roep om een democratische regeringgroter. Daarmee neemt de kans op oorlog tussen landen af. Deafgelopen honderd jaar is er tussen twee democratien geen oorloggeweest."
Xander Bronkhorst, Gwenda Knobel