Warme woorden van visitatiecommissie voor Milieuwetenschappen

“Wij weten nu wat klimaatverandering gaat betekenen.” Hoogleraar economie van duurzame ontwikkeling aan de VU Hans Opschoor had het ook laat in de middag nog zichtbaar moeilijk met de tropische omstandigheden, waaronder het bezoek van zijn commissie had plaatsgevonden. Maar minstens even warm als de atmosfeer in zaal 211 waren de waarderende woorden die hij overhad voor de bachelor opleidingen Milieu-natuurwetenschappen en Milieu-maatschappijwetenschappen en de prestigemaster Sustainable Development.

In vrijwel alle opzichten doen de drie opleidingen het volgens de commissie goed tot zeer goed. Lof was er vooral voor de heldere structuur en de strakke regie en voor de grote aandacht voor kwaliteit, getuige onder meer de energie die wordt gestoken in het honours traject. Het was de commissie bovendien opgevallen hoe goed de sfeer is. Ondanks het naast elkaar bestaan van een gamma en een bèta richting in de bachelorfase was Opschoor aangenaam getroffen door het sterke wij-gevoel, zowel bij docenten als bij studenten. Met name het aantal studenten dat zei het in Utrecht zo ‘gezellig’ te vinden, was de commissie opgevallen

Slechts op ondergeschikte punten klonk in de rapportage een kritische noot door. Weliswaar wordt in beide bacheloropleidingen over de disciplinegrenzen heen gekeken, maar het zou geen kwaad kunnen als de gamma bachelor iets meer bèta onderwerpen zou bevatten, aldus de commissie. Dat kan trouwens zonder veel moeite, want de effectieve studielast van studenten ligt nog een behoorlijk stuk onder de dertig uur per week. Die kritiek viel echter in het niet bij het enthousiasme van Opschoor over de bevlogen aanpak in de master en over de internationale ambities van de Utrechtse milieuwetenschappers.

Opvallend in zijn verhaal was dat hij de UU meermalen ten voorbeeld stelde aan de eerder door de commissie bezochte instellingen. Zo zijn de Utrechtse afstudeerscripties vergelijkenderwijs van uitstekende kwaliteit en kunnen andere opleidingen een voorbeeld nemen aan de prima manier waarop de UU zijn milieukunde opleidingen in woord en beeld presenteert. Ook het Utrechtse loopbaanbeleid met zijn relatief grote mogelijkheden voor onderwijscarrières mag wat Opschoor betreft gezien worden.

In zijn dankwoord sprak decaan Bert van der Zwaan van de faculteit Geowetenschappen zijn waardering uit voor het werk van de commissie, al moest hem van het hart dat hij met de kwalificatie ‘gezellig’ van zijn opleiding niet echt gelukkig was. “Studenten die het hier alleen maar gezellig vinden, daar heb ik grote moeite mee”, aldus de ambitieuze decaan. Hij voegde daar echter meteen aan toe zeer blij te zijn met de positieve toon van de rapportage en zei het eindrapport dat al in oktober wordt verwacht, met vertrouwen tegemoet te zien.

EH