'We moeten afzien van benepen eigenbelangen'

ABC. Ongeveer één jaar geleden doken dedrie beginletters van het alfabet voor het eerst op in De Uithoften teken dat er iets broeide in de biomedische hoek. Inmiddelswordt steeds duidelijker dat Utrecht op de drempel staat van eeningrijpende vernieuwingsoperatie in de vijf biomedischefaculteiten. "Maar", zegt prof.dr Hans Vliegenthart, "die operatieheeft alleen kans van slagen als we het lef hebben om op een nieuwemanier te gaan denken."

Vier biochemie-groepen in vier faculteiten die maar heelincidenteel samenwerkten; celbiologen, farmacologen enendocrinologen die nauwelijks wisten wat hun vakgenoten in anderefaculteiten deden. Het bio-medisch onderzoek in Utrecht kenmerktezich tot voor kort door een geweldige versnippering over defaculteiten Biologie, Farmacie, Scheikunde, Geneeskunde enDiergeneeskunde. Gevolg was dat de enorme mogelijkheden voorinterdisciplinair, grensverleggend onderzoek in Utrecht maar zeerten dele werden benut, zoals onder meer de InternationaleVistatiecommissie op het gebied van de immunologie vorig jaarconstateerde.

Het was decaan Gispen van Geneeskunde die in het najaar van 1998de knuppel in het hoenderhok gooide met een voorstel voor eenAcademisch Biomedisch Cluster. In dat ABC moest niet alleen degewenste samenwerking gestalte krijgen, maar moesten ook scherpekwaliteitseisen gesteld worden. Doel was om Utrecht samen metexterne partners zoals het RIVM, TNO, Wageningen en defarmaceutische industrie onder het motto 'Van molecuul tot mens' opde kaart te zetten als hét Nederlandse expertisecentrum op hetterrein van gezondheid en ziekte.

Kort na de zomer publiceerde een werkgroep onder leiding vanchemicus prof.dr. Hans Vliegenthart een rapport waarin devoorstellen voor een ABC staan uitgewerkt. In het stuk staan drieterreinen van onderzoek genoemd waarop biomedisch Utrecht zich moetgaan concentreren. Maar belangrijker dan de keuze vanonderzoeksspeerpunten is voor Vliegenthart de bereidheid vanonderzoekers en managers om op te houden met het krampachtigedenken binnen de traditionele facultaire en disciplinairegrenzen.

Cluster

Vliegenthart: "Weet u wanneer ik dit experiment alsmislukt zalbeschouwen? Als over vijf jaar blijkt dat de in die periodevrijgekomen hoogleraarsposten uitsluitend binnen de huidigefaculteitsgrenzen zijn herbezet. Ik zeg dat niet omdat ik denk datdat zal gebeuren, want het enthousiasme voor een gezamenlijkeaanpak is groot. Ik zeg het alleen om duidelijk te maken wat wijmet het ABC willen.

"Wij streven naar de vorming van een hecht interdisciplinaircluster zonder zwakke plekken. Dat betekent dat er versterking moetkomen op een aantal gebieden die nu in het Utrechtse profiel nogvrijwel ontbreken, zoals bijvoorbeeld biocomputation. Maar gegevenhet feit dat er geen geld bijkomt, kunnen we die witte plekkenalleen inkleuren als we een aantal van de huidige leeropdrachtenschrappen en daar de nieuwe gebieden voor in de plaats zetten. Endat zal waarschijnlijk niet altijd binnen dezelfde faculteitkunnen.

"Neem de afdelingen elektronenmicroscopie van de faculteitenBiologie en Geneeskunde. Dat zijn allebei uitstekende afdelingen,maar toch kun je je afvragen of het geen doublure is dat er binnenéén biomedisch cluster twee gelijksoortige afdelingenzijn. Nu doet zich het feit voor dat Hans Geuze, deGeneeskunde-hoogleraar in kwestie, over anderhalf jaar metemeritaat gaat. Ik vind dat zijn leerstoel dan door de faculteitzou moeten worden vrijgegeven, zodat een onafhankelijke commissievan het ABC kan bezien hoe hij het best kan worden hergebruikt.

"Het is heel goed mogelijk dat dat weer binnen Geneeskundegebeurt. Maar in mijn visie zou het ook mogelijk moeten zijn dat opdat moment wordt geconstateerd dat er in de vijf deelnemendefaculteiten meer behoefte is aan versterking van de expertise inbijvoorbeeld de bio-informatica. Als dat zo is, dan kan dieleerstoel van Geneeskunde op dat moment dus beter naar Biologie ofmisschien wel naar Wiskunde & Informatica worden verplaatst.Zo'n voorstel zal bij Geneeskunde niet met gejuich wordenontvangen, en ik ben de eerste om te roepen dat je hier heelvoorzichtig mee moet omgaan. Maar willen we serieus met deversterking van het biomedisch cluster in Utrecht aan de slag danzullen de deelnemende faculteiten hun facultaire belang op detweede plaats moeten zetten. De testcase voor de levensvatbaarheidvan het ABC zal zijn of faculteiten daartoe bereid zijn."

Universiteitsbreed

Dat geldt zo mogelijk in nog sterkere mate voor definanciële wensen van Vliegenthart. Onlangs hebben de vijfbetrokken decanen afgesproken om jaarlijks 2,5 procent van hunonderzoeksbudget af te zonderen voor gezamenlijke investeringen inhet ABC-kader, met hetverzoek aan het college van bestuur om ookeen bijdrage te leveren. Dat geld - naar schatting een kleine driemiljoen gulden - zal in een fonds worden gestort waaruitvernieuwende, interdisciplinaire onderzoeksprojecten kunnen wordengefinancierd. De eerder genoemde onafhankelijke commissie moet datgeld zonder aanziens des faculteits, als een soort Utrechts NWO,gaan verdelen.

Drie miljoen is een leuk bedrag, vindt Vliegenthart, maar wathem betreft is dit pas een begin. "Ik denk zelf dat we uiteindelijktoe zullen moeten naar een situatie waarin ongeveer twintig procentvan het onderzoeksbudget van de vijf deelnemende faculteiten in datcentrale fonds wordt gestort. Of twintig procent een realistischpercentage is? Ik denk dat het niet anders kan. Ik moet toegevendat voor deze 2,5 procent al flink wat massage nodig is geweest.Het blijkt voor veel mensen toch nog steeds heel moeilijk om overde grenzen van hun eigen organisatie heen te kijken. Het idee datje universiteitsbreed moet denken, ontbreekt hier helaas nogvaak.

"Toch hoop ik dat men vroeg of laat gaat inzien dat we de topalleen kunnen bereiken als we bereid zijn om af te zien van benepeneigenbelangen. Met een flinke hoeveelheid geld en met demogelijkheid om vrijkomende leerstoelen anders in te vullen, kaneen onafhankelijke commissie enorm veel teweeg brengen en deinterdisciplinaire samenwerking serieus stimuleren, zonder dat dehuidige organisatiestructuur van onderzoekscholen hoeft te wordenaangetast."

Met deze laatste toevoeging hoopt Vliegenthart de vrees weg tenemen dat de initiatiefnemers van het ABC één nieuwemammoet-onderzoekschool voor ogen hebben. "Alsjeblieft niet. Wijwillen de diversiteit zoals die er nu is, juist graag behouden. Ikvind dat de huidige onderzoekscholen prima functioneren. Daar gaanwe echt niets aan veranderen. Het enige wat ik wil is dat de zaakwat flexibeler wordt, zodat het onderzoek snel en zonderorganisatorische belemmeringen kan worden bijgestuurd in derichting van gebieden waar zich nieuwe kansen voordoen."

Undergraduate School

Geen grote wijzigingen in de onderzoeksorganistie dus, maar oponderwijsgebied mag er wat Vliegenthart betreft in het ABC-clusterwel het nodige veranderen. "Vanaf 2001 komen er studenten aan dieop het VWO zijn afgestudeerd in een van de vier nieuwe profielen.Een van die profielen is Natuur & Gezondheid en volgens mijmoeten we ons op dat moment in Utrecht ook zo kunnen profileren.Als VWO-leerlingen geen scheikunde meer hebben gehad, weet ik nietof zij nog wel op het ideezullen komen om scheikunde te gaanstuderen.

"Het is duidelijk dat het niet lang meer zal duren of we hebbenin Utrecht een bachelor/master systeem. Als het aan mij ligt,profiteren we daarvan om de bachelorfase van de Utrechtsebiomedische opleidingen onder te brengen in één grootonderwijsinstituut voor het hele ABC. Dat zou een soort biomedischeundergraduate school moeten worden, waar studenten breed instromenom zich geleidelijk te specialiseren in de richting van eenmaster-opleiding. Voor wat het onderzoek betreft zouden diemaster-opleidingen kunnen worden verzorgd in graduate schools,verbonden aan de huidige onderzoekscholen."

Een revolutionaire gedachte en Vliegenthart beaamt dat daarmeede huidige disciplinaire opzet van het onderwijs volledig op zijnkop zal worden gezet. "Je zou dan éénbiomedischeUndergraduate School krijgen die qua opzet lijkt op hetUniversity College, maar dan gericht op een grotere diversiteit aanstudenten en met als voertaal Nederlands. Maar het principe van eenbrede instroom met een geleidelijke specialisatie is hetzelfde. Ikdenk dat deze opzet dan ook in de andere sectoren van deuniversiteit moet worden gekozen, zodat je hier in totaal een stukof vier Undergraduate Schools krijgt. Of de faculteiten dan maarmoeten worden opgeheven? Ach nee, waarom? Als de nieuweconstellatie goed werkt en het blijkt noodzakelijk om de facultaireorganisatiestructuur aan te passen, dan zal dat vanzelf welgebeuren."

Erik Hardeman


Hoofdlijnen

In het advies voor inhoudelijke profilering van het ABC-clusterstelt de werkgroep-Vliegenthart voor om te kiezen voor driehoofdlijnen van onderzoek te weten: hersenen en zenuwstelsel,infectie en immuniteit, groei en oncogenese (de ontwikkeling vankanker). Inmiddels is besloten om ook 'hart en vaten' als hoofdlijnop te nemen. Tegelijkertijd zijn ook werkgroepen actief geweest ophet gebied van de apparatuur, de opleiding van promovendi en devorming van een biomedische waaier in het onderwijs. Op dit momentspreken de decanen van de faculteiten Biologie, Farmacie,Scheikunde, Geneeskunde en Diergeneeskunde over een nadereuitwerking van de door de werkgroepen gedane voorstellen.