wetenschap

Nanomedicijnen

Oorlog en stress

Het bloed van oorlogsveteranen die aan een post-traumatische stresstoornis (ptss) lijden bevat een verhoogde concentratie van de stresshormonen CRH en AVP. Onduidelijk is nog of dit een oorzaak of een gevolg is van de problemen van de betreffende militairen. Dat concludeert Carien de Kloet uit een onderzoek bij militairen die in onder meer Libanon, Cambodja, Rwanda en Afghanistan actief zijn geweest. Drie procent van de teruggekeerde militairen heeft last van een ptss. Zij slapen slecht, herbeleven traumatische gebeurtenissen met enige regelmaat, zijn snel prikkelbaar en reageren als verdoofd op wat om hen heen gebeurt. De Kloet verrichtte het onderzoek, waarop zij woensdag promoveert, in het kader van een project van het Ministerie van Defensie. Dat streeft niet alleen naar een betere behandeling van militairen met ptss, maar ook naar mogelijkheden om uit te zenden militairen te selecteren op stressbestendigheid.

Ruzie

Mannen die ruzie krijgen, praten de zaak uit en klaar is kees; een ruzie tussen vrouwen kan daarentegen lang blijven voortsudderen. Het is de vraag of die volkswijsheid bij mensen wel altijd opgaat, maar hij geldt zeker niet voor makaken. Als twee van die apen namelijk een conflict hebben, wordt dat juist sneller bijgelegd wanneer het om twee vrouwtjes gaat dan wanneer het twee mannetjes betreft. Dat concluderen onderzoekers uit de Verenigde Staten, Engeland en India uit een studie naar het gedrag van een makakenkolonie. Zij ontdekten ook dat twee vrouwtjes die ruzie hebben gehad, elkaar na het conflict veel meer proberen te ontlopen dan twee ruziënde mannetjes. De conclusie van de onderzoekers is dat vrouwtjesmakaken een onderling conflict zo vervelend vinden dat ze er het liefst zo snel mogelijk een eind aan maken door zich met elkaar te verzoenen. Mannetjes zien een stevige ruzie kennelijk minder als een probleem. Net mensen dus, die makaken.