wetenschap

De eigenschappen van een verwijderde 'plaque' aderverkalking vormen een goede indicatie van de kans dat een vernauwing van de halsslagader al kort na de operatie opnieuw optreedt. Dat concluderen de experimenteel cardiologen Pasterkamp en Helling van het UMC Utrecht op basis van een onderzoek bij vijfhonderd patiënten. In het blad JAMA rapporteren zij deze week dat de plaques van patiënten die binnen een jaar opnieuw last kreeg van vaatvernauwing, vetter en vaker ontstoken waren dan die van de andere patiënten. Volgens Pasterkamp bevestigt dit resultaat de bruikbaarheid van weefsel uit de vaatwand voor het voorspellen van hart- en vaatproblemen. Al eerder was gebleken dat de concentratie van een bepaald eiwit in de wand van de halsslagader voorspelt of mensen binnen drie jaar een hersen- of een hartinfarct zullen krijgen. Pasterkamp verwacht op termijn bijna op het niveau van individuele patiënten het risico op hart- en vaatproblemen te kunnen voorspellen.

Nieuws
Uitgave: Uitgave 18
Jaargang: Jaargang 39
on 07/02/2008

Hartinfarct

Astma

Bijna tien procent van de kinderen tussen 7 en 10 jaar oud heeft een lichte vorm van astma zonder dat dat bij de ouders en bij artsen bekend is. Dat concludeert kinderarts René van Gent in het proefschrift 'Undiagnosed asthma in childhood'. Van Gent, die volgende week in Utrecht promoveert, baseert zijn conclusie op een onderzoek bij 1614 schoolkinderen uit Veldhoven en omgeving. Van 81 van hen was bekend dat zij astma hadden, maar bij 130 andere kinderen kwam de aandoening pas aan het licht tijdens het luchtwegonderzoek van Van Gent. Volgens de promovendus is het van groot belang om bij kinderen met luchtwegklachten en een relatief hoog schoolverzuim te onderzoeken of er sprake is van astma. Een goede behandeling dankzij een tijdige diagnose zal zowel een positieve invloed hebben op de kwaliteit van leven van de kinderen als op hun schoolprestaties.

Zwarte schapen

Lange tijd was net voor biologen een mysterie waarom het percentage zwarte schapen op het eiland Hirta voor de Schotse westkust gestaag afneemt. Zij zijn namelijk groter en sterker dan hun lichter gekleurde soortgenoten en in het algemeen wijst dat in de natuur op betere kansen op nageslacht. Onderzoekers van de universiteit van Sheffield hebben nu echter ontdekt dat tegelijk met het gen voor een donkere vacht bij deze schapen ook een gen aan de volgende generatie wordt doorgegeven dat de dieren groter maar hun kans op success bij de voortplanting kleiner maakt. De lichtgekleurde schapen, die dit gen missen, blijven weliswaar klein, maar zijn seksueel aanzienlijk actiever dan hun donkerder broers en zussen, die in dit opzicht dus met recht zwarte schapen mogen heten.