wetenschap

Het recent ingezette beleid om de grote rivieren de ruimte te geven heeft niet geleid tot een gevarieerdere plantengroei in de uiterwaarden. Dat komt volgens de Utrechtse promovendus Martijn Antheunisse niet alleen doordat een aantal planten niet bestand is tegen de regelmatige overstromingen in de vroeger droge uiterwaarden. Een belangrijker reden is de grote hoeveelheid stikstof die via de mest van het voorheen in de uiterwaarden grazende vee in de bodem terecht is gekomen. Die is daardoor zo vruchtbaar dat enkele sterke plantensoorten alle andere soorten verdringen. Voorwaarde voor een grotere soortenrijkdom is het verminderen van de hoeveelheid stikstof in de bodem, stelt Antheunisse, die op 24 januari op zijn onderzoek promoveerde. Regelmatig hooien en het gemaaide gras snel afvoeren is daarvoor lang niet altijd voldoende. De hoeveelheid stikstof is in veel gevallen zo groot dat alleen het verwijderen van de gehele toplaag soelaas kan bieden.

Nieuws
Uitgave: Uitgave 17
Jaargang: Jaargang 38
on 25/01/2007

Bloemrijke uiterwaarden

Research and development

Nederland moet een aantrekkelijker vestigingsland worden voor researchactiviteiten, schrijft de pelijke adviesraad AWT. Het rijk moet een duidelijke langetermijnvisie ontwikkelen en meer investeren in fundamenteel onderzoek. Een constructieve opstelling van het rijk is volgens de AWT noodzakelijk vanwege de toegenomen internationale concurrentie. Nederland zou zich daarbij vooral moeten concentreren op bedrijven en organisaties in zogenoemde 'sleutelgebieden' als de voedingsindustrie en ict. Het advies komt gelijktijdig met een bericht van het ministerie van Economische Zaken. Dat schrijft dat 2006 wat betreft buitenlandse r&d-activiteiten een goed jaar geweest: zij besloegen negen procent van het totale aantal buitenlandse investeringsprojecten in Nederland, tegen vijf procent in 2005. Deze projecten waren goed voor een direct investeringsbedrag van 357 miljoen euro en bijna 2,5 duizend arbeidsplaatsen.

Student-onderzoeker

Net als in Europa zijn in de Verenigde Staten westenwinden dominant. Ongeveer 30.000 jaar geleden woei de wind er echter juist vooral uit het oosten. Dat hebben Amerikaanse onderzoekers uit Dartmouth afgeleid uit een analyse van zuurstof- en waterstofisotopen in eeuwenoude houtresten. Volgens de onderzoekers, die hun bevinding publiceerden in het blad Geology, is het de eerste keer dat de richting van winden uit lang vervlogen tijden kon worden vastgesteld. Zij hopen dat de nieuwe gegevens kunnen bijdragen aan een beter begrip van klimaatveranderingen in de geschiedenis van de aarde. Een bijzondere bijkomstigheid is dat een derdejaars student een van de auteurs van het artikel is. Via een scriptie in het kader van een honorsprogramma zette zij de onderzoekers op het spoor van hun ontdekking.