'Wij laten zien hoe het broeikaseffect in elkaar zit'

<ParaStyle:onderkop>UU-team in de race voor Academische Jaarprijs

"Ik wist niet eens dat ik meedeed tot mijn stagebegeleider tegen me zei: 'oh, tussen twee haakjes, je staat op de lijst voor de Academische Jaarprijs'." Masterstudent Biogeografie Peter Bijl (23) doet voor zijn afstudeerstage onderzoek naar het klimaat van miljoenen jaren geleden. Net als assistent in opleiding bij Biogeologie Lucy Stap (25), die samen met hem in het team van de Universiteit Utrecht zit dat meedingt naar de Academische Jaarprijs van het NRC. Met deze wedstrijd daagt de krant universiteiten uit om hun wetenschap toegankelijk te maken voor een breder publiek. Zeven universiteiten zijn door de voorrondes gekomen. Deze moeten nu hun best doen om een project te maken waarmee ze de harten van een groot publiek en natuurlijk de jury op 6 juni kunnen winnen. De winnaar krijgt honderdduizend euro om het project echt uit te voeren.

Subtropische Noordpool

Het Utrechtse team dat bestaat uit vijf doorgewinterde wetenschappers en evenveel studenten, is samengesteld door geograaf Tine Beneker. "Tine las een paar dagen voor de deadline voor het insturen van het eerste concept van het onderzoek pas over de Academische Jaarprijs en besloot toen dat het leuk was om mee te doen", verklaart Peter zijn aanvankelijke onwetendheid over zijn deelname aan het project. Het onderzoek waarop het Utrechtse team zich baseert, is gedaan door het Darwin Centrum voor Biogeologie waarin het klimaat van 55 miljoen jaar geleden centraal staat. In die tijd was het broeikaseffect veel groter dan het tegenwoordig is en de temperatuur van het water rondom de Noordpool was twintig graden. Fascinerend vindt Peter: "Ik probeer me altijd voor te stellen hoe dat was, toen. Die warme zomers in Nederland van de afgelopen jaren, zijn niks vergeleken met hoe het klimaat toen op de Noordpool was."

De Utrechtse wetenschappers Lucas Lourens, Appy Sluijs en Henk Brinkhuis, die alledrie ook in het team voor de Academische Jaarprijs zitten, onderzochten al eerder hoe het kan dat de temperatuur op de Noordpool zo hoog was. Vermoed wordt dat het vrijkomen van grote hoeveelheden van het broeikasgas methaan uit de zeebodem de oorzaak was. Dit kon het duo - dat werkte in een internationaal team van wetenschappers - concluderen door het ontleden van sedimenten uit de bodem van de Atlantische Oceaan. Daaruit bleek dat er 55 miljoen jaar geleden inderdaad sprake was van een verhoogde toename van kooldioxide, tevens bleek dat er 53 miljoen jaar geleden ook een broeikasperiode optrad. De wetenschappers ontdekten dat die periodes verband hielden met de baan van de aarde om de zon. Op de broeikasmomenten was die baan relatief klein. Daardoor werd het verschil tussen de winters en zomers groter en is het volgens de onderzoekers aannemelijk dat in die warme zomers methaan vrij kon komen uit de zeebodem. Die informatie is van belang om in de toekomst betere klimaatvoorspellingen te doen.

Het project van het UU-team team is ontwikkeld naar aanleiding van dit onderzoek. Aan de hand van een aantal korte filmpjes, lesmateriaal en een website proberen de bedenkers leerlingen uit de bovenbouw van de havo en het vwo wat te leren over klimaatveranderingen en het onderzoek dat in Utrecht gedaan is. Eén van de zes filmpjes gaat specifiek over dit onderzoek en in de andere filmpjes worden het broeikaseffect, geologische tijdschalen en de koolstofcyclus uitgelegd. De filmpjes worden verteld door een enthousiaste, warrige professor en door onderzoeker Marc Cornelissen die de uitleg geeft. Bij de filmpjes wordt lesmateriaal ontworpen en daarin staan ook de ideeën voor experimentjes in de klas. Als lokker heeft het Utrechtse team er ook een prijsvraag aan gehangen. Leerlingen moeten door middel van een filmpje - die ook op de website worden vertoond - laten zien hoe zij denken dat het klimaat in Nederland er over 500 jaar uit zal zien, als er geen maatregelen worden genomen om het broeikaseffect tegen te gaan. De winnaars gaan op expeditie naar Spitsbergen op de Noordpool.

<ParaStyle:tkop>Een proefje als bewijs

Lucy ziet, net als Peter, de Academische Jaarprijs als een mooie verbreding van haar blik: "Normaal ben je alleen met je eigen onderzoekje bezig; dit is een kans om wat verder te kijken." Het samenwerken met gearriveerde onderzoekers zijn deze jonge wetenschappers wel gewend, maar het vertalen van de taaie materie naar behapbare lesstof is nieuw. "Dit is een andere kant van de kennis die je opdoet", vertelt Peter die het mooi vindt om eens te kunnen laten zien hoe wetenschappers aan hun kennis komen. "Mensen vragen zich wel eens af hoe wij kunnen weten dat het klimaat 55 miljoen jaar geleden zo anders was. Met dit project proberen we dat duidelijk te maken." Ook zien beide studenten het project als een goede manier om een beetje bewustwording te kweken bij de leerlingen. Lucy: "Er wordt zoveel onzin geroepen over het broeikaseffect. Wij laten zien hoe het in elkaar zit."

Lucy en Peter hebben zich samen vooral beziggehouden met de ontwikkeling van een proefje dat leerlingen op school kunnen doen. "Miljoenen jaren geleden lag er een heleboel eendenkroos op de Noordpool en er groeiden ook kroosvarens, vertelt Lucy. "Dat is natuurlijk een erg gek idee", vult Peter aan. "Wij willen de kinderen ervan bewust maken dat het klimaat er toen zo anders uitzag." Om de leerlingen daarvan bewust maken hebben de twee jonge wetenschappers een proefje in elkaar gezet waarbij leerlingen moeten onderzoeken met welk zoutgehalte, welke hoeveelheid licht en hoeveel nutriënten een kroosvaren kan overleven. "Door dit te onderzoeken, krijgen de kinderen een beeld van het klimaat op de Noordpool toen de kroosvarens er leefden", verklaart Peter zijn keuze voor dit proefje.

Wetenschappelijk jargon naar middelbare school niveau vertalen, is niet altijd even makkelijk. Lucy illustreert dit aan de hand van een voorbeeld: "Veel literatuur van onze onderzoeken is in het Engels. Als je dat naar het Nederlands vertaalt, zie je soms enorm gekke zinsconstructies ontstaan." Ook het probleem van de wetenschapper die te veel in zijn onderzoek zit en daardoor te weinig afstand ervan kan nemen, speelt een rol. Peter: "Je wil natuurlijk erg veel vertellen over je eigen onderzoek. Maar de vraag is dan: hoe ver ga je? Op een gegeven moment moet je stoppen en zeggen, nu heb ik genoeg verteld."

Om te onderzoeken of de vertaling van het wetenschappelijk naar het middelbaar niveau gelukt is, zijn er ook leerkrachten bij het project betrokken. In een meeting met aardrijkskundeleraren bleek dat zij het project leuk uitgewerkt vonden; ook de audiovisuele aspecten werden geprezen. De hoeveelheid formules was nog wel te afschrikwekkend voor de alfa's van de middelbare school. Het grootste obstakel voor de docenten was dat het niet binnen hun reguliere lesprogramma zou passen. Lucy en Peter erkennen dat probleem: "Leraren hebben natuurlijk een redelijk dichtgetimmerde planning, daarom proberen we ons ook op het nieuwe vak Natuur, leven en Techniek te richten. Daar is nog meer ruimte voor dit soort initiatieven."

Spitsbergen

Lucy en Peter zijn er zeker van dat ze gaan winnen. Ze zijn echter niet de enigen met een project over klimaatonderzoek; twee andere universiteiten kwamen met hetzelfde idee. Dat vindt Lucy niet zo gek: "Toen ik op de middelbare school zat, was zure regen een actueel onderwerp, nu is dat het klimaat. Logisch dat veel universiteiten daarop inspelen." De studenten zien de concurrentie niet als echte concurrentie. Peter: "Wij hebben een vernieuwend project, met veel interactieve middelen. Het visuele materiaal dat de aardrijkskundeleraren nu gebruiken, is erg verouderd. Er is veel behoefte aan nieuwe filmpjes." De geplande expeditie naar Spitsbergen is ook een punt waar de studenten mee hopen te scoren: "Zoiets krijgt lekker veel media-aandacht." De hoeveelheid wetenschappers en expertise in het team ziet Peter ook als een voordeel. "Bovendien", voegt Lucy toe, "is ons voorstel gewoon heel hip, toch?"