Wiskundige aanpak verwoestijning

De woestijn rukt op. Zeventig procent van de droge ecosystemen en zo'n twee miljard mensen dreigen van die ontwikkeling het slachtoffer te worden. Een van de oorzaken van de toenemende verwoestijning is het feit dat herders hun dieren te lang in kwetsbare gebieden laten grazen, waardoor de vegetatie zich er niet kan handhaven. Onduidelijk was echter wanneer een point of no return wordt bereikt.

Een internationaal team van milieukundigen onder leiding van de Utrechtse Sonia Kéfi presenteert deze week in Nature een antwoord op deze vraag. Onderzoek in halfwoestijnen in Marokko, Griekenland en Spanje bracht aan het licht dat er in normale omstandigheden een vaste relatie bestaat tussen het aantal begroeide plekken en hun omvang. Ook als er dieren grazen, blijft die relatie bestaan. Wanneer het gebied echter al te intensief wordt begraasd, gaat de grafiek waarin de relatie wordt beschreven, afwijkingen vertonen.

Op basis van een computermodel dat zij van het verwoestijningsproces maakten, concluderen de onderzoekers dat een dergelijke afwijking een tijdige aankondiging vormt van een proces van woestijnvorming, dat mogelijk onomkeerbaar is. Volgens de Utrechtse VIDI-winnaar Max Rietkerk is de fysieke oorzaak het uiteenvallen van grotere begroeide oppervlakken in meerdere kleinere stukjes.

"Die verandering in de begroeiing vertaalt zich nauwkeurig in de genoemde afwijking in de grafiek. Daarmee hebben we dus een goede en ook door lokale overheden simpel te hanteren indicator in handen voor de dreigende verwoestijning van een gebied. Ze hoeven alleen maar naar de relatie tussen het aantal en de omvang van de begroeide plekken te kijken om te weten of ze de begrazing in een bepaald gebied moeten verbieden."

EH