Wachttijd voor coschap loopt op door coronacrisis, ook in Utrecht

Afbeelding ter illustratie. Foto: Shutterstock

De opleiding Geneeskunde is altijd populair geweest en moet veel studiekiezers afwijzen. Jaarlijks is er door het hele land plek voor zo’n 3.050 eerstejaars. Om uiteindelijk hun master te behalen, moeten deze studenten werkervaring opdoen in een ziekenhuis. Maar vanwege een tekort aan coschapplaatsen kan het soms maanden duren voordat ze daarmee kunnen starten, en door het coronavirus lopen die wachttijden alleen maar op.

Hoe de coschappen precies opgebouwd zijn in de studie, verschilt per universiteit. In Utrecht volgen geneeskundestudenten vijf coschappen: één in de bachelor en vier in de master. Deze duren 12 weken, waarin studenten praktijkervaring opdoen op verschillende afdelingen zowel binnen, als buiten het ziekenhuis. In het laatste jaar van de master loopt de student ook nog een ‘semi-artsstage’ (oudste coschap) van minstens 12 weken. Daarnaast zijn er nog diverse keuzestages die met een coschap ingevuld kunnen worden.

Minder wachttijd in Utrecht
Aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) moeten studenten inmiddels anderhalf jaar wachten op een coschapplaats, schreef de Volkskrant deze zomer. Bij de Vrije Universiteit zou de wachttijd korter zijn. De problemen spelen al langer: de landelijke belangenvereniging De Geneeskundestudent waarschuwde in 2014 al voor de wachttijd. Zeven van de tien geneeskundestudenten moet na de bachelor wachten op een coschapplaats, bleek in 2018 ook uit onderzoek in opdracht van het ministerie van OCW. De wachttijd was toen gemiddeld een half jaar.

In Utrecht hebben geneeskundestudenten gemiddeld gezien een kortere wachttijd dan elders in Nederland. Vóór de coronacrisis was de wachttijd 0 tot 3 maanden, op dit moment wordt gepoogd de wachttijd te beperken tot maximaal een half jaar. “Maar dat kan nog oplopen. Er wordt nu nog gewerkt aan een indeling en we moeten meer studenten indelen dan in eerste instantie leek”, zegt Martine Koppenhol, afdelingshoofd onderwijs in het UMC Utrecht.

Ook zijn er oplossingen bedacht die moeten helpen tegen de lange wachttijd. Zo zijn de toelatingseisen van de keuze- en wetenschapsstage bijvoorbeeld versoepeld. Op die manier kan dit onderwijs naar voren geschoven worden, waardoor de wachttijd wordt opgevuld en geminimaliseerd. “Maar er zijn natuurlijk studenten die alle onderdelen al doorlopen hebben, waardoor ze helaas toch moeten wachten”, aldus Koppenhol.

Goede indruk
Femke van de Zuidwind, voorzitter van De Geneeskundestudent, licht toe dat de wetenschappelijke stage door heel Nederland altijd het eindonderdeel van de master was. “In die drie maanden kon je alvast je gezicht laten zien en een goede indruk achterlaten bij een afdeling waar je graag wilde werken.” Ze vindt het zonde dat het onderdeel nu naar voren geschoven wordt.

Ook de coschappen zelf worden soms ingekort om de doorstroom te bevorderen. De Geneeskundestudent vreest dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs. In Groningen zijn bepaalde verplichte coschappen zelfs afgeschaft. Dat vindt ruim 80 procent van de geneeskundestudenten een slechte zaak, blijkt uit een enquête die de belangenvereniging in 2019 onder de leden heeft uitgezet. Het coronavirus speelde ten tijde van de enquête nog niet, maar de hoge instroom aan geneeskundestudenten en het tekort aan coschapplaatsen al wel.

In Utrecht zijn de coschappen van de masteropleiding niet ingekort, vertelt Koppenhol. Wel is het coschap in de bachelor ingekort tot zes weken fysiek coschap en twee weken online, aangevuld met een reflectieopdracht over hoe de studenten de hele situatie rondom het coronavirus ervaren hebben. “Zo kunnen er meer studenten tegelijk instromen, wat de doorstroom bevordert.”

Volgorde
Voor de studenten die wachten op een coschap heeft de Utrechtse opleiding samen met studenten criteria opgesteld voor wie wanneer aan de beurt is. Hiermee is het indelingsproces maatwerk geworden, zegt Koppenhol. Zo speelt bijvoorbeeld de oorspronkelijke startdatum van het coschap mee. Het kan zijn dat een student vlak voor de lockdown zou beginnen met een coschap, en toen opnieuw in de wacht kwam te staan. “Maar ook persoonlijke omstandigheden spelen mee en eventuele mogelijkheden om nog studieonderdelen naar voren te halen. “

Om de doorstroom te bevorderen, adviseert De Geneeskundestudent ook om sociaal-geneeskundige coschappen te bevorderen. Het gaat dan om werkplekken buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld bij de GGD, in verpleeghuizen of bij jeugd- of bedrijfsartsen. In Utrecht gebeurt dat al voor een deel: daar zijn nu extra coschapplaatsen gecreëerd bij de GGD, die studenten kunnen gebruiken om hun (keuze)coschap in te vullen. “Uiteindelijk word je daar als arts ook nog breder onderlegd van”, zegt Van de Zuidwind.

Compensatieregeling
De lange wachttijd is financieel ook nadelig voor studenten. Wie tijdens de wachttijd ingeschreven blijft vanwege de studielening, ziet de schulden langzaam oplopen. Veel studenten schrijven zich daarom uit, maar het recht op een ov-abonnement, studielening of studentenhuisvesting vervalt dan. Sommige studenten zoeken in de tussentijd naar werk. Maar met alleen een bachelordiploma Geneeskunde op zak blijft het vaak bij een kantoorbaan.

Van de Zuidwind kent veel studiegenoten die nu vrijwilligerswerk in het ziekenhuis doen of bron- en contactonderzoek uitvoeren bij de GGD. “Geneeskundestudenten nemen in crisistijd hun verantwoordelijkheid. Maar de laatste maanden hebben de meesten van ons vrijwel geen onderwijs gehad en wel collegegeld betaald. Daar moet uiteindelijk wel iets tegenover staan.”

De Geneeskundestudent wil daarom met minister Van Engelshoven om de tafel voor een speciale compensatieregeling. “Hopelijk komt daar nog een reactie op”, zegt Van de Zuidwind. “We gaan ons hier in elk geval hard voor maken.”

Advertentie