Op deze universiteit stemt echt niemand op Trump

Het is woensdagavond, ik ben op de Stanford University en heb zojuist met zo’n twintig sociaal wetenschappers gekeken naar het derde en laatste debat tussen Hillary Clinton en Donald Trump. Tijdens het debat was iedereen stil, afgezien van regelmatige uitroepen van verbazing dan wel verontwaardiging  (‘Can jou believe this?!’ ).

Meteen na afloop barst iedereen los. En ze zijn het opvallend eens. Trump heeft zijn lot bezegeld met zijn opmerkelijke voorbehoud om de verkiezingsuitslag bij voorbaat te erkennen. Dat is ook het belangrijkste nieuws volgens CNN. “Breaking News: Trump won’t commit to accepting election results,” staat er tijdens de nabeschouwing continu onderaan het scherm. Mijn collega’s lijken haast opgelucht over deze vermoedelijk fatale fout van Trump. 

Ik denk dat ze gelijk hebben, maar toch… we moeten het nog zien. En wat dat betreft heb ik geluk, ik zit er met mijn neus bovenop. Een jaar lang heb ik namelijk mijn woonplaats Utrecht verruild voor Silicon Valley. Een jaar lang ben ik research fellow aan de Stanford University. En hier check ik bijna ieder uur het laatste verkiezingsnieuws en de peilingen. Net als mijn collega’s trouwens. Velen van hen zijn ronduit verbijsterd over wat er met Trump aan de oppervlakte is gekomen.

Toch was het vanavond minder spannend dan bij het eerste debat, nu ruim drie weken geleden, want inmiddels staat Trump ver achter in de peilingen. Drie weken geleden stonden Trump en Clinton echter bijna gelijk. Iedereen realiseerde zich toen dat het eerste debat wel eens zou kunnen bepalen wie op 8 november gaat winnen. Mijn collega’s waren toen echt zenuwachtig.

Na afloop van dat debat was ook niet meteen duidelijk wie het nu beter had gedaan. Een gespannen collega vroeg mij toen wat ik ervan vond. Zij was zo emotioneel over het hele gebeuren dat ze niet meer objectief kon kijken. Misschien kon dat ik het als buitenlander beter inschatten? Ik zei dat ik vond dat Clinton het best goed had gedaan en dat Trump vaak in de verdediging zat. Dat stelde haar zichtbaar gerust. Toch was niemand zeker van de zaak.

Cruciaal zou zijn hoe media en opiniemakers de komende uren zouden oordelen. De volgende dag werd duidelijk dat zij vrijwel unaniem vonden dat Trump had gefaald. Die maakte het vervolgens nog veel erger door wild om zich heen te slaan. Vanaf dat moment daalde hij snel in de peilingen. Achteraf gezien was dat het keerpunt. Vanavond was meer het uitroepteken.

Terug naar het werk. De komende dagen moet ik een studie afmaken over maatschappelijke tweedelingen. De Verenigde Staten zijn hiervoor een twijfelachtige bron van inspiratie. Zouden aan Nederlandse universiteiten mensen werken die op Wilders stemmen? Of op de VVD? Het eerste misschien en het laatste zeker. Hier is dat anders.

Mijn collega’s zijn allemaal fel anti-Trump. Echt allemaal. De afgelopen weken heb ik een handvol van hen gevraagd of zij dan misschien mensen kennen die op Trump gaan stemmen. Vrijwel zonder uitzondering is het antwoord nee. Ik kom niet verder dan een enkeling die iemand kent die iemand kent die Trump gaat stemmen. Dat gebrek aan politieke pluriformiteit lijkt me toch wel zorgelijk voor een universiteit. Een collega ziet het probleem. Maar hij heeft een idee. Misschien moet ik het eens bij tandheelkunde proberen. Daar zitten misschien wel een paar Trump-stemmers… 

Advertentie