Er wordt nog maar weinig van studenten getolereerd

Naar aanleiding van de gebeurtenissen van vorige week omtrent de UAV, heb ik na enige overpeinzingen toch besloten om deze mail te sturen. Ik ben namelijk, zeker als student Aardwetenschappen, erg geschrokken over hoe de gang van zaken verloopt. In het bericht dat wij als studenten ontvingen van de decaan Piet Hoekstra staat dat ik mijn zorgen kan uiten.

Het is mij niet te doen om uit te leggen hoe het werkelijk zit – dat het enkel gaat om een vieze liedjes wedstrijd tussen de eerstejaars (waarbij de vrouwen even hard meezingen) op een introweekend dat alleen maar draait om de gezelligheid en waar verder studiegerelateerde plaatsen als een grot en veengebied worden bezocht – omdat ik ervan overtuigd ben dat een onafhankelijk onderzoek daar ook tot komt. Het gaat mij om de manier waarop gehandeld is naar aanleiding van een volledig uit de context gegrepen NRC-artikel waarin de UAV wordt afgeschilderd als een uit de hand gelopen studentenorganisatie van het kaliber Vindicat. Juist van het faculteitsbestuur, dat intensief samenwerkt met de studieverenigingen binnen de faculteit, zou moeten doorhebben dat het beeld dat in het artikel geschetst wordt apert onjuist is. Daarbij vind ik het ook opvallend dat er in het Nederlands rechtssysteem het principe ‘onschuldig tot het tegendeel bewezen is’ wordt gehanteerd terwijl de universiteit exact het omgekeerde doet.

Stigmatiserende berichtgeving
Het feit alleen al dat het artikel meldt dat het departement eerst aan de ouders had gemeld “niets te kunnen doen omdat de studievereniging onafhankelijk is” en er vervolgens wel gehandeld is zodra de zangbundel naar de pers gelekt is, wekt bij mij de indruk dat de universiteit het er vooral om te doen is om negatieve publiciteit uit de weg te gaan. Het uitsluiten van academische plechtigheden en opschorten van de financiering van de vereniging is een rigoureuze maatregel die gerechtvaardigd is als er sprake is van verregaande misstanden of er herhaaldelijk in de fout is getreden.

Van beiden is in dit geval allesbehalve sprake. Naast de financiële problemen die het voor de studievereniging teweegbrengt – die er voornamelijk is om studie- en carrièregerichte zaken te bewerkstelligen – draagt deze maatregel alleen maar meer bij aan stigmatiserende berichtgeving over studenten en studentenorganisaties in de media. Ik begrijp dat dergelijke artikelen de universiteit in een lastig parket brengen, maar het lijkt wel alsof de schuld altijd bij ons studenten wordt gelegd en wij er altijd op worden afgestraft.

Niet iedereen vindt hetzelfde grappig
Een universiteit is een erg gevarieerde omgeving met mensen van verschillende achtergronden, opvoedingen en religies vanuit het hele land en de hele wereld. Het is dan ook onmogelijk dat iedereen dezelfde opvattingen, normen en waarden hanteert en het is ook erg ongewenst om hiernaar te streven. Wat de één grappig vindt, kan voor de ander choquerend zijn. Net zozeer is de een fan van cabaretier met platte humor en moet de ander er niks van hebben. Het wordt natuurlijk een ander verhaal wanneer er sprake is van oprechte intimidatie en seksisme, wat hier zeker niet het geval is. Voor mij – en vele anderen – is de veilige omgeving die de decaan Hoekstra in zijn bericht vermeldt, er een waar ik onbezonnen mijn grenzen kan opzoeken en waar ik niet bang hoef te zijn om voor elk onschuldig wissewasje op de vingers te worden getikt. Iedereen voor 100 procent tevreden willen stellen, is dan ook volkomen onhaalbaar en onzinnig. Gelukkig kent Utrecht ontzettend veel studentenorganisaties met elk hun eigen principes en gebruiken, waardoor er voor ieder wat wils is met een eigen veilige omgeving.

Maatschappelijke discussie
Om nog even terug te vallen op de zangbundel, dat is inderdaad hele flauwe en kinderachtige humor. Humor waarvan ik zeker weet dat ik over een aantal jaar denk: moest ik hier nou om lachen? Wij zijn dan ook studenten van voornamelijk tussen de 18 en 22 jaar oud.

Over het algemeen komen wij net uit de beschermde omgeving van onze ouders in een vreemde stad terecht waar we onszelf moeten zien te redden in het zelfstandig wonen, het academische onderwijs en het besef dat wij hierna tot de echte maatschappij zullen toetreden. Een maatschappij die, zo realiseren wij ons maar al te goed, keihard is. Echte volwassenen zijn wij dan ook niet en echte verantwoordelijkheden hebben wij over het algemeen dan ook nog niet gekend.

Er kan dan ook niet van ons verwacht worden dat wij ineens vanaf onze studententijd verstandig en volwassen zijn. Natuurlijk moet elke klacht serieus worden genomen en is een maatschappelijke discussie over wat tegenwoordig wel en niet kan helemaal niet verkeerd, maar is dit niet een te grote inbreuk op de zelfstandigheid van de vereniging en de vrijheid van haar leden?

Daarnaast is het ook zo dat, in de enkele keer dat ik in mijn (studenten)omgeving kennis heb genomen van zaken die veel te ver gaan als discriminatie en intimidatie, er vanuit mijn voltallige omgeving geschrokken en afkeurend gereageerd werd. Seksistisch en ongenuanceerd zijn wij helemaal niet, wij vinden het alleen maar grappig om zulke zaken te brallen juist omdat ze eigenlijk echt niet kunnen.

Gekleurde beeldvorming in Rambam
Het grootste probleem is dat wij door volwassen media worden beoordeeld aan de hand van criteria van de volwassen maatschappij; en juist louter en alleen op de vlakken waarin wij de grenzen opzoeken. Een uitstekend recentelijk voorbeeld is de eenduidige en gekleurde beeldschetsing van het programma Rambam, die de indruk wekt dat het bij studentenverenigingen alleen maar draait om vernedering en het overtreden van de gedragscodes. Overigens hebben meerdere media, waaronder de Volkskrant en nota bene de NRC, behoorlijk wat kritiek over de methodes van Rambam.

Verder wil ik benadrukken dat ik totaal niet actief ben bij de UAV. Ik kom er haast nooit en ik ken er bijna niemand. Ik spreek hier dan ook helemaal niet namens mijn studievereniging maar enkel en alleen vanuit mijn eigen opvattingen. Daarnaast heeft mijn betoog ook niet alleen betrekking op berichtgeving en maatregelen omtrent de UAV, maar studentenorganisaties in het algemeen.

Er wordt steeds minder getolereerd
Dit bericht is dan ook maar voor een klein deel gericht aan de klachtencoördinatie van de faculteit Geowetenschappen en daarom stuur ik het ook door naar onze decaan Piet Hoekstra, de universiteitssraad en rector Bert van der Zwaan omdat het naar mijn mening gaat over principes met betrekking tot de verhoudingen tussen universiteit en student.

Ik ben bang dat studenten alleen maar slechter in het nieuws komen en er steeds minder van ons getolereerd wordt. Ik ben inmiddels derdejaars student en heel veel invloed zal dit alles niet meer op mij hebben. Ik ben in de afgelopen tweeënhalf jaar enorm gegroeid. Juist al mijn ervaringen en gekkigheden in mijn studentenleven hebben enorm bijgedragen aan mijn ontwikkeling als persoon. Ik kan veel beter voor mijzelf opkomen, ben meer bij zaken betrokken, houdt meer rekening met anderen en heb vriendschappen voor het leven gemaakt waarbij wij elkaar altijd door dik en dun zullen steunen. Dit beeld wordt echter nooit naar buiten gebracht omdat het niet sensationeel is en niet verkoopt.

Natuurlijk moeten onderwijsinstellingen studentenorganisaties controleren en duidelijke afspraken maken; als wij niet volwassen genoeg zijn om ons een beetje volwassen te gedragen, zijn we ook niet volwassen genoeg om zo nu en dan volledig uit onszelf optredende misstanden te voorkomen of adequaat aan te pakken. De juiste weg zit ergens in het midden. Ik gun in ieder geval alle huidige en komende studenten dezelfde ervaringen die ik heb mogen meemaken, maar ben bang studenten steeds minder mogen en van hen steeds meer wordt verwacht dat ze zich als volwassen modelburgers gaan gedragen, waardoor ze essentiële persoonlijke ontwikkelingen mislopen.

Tot slot wil ik wel vermelden dat ik uiterst tevreden ben over de manier en kwaliteit van het onderwijs en dat ik met ontzettend veel plezier in Utrecht en aan de UU studeer. Ik hoop daarnaast dat er serieus rekening gehouden wordt met de opvattingen aan de andere kant; ik weet dat ik namens heel veel mensen spreek.

Advertentie