Wanneer de mens is gaan denken laat zich alleen raden. Toch is er ooit in het verre verleden een mens geweest die als eerste een klank verbond aan iets. Vuur, gevaar, het kan van alles zijn. Wie of wat dit was weten we ook niet. De eerste mens die een code bedacht, een klank die wij woord noemen. De code die wij nu taal noemen. De grootste uitvinder ooit. Het was het begin van alle communicatie die wij mensen nu kennen.

De tweede uitvinder was de mens die de gesproken taal ging coderen en het schrift uitvond. Kennis en inzichten konden worden vastgelegd en overgedragen. Ook in dit geval moet er iemand de eerste zijn geweest.

De derde uitvinder was de uitvinder van de codering in cijfers. Tijd en afstand werden geboren.

Drie mensen, drie individuen die een cruciale bijdrage hebben geleverd aan het voortbestaan en de ontwikkeling van de mens.

Neem als vierde de transportmogelijkheden voor de communicatie die ontstonden, dan kan vanuit deze invalshoek de ontwikkeling van de mens verklaard worden.

Coderen, een onophoudelijk proces. Nieuwe ontdekkingen krijgen een naam en daarmee is de nieuwe kennis van deze ontdekkingen overdraagbaar. Alles wat wordt waargenomen wordt gecodeerd en geeft zo een beeld van onszelf en de wereld om ons heen.