Dit is een bericht vanuit mijn standplaats Berlijn, waar ik als geschiedenisstudent van de UU voor een half jaar studeer. Berlijn is een overwegend linkse stad. Bij de laatste verkiezingen haalde het linkse blok (sociaaldemocraten, groenen, socialisten en piraten) bij elkaar 65 procent van de stemmen. Ik betwijfel in een andere Europese hoofdstad zo'n uitslag voor kan komen. Dat de winnende sociaaldemocraten uiteindelijk liever met de christendemocraten willen regeren, is een ander verhaal.

Je hoeft geen verkiezingsuitslag te weten om te zien dat Berlijn met een beetje fantasie de linkse hoofdstad van Europa is. Je merkt het namelijk aan alles. In mijn universiteit bijvoorbeeld zijn de jaren '70 nog niet helemaal over. Waar bij de Utrechtse studentenraadverkiezingen normalerwijs 3 partijen meedoen, zijn er hier zo'n 30, met illustere namen als 'eigenwijze filosofinnen' en 'gay/lesbian/tranny-party'. Veruit de meeste van deze partijtjes (op de 'anti-vegetarische-kantine-partij' na misschien) zijn linksig van karakter. Ook een bekend fenomeen zijn de kleine, door studenten gerunde cafeetjes in de universiteitsgebouwen, waar men biologische koffie en Turkse broden kan kopen. Vaak siert een poster van Che Guevara de muur, en kan men de alternatieve krant TAZ lezen. In het lesprogramma van de universiteit waait ook nog de geest van het hippietijdperk door, gezien het ruime aanbod aan cursussen over gender en postkolonialisme.

Men herkent ze ook op straat: de typische Berlijns-linksige hipsters. Mannen hebben een modieuze baard, laten het haar schuil gaan onder een hoog opgetrokken muts, dragen een lange sjaal en laten hun vest of overhemd het liefst nonchalant open. De broek is meestal van het strakke soort. Ook de hippe vrouwen dragen een muts en sjaal en trekken hun broek of rok hoog op. Andere veel gespotte karakteristieken zijn uiteraard de grote bril, zo truttig mogelijke wollen truien, overhemden voor vrouwen en knalrood gestifte lippen. 

Het epicentrum van links Berlijn is ongetwijfeld het gebied Kreuzberg-Friedrichshain. Er zijn daar weinig cafés waar de wc-deuren niet zijn volgeklad met anti-fascistische leuzen. Bovendien is het in Kreuzberg moeilijk om een McDonald's, Starbucks of andere Amerikaanse winkelketen te vinden: men verzet zich met hand en tand tegen het 'nieuwe imperialisme'. In plaats daarvan zijn er, naar ik schat, zo'n tweehonderd dönerzaken, vijftig shisha-cafés en talloze minimarktjes die 24 uur open zijn. Het valt hier ook op zien dat er verschillende typen links zijn: de studenten waar ik het net over had zijn vaak nog redelijk braaf en ecologisch verantwoord, maar Kreuzberg is ook de thuishaven van de radicalen, voortgekomen uit de punk- en kraakscene. Deze zijn vaak al wat ouder en laten zich vooral kenmerken door een aanzienlijke hoeveelheid piercings, het hebben van een hond, werkloosheid en hun deelname aan de jaarlijkse 1 mei-veldslag met de Berlijnse politie. Zij zijn niet zozeer pro-milieu, maar eerder anti-gevestigde orde. Wat hun betreft blijft Kreuzberg voor altijd een eiland van utopisme, omringd door een geglobaliseerde wereld.

Een noordelijkere wijk, Prenzlauerberg, is eigenlijk een experiment op zichzelf: je kan hier uitvinden wat er gebeurt als linkse types (van het eerste, brave soort) geld gaan verdienen. Deze ontwikkeling blijkt te resulteren in een groot aanbod aan koffiebars, falafeltentjes en kinderspeelplaatsen. Verder wonen hier veel buitenlanders, maar dan vooral Europeanen en Amerikanen, in plaats van de Turken en Oost-Europeanen die in de rest van Berlijn de procentuele dienst uit maken. Verder is biologisch tot een nieuwe religie verheven. Voor de ouderwets-radicalen in Kreuzberg is deze luxe levensstijl een schrikbeeld: zij beweren, met enig recht, dat de komst van welvarende dertigers de huren zozeer doet stijgen dat de meeste gewone mensen het niet meer kunnen betalen, en dat de wijk daardoor minder levendig en spannend wordt. 

Ik weet niet precies hoe ik mij tot links Berlijn moet verhouden. Aan de ene kant identificeer ik mij politiek met de kritiek op ongebreideld kapitalisme, de aandacht voor het milieu en de strijd voor democratie. Ook vind ik dat de hippe Berliners de stad een sfeer van 'coolness' geven die vele andere grote steden missen. Maar aan de andere kant heb ik soms, zoals jullie aan mijn ironische verhaal wellicht hebben kunnen lezen, moeite met het gekneuter wat er vaak bij hoort. Ik hoef niet zo nodig naar een biologische winkel waar je je blauw betaalt aan oneetbaar brood en het systeem van afvalscheiding in achtentachtig verschillende bakken blijft onbegrijpelijk. Ook erger ik me soms aan het gebrek aan realisme bij vele progressieven: globalisering is een feit, de klok valt moeilijk meer terug te draaien en met het ingooien van de ruiten bij een pas geopende Subways los je niets op. Daarnaast vraag ik me elke keer als ik de kop van Guevara op een wand geplakt zie, of men er überhaupt iets van begrepen heeft. Toch maakt de alomtegenwoordige hippie-feel Berlijn wel tot één van de meest relaxte, ongedwongen steden die ik ken. Dat is ook wat waard.