12 Olympic Questions (8): Roderick Weusthof

Topscorer aller tijden van de Nederlandse hockeycompetitie Roderick Weusthof (30) keert in augustus terug naar zijn oude Utrechtse liefde Kampong. Weusthof studeerde in 2010 af in de rechten en speelt in Londen zijn laatste toernooi als international.

Welke muziek luister je straks in Londen op je iPod?
Ik ben niet iemand die continu met dat ding op zijn hoofd zit. Maar ik heb wel zo’n muziekspelertje met boxjes. Die neem ik mee de bus in en dan mag iedereen verzoekjes indienen. Ik ben de dj: zij vragen, ik draai.

Wat is je favoriete tijdverdrijf tussen twee wedstrijden?
Gewoon met de jongens wat ouwehoeren en lol maken in de lobby van het hotel. En toepen. Dat is een niet al te ingewikkeld kaartspel. We spelen meestal om opdrachten. Die zijn vaak behoorlijk flauw. Als we in het vliegtuig kaarten, moet de verliezer bijvoorbeeld een uur de wc bezet houden.

Wat vind jij het meest memorabele Olympische moment?
Voor mij is dat de overwinning op de 100 meter van Usain Bolt in Beijing. Ik kan me nog goed herinneren dat ik die wedstrijd toen met wat jongens van het hockeyteam in het Olympisch dorp op een tv heb gezien. Het speelse gemak waarmee die Bolt van iedereen wegliep … .

In welke andere sport had je ook een Olympische topper willen zijn?
Vroeger heb ik gevoetbald en getennist. Vooral voor tennis had ik wel talent; ik deed mee met bondstrainingen en zo. Uiteindelijk kostte me dat toch te veel tijd en koos ik liever voor een teamsport: hockey. Maar als ik het echt helemaal zelf zou mogen verzinnen dan zou ik net als Usain Bolt graag de Olympische 100 meter lopen. Dat blijft toch het koningsnummer. En je moet ook bedenken dat ik nooit een heel snelle hockeyspeler ben geweest.

Wie is je sportheld?
Helden heb ik niet. Maar ik kan wel echt blij worden van bepaalde sporters. Bolt, Messi, Christiano Ronaldo … . Of in mijn eigen team: Teun de Nooijer. Voor hem heb ik waanzinnig veel respect. Als ik je vertel dat hij in zijn leven langer wel dan niet in het Nederlands team heeft gespeeld, dan zegt dat waarschijnlijk genoeg.

Wat mis je van Utrecht als je in het buitenland bent?
Gewoon de gezelligheid van het knusse centrum. De afgelopen jaren hockeyde ik in Rotterdam, maar ik ben altijd in Utrecht blijven wonen. Sinds kort heb ik een dochter en ontdek ik weer nieuwe kanten van de stad. Even met zijn drietjes de stad in om in een cafeetje te lunchen. Dat is echt genieten.

Wat neem je in ieder geval mee in je bagage naar Londen?
Buiten mijn hockeyspullen, bedoel je? Mijn laptop, denk ik. Ik wil heel graag kunnen skypen met het thuisfront.

Wat moet de UU doen voor topsportende studenten?
De universiteit pretendeert topsportvriendelijk te zijn, maar eerlijk gezegd valt dat tegen. Naar mijn gevoel heb ik net iets te vaak met een briefje in de hand naar een docent moeten lopen, in de hoop dat hij zo welwillend was om mijn tentamen te verzetten. Het zou mooi zijn als de universiteit beginnende studenten die aan topsport doen actief benadert om hen te wijzen op de mogelijkheden die er soms echt wel zijn. Nu is het toch vaak een zoektocht.

Wat kan jou tijdens een wedstrijd uit je concentratie halen?
Als ik veel fouten achter elkaar maak. Dan kan het voorkomen dat ik te veel nadenk en het koppie omlaag gaat. Maar balen en chagrijnig rondlopen op dat veld, daar schiet je natuurlijk niets mee op. Dus dan spreek ik mezelf even toe.

Je wint goud, wat doe je?
Eerst delen in de feestvreugde en elkaar in de armen vliegen. Maar daarna zal ik wel even een stil plekje voor mezelf zoeken om wat dingetjes te overdenken. Met Olympisch goud je carrière als international afsluiten, dat is toch wel het ultieme.

Heb je een bijgeloof?
Meer een gewoonte. Voor elke wedstrijd speel ik de keeper in. Dat doe ik bij mijn club ook. Gewoon omdat het lekker is om alvast een paar ballen op die goal te slaan. Maar het is niet zo dat ik slecht ga spelen als dat een keer niet is gebeurd.

Wat is je levensmotto?
Pfff. Dat weet ik zo niet. Wat denk je van: breek de dag, tik een eitje.

 

Advertentie