De woensdagavond is de woensdagavond
Al hebben alle zesentwintig kamers van het huis een eigen keuken, gekookt wordt er niet. Niet vanavond althans. “We zijn net yuppen,” zegt Martin, “we halen altijd eten.” Maar in tegenstelling tot bij de gemiddelde yup, staat in dit huis aan de St. Janshovenstraat in Wittevrouwen tijdens het eten aangenaam harde muziek op.
Eten halen, dat kan makkelijk met de Biltstraat om de hoek. Terwijl Aart en Martin friet halen, gaat Aart (II) naar de Indiër. Binnen een kwartier staan de patat, kroketten, nasi goreng en de goed gepeperde kip op tafel. Martins tafel, welteverstaan, want een gezamenlijke ruimte is er niet in het grote voormalige pakhuis. Dikke muren, kleine ramen en lange smalle gangen (“met spacecake op zijn ze nog langer”) met hier en daar wat verdwaalde troep, leiden naar zijn kamer op de bovenste verdieping.
Sjeik al-Osama
Er is enige onderverdeling in het huis aan te brengen. “Op de tweede verdieping, daar zitten de mensen van de studentenverenigingen,” zegt Martin, “en er zitten drie Polen in huis, van de huisbaas.” Overlast heeft eigenlijk niemand van elkaar in huis. Aart: “De buurvrouw, die heeft de meeste overlast. Die komt ook wel vaak klagen. Maar ja, het is de ene keer die, en dan weer die. En je kan hier lang staan bellen voor er iemand opendoet. We wonen hier met zijn zesentwintigen, meestal kun je naar eer en geweten antwoorden ‘ik was er niet bij.’” De vorige zomer had de buurvrouw het ‘t zwaarst. Martin: “Toen hadden we de twee parkeerplaatsen voor het huis geclaimd, met van die verbodsborden erop. Dan gingen we daar zitten, nou, dan zit je dus praktisch in haar keuken.”
En voor wie tot nu nog geen medelijden met de buurvrouw had (“beste vrouw hoor, maakt altijd een praatje!”), vertelt Martin dat een huisgenoot haar kat (“Sjeik al-Osama”) vorig jaar permanent naar hun huis probeerde te krijgen. De kat van de buurvrouw overnemen lukte niet, want wie zijn of haar kat uit het pakhuis wil terughalen kan zo naar binnen. De deur zit nooit op slot. “We hebben laatst wel geprobeerd om hem dicht te doen, met een briefje erbij. Maar dat is niet gelukt,” zegt Aart. “Maar,” vervolgt Martin, “er is nooit ingebroken. We hebben alleen een keer een zwerver boven gehad.”
Woensdagavond
Eigenlijk woont Aart (II) niet meer in het huis. Hij heeft er een jaar gewoond, maar ging daarna de wereld over. Tot hij weer vertrekt, woont hij bij zijn zus in Ameide. Maar op woensdag komt hij altijd eten. “Woensdagavond is woensdagavond,” verduidelijken ze. En dat betekent: iedereen komt binnenlopen en eet mee. Huisgenoten, vrienden van huisgenoten, vrienden van vrienden, het maakt niet echt uit. Tijs komt later met Thais binnengelopen, en ook Bjorn voegt zich er even later bij. De Indische kip is heet, maar het Thaise eten van Tijs is heter. “Als het te heet is moet je droge rijst eten,” zegt hij. “Ik had dat een keer in een restaurant, en het hielp. Maar voor mijn dat vertelden lieten ze me eerst mooi een tijdje zweten.” Dan valt het Aart (II) op dat Tijs het nu ook zwaar heeft met zijn Thaise maaltijd: “Hij zit te zweten jongen!”
Omdat het woensdagavond is, blijft iedereen hangen na het eten. Er wordt gerookt, of er wordt overwogen te gaan roken. Aart opent het pakje een keer of wat, maar steekt er geen op. “Nee, dan begin ik weer.” En er is muziek, veel muziek. De Staat, The Doors, maar ook Kitty, Daisy & Lewis. Vooral de akoestische uitvoering van The Pretender die Dave Grohl op Pinkpop liet horen maakt veel indruk in het huis. Als de voorman van de Foo Fighters inzet met “Keep you in the dark” begint de rest van de avond.