‘Bijbaan heeft geen invloed op studieprestaties’
Door het verdwijnen van de basisbeurs lijkt het voor studenten vanzelfsprekend om naast de studie een bijbaan te hebben. Maar, zo wordt vaak gezegd, een bijbaan leidt tot meer stress en mindere studieprestaties. “Meerdere Angelsaksische onderzoeken wijzen dat namelijk uit”, verklaart docent Pierre Cavalini van Sociale & Organisatiepsychologie die de studenten begeleidde. En volgens meerdere arbeidspsychologische theorieën leidt dubbele belasting - een combinatie van studie en bijbaan - tot stress en een mindere gezondheid.
Niets van dit alles blijkt uit het Utrechtse onderzoek van de studenten. “Blijkbaar weten Nederlandse studenten precies wat ze aankunnen”, aldus de docent. Studenten met en zonder bijbaan tonen geen verschil in gerapporteerde tentamencijfers, behaalde studiepunten of studieachterstand.
Ook is er geen onderscheid tussen de omvang van de bijbaan en de studieprestatievariabelen. Zelfs de diehard werkers, studenten die meer dan 16 uur per week bijbeunen (12 procent), doen het niet slechter en rapporteren niet meer stress of drukte.
Verder blijkt uit het onderzoek niet dat studenten die leenangst hebben of bang zijn voor een hoge studieschuld een grotere bijbaan kiezen.
Wat vooral bepaalt of studenten goede studieresultaten hebben, zit hem in timemanagementvaardigheden van de student en de sociale steun die ze krijgen van vrienden en studiegenoten. Dat staat los van een bijbaan.
Studiegeralateerde bijbaan
Studenten krijgen vaak te horen dat ze beter een studiegerelateerde bijbaan kunnen kiezen. Maar uit het onderzoek bleek niet dat een zo’n bijbaan tot betere studieprestaties leidt.
Arjen van Vliet, afdelingshoofd Studentenbegeleiding en hoofd van UU Career Services, reageert daarop: “Het was mooi geweest als zo’n bijbaan wel invloed had, maar ik ben niet verbaasd. De inhoud van je bijbaan moet maar net overeenkomen met de materie die in een blok behandeld wordt.”
Wel benadrukt hij dat een studiegerelateerde bijbaan wel degelijk positieve invloed heeft, maar dan na de studie. “Een rechtenstudent die vijf jaar in een café heeft gewerkt, heeft minder kans op een baan dan een studiegenoot die drie jaar in dat café werkte én twee jaar in een advocatenkantoor.”
Tijd genoeg voor een bijbaan
De onderzoekers legden een rijk databestand aan. Zo is het ook aardig om te weten dat het maandinkomen van de studenten gemiddeld 1015 euro is: 300 euro stufi, 270 euro van ouders, 390 euro aan lening en 350 euro uit een bijbaan.
Wekelijks hebben studenten 12,4 contacturen en besteden ze buiten de tentamenperiode 15 uur aan zelfstudie. Daar moet je wel de kanttekening bij maken dat de verschillen tussen studenten fors zijn. Studenten (dier)geneeskunde besteden met 21 uur per week de meeste tijd aan hun studie. Tel bij een studiewerkweek van 26,7 uur de bijbaan op en je komt op een bijna 40-urige werkweek.
Cavalini: “Blijkbaar is er ruimte voor een bijbaan. Toen in de jaren tachtig de studiebeurs werd ingevoerd, ging men uit van studies die ingericht werden als 40-urige werkweek. Maar dat is nu niet de realiteit.”
Studenten gaven zelf hun studieprestaties aan
Van de vijfhonderd deelnemende studenten waren vrouwen overigens in de meerderheid: 68 procent. Deelnemers zijn geworven via het digitaal sociale netwerk van de studentonderzoekers. Bijna de helft van de ondervraagde studenten woont in Utrecht, maar ook uit Amsterdam en Groningen deden studenten mee.
Van de ondervraagden studeert 40 procent aan de Faculteit Sociale Wetenschappen, 74 procent van de studenten heeft een bijbaan en een bijbaan beslaat gemiddeld 10,7 uur per week met een netto uurloon van 9,60 euro.
Alle deelnemers konden zelf hun studieprestaties aan de onderzoekers doorgeven. Daarmee is er een valkuil, want studenten zouden hun prestaties beter kunnen voordoen dan ze zijn.
Cavalini beaamt dat. “Je zou het liefst cijfers van de studentadministratie krijgen, maar vanwege privacy is dat een tijdrovend proces.”
Ook lijkt een longitudinaal onderzoek het meest geschikt voor dit vraagstuk, waarbij je de prestaties van dezelfde student kunt volgen in een periode zonder én in een periode met bijbaan. Want wie zegt dat de ondervraagde studenten met bijbaan niet veel beter hadden kunnen presteren als ze die bijbaan niet hadden gehad? Niemand is hetzelfde.
Volgens Cavalini kunnen persoonlijkheidsfactoren ook een rol spelen en maken ze onderzoeksvraagstukken als dit complex. Toch denkt hij dat er mede door de grootte van de steekproef een zeer aannemelijke en relevante conclusie ligt.
Met het verdwijnen van de basisbeurs is het de vraag wat de effecten zijn. Cavalini: “Zullen studenten meer gaan lenen of nog vaker een bijbaan nemen? En gaat dat dan wél ten koste van hun studie-uren en/of prestatie? Dat is een nader te onderzoeken kwestie.”