‘Het verdriet blijft, maar elke traan is voor een mooie herinnering’

Foto: Pixabay

Student zijn heeft voor mij altijd een bepaalde betekenis gehad. Je gaat op kamers, woont veel feestjes bij en ontmoet nieuwe mensen. Maar dat kan ook heel anders lopen. Dit ondervond ik toen ik eerst lange tijd mantelzorger was en daarna een rouwende student omdat mijn vader overleed.

Mijn vader is een groot deel van mijn leven ziek geweest. Dat begon al toen ik acht was. Eerst moest mijn vader naar het ziekenhuis voor hartfalen. Daarna ging het een paar jaar goed, totdat er suikerziekte bij hem werd vastgesteld. Dit was ook het begin van mijn rol als mantelzorger. Ik lette constant op hem en zijn gezondheid, vooral omdat hij opeens een hyper of een hypo kon krijgen waar ik dan nodig was om hem te helpen.

Voorrouw
De taak als mantelzorger werd uitgebreid nadat mijn vader een beroerte had gehad. Mijn moeder kwam thuis van de supermarkt met mijn vader in deze toestand naast haar in de auto. Voor mij betekende dit dat ik voortdurend bezig was om mijn vader op de been te houden en te zorgen dat hij kon blijven genieten van het leven.

Achteraf herken ik in deze tijd het proces van “voorrouw” zoals dat wordt genoemd in het artikel ‘Rouwen past niet in het leven van een twintiger’ waarin Jane Singer schrijft over de dood van haar vader naar aanleiding van het boek van Lisanne Sadelhoff die haar moeder op jonge leeftijd verloor. Ook zij constateren dat het afscheid nemen eigenlijk al veel eerder begint en dat het intense verdriet om de persoon die je kwijtraakt een gebroken hart wordt omdat die persoon dan definitief weg is.

Reanimeren
Bij mijn vader ging het na de beroerte weer een tijdje beter. Het genieten kwam gelukkig weer en hij voelde zich beter. Tot hij eind december vorig jaar een epileptisch insult kreeg. Ik belde met de alarmcentrale en kreeg instructie om te reanimeren. Dat was een heftige ervaring en zorgde ervoor dat ik een trauma kreeg. De knop ging om. Na het hartfalen, de suikerziekte en de beroerte was ik gewoon doorgegaan. Ik voelde dat dit moest om mijn vader te kunnen helpen. Na het insult en het trauma van het reanimeren was dit alleen niet meer mogelijk. Ik besefte dat ik hulp moest inschakelen van de praktijkondersteuning van de huisarts. Daarnaast zocht ik contact met de studieadviseur omdat ik bang was dat dit trauma en de druk van de mantelzorg een slechte invloed zou hebben op mijn studie. Tot dan toe was ik altijd enthousiast geweest over mijn studie en werkte ook hard om alles op tijd te doen en goede cijfers te halen.

De eerste afspraak met de praktijkondersteuning was 27 januari en de dag daarna kwam er nog een trauma bij. De dag na mijn eerste afspraak, 28 januari, wilde mijn vader op de fiets medicijnen halen bij de huisarts en is hier niet meer van thuis gekomen. Mijn vader had een hartinfarct gekregen en was van de fiets gevallen. Hij was bijna thuis, maar hij heeft het niet gehaald. In het ziekenhuis hebben ze hem geprobeerd te reanimeren en te dotteren, maar een paar uur later overleed hij alsnog. Hierna begon mijn leven als rouwende student volledig.

Trauma verwerken
Hier begon de lange weg van de rouw waarin ik mijn trauma’s moest gaan verwerken en het intense verdriet ging ervaren. Ondanks de rouw moest ik doorgaan met het leven. De dag na de begrafenis begon blok drie en was er dus opeens lesstof die om mijn aandacht smeekte. Ik wist al vrij snel dat ik blok drie wel wilde beginnen, want ik wilde studievertraging koste wat kost voorkomen. Gelukkig kon ik blok drie vanuit huis volgen, omdat ik mezelf er niet toe kon zetten naar het station te rijden en in de trein te stappen naar de universiteit. Naast het niet naar de universiteit kunnen door mijn mentale gezondheid was mijn kijk op de studie ook compleet veranderd. Mijn enthousiast sloeg om en ik werd zelfs erg negatief. Door alles wat ik al die jaren en vooral in december, januari en februari had meegemaakt, voelde mijn studie als niets. Het voelde niet meer belangrijk, puur omdat de persoon die bij mijn toekomst hoorde opeens was weggevaagd uit mijn leven. Het “waar doe ik het voor” gevoel was groot en dit bleef ook lang hangen. Het ging zo ver dat er gedachten door mijn hoofd spookten over of ik überhaupt mijn studie af wilde maken of dat ik toch maar liever een half jaar lang in bed wilde huilen en de studievertraging zou accepteren.

Het contact met zowel de praktijkondersteuning als de studieadviseur werd hierdoor nog intenser. Het was fijn om mijn problemen te kunnen bespreken en te kunnen overleggen wat handig was. De praktijkondersteuning leerde mij meer over mijn persoonlijkheid en mijn omgang met de rouw, wat de studieadviseur en ik dan in de praktijk konden toepassen op mijn studie.

Verantwoordelijk
Vanaf het begin van de rouw zijn mijn moeder en ik samen geweest en dat is wel heel fijn nu. We praten veel en verwerken samen de gebeurtenissen die we hebben meegemaakt. Ik woonde vanaf de start van mijn studie al thuis en we hebben samen al deze ervaringen doorstaan, waardoor de band met mijn moeder erg goed is. Mijn vaders zwakke gezondheid is ook deels de reden waarom ik thuis ben blijven wonen in mijn studententijd. Ik wilde mijn moeder niet alleen opzadelen met alle zorg voor mijn vader en zijn gezondheid en voelde daardoor een verantwoordelijkheid om bij hen te blijven om ze zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen. Terugkijkend op alles ben ik daar ook blij om omdat ik mijn vader wel alle jaren volledig mee heb kunnen maken.

Hoe verder ik kwam in de rouw, hoe meer ik het positieve weer begon te zien. Mijn studie zag ik als het doel van de dag. Ik zat verder toch thuis en wilde vrij weinig. Alle hobby’s die ik eerst had zoals lezen en gamen brachten mij geen geluk meer en gezellig met wat vrienden zitten was te veel gevraagd voor mij. Ik stortte me daarom geheel op de opdrachten die voor mijn studie gedaan moesten worden. Dit vond ik fijn. Het zorgde voor afleiding. Ik hoefde dan even niet te denken aan mijn overleden vader, maar kon mij focussen op een concreet doel zoals een essay schrijven of een artikel lezen.

Studiegenoten
Wat lastig bleef voor mij was het contact met leeftijdsgenoten en studiegenoten. Ik voelde me geen deel meer van de wereld. Mijn kijk op de omgeving was compleet veranderd door deze grote gebeurtenissen. Ik had het idee dat ik niemand meer begreep en dat zij mij ook niet meer konden begrijpen.

Deze kloof tussen rouwende studenten en andere studenten was ook beschreven door Jane in haar artikel en ik herkende me hier erg in. De kloof maakte het lastig om af te spreken met mensen en ze onder ogen te komen. Ook vond ik het moeilijk om in blok vier opeens weer online lessen te volgen. Doordat ik weer onder de studiegenoten was, werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Zij deden wat een student zou moeten doen en voelden wat een student zou moeten voelen, maar ik had dat niet. Contact maken met studiegenoten bleef daardoor lastig. Zij stonden heel anders in het leven en dat creëerde een afstand tussen ons. Het gevoel “laat mij maar” was sterk. Ik wilde wat zij hadden. Ik wilde een normale student zijn.

Inmiddels is het 4,5 maand geleden dat ik mijn vader verloor en nog steeds is het niet makkelijk. Ik heb nog veel last van stress en paniekaanvallen en ben nog vaak somber. Het is een gevecht om met de rouw en het verdriet te leren omgaan tijdens je studententijd. Langzaam maar zeker heb ik het gevoel dat de rouw en ik elkaar beginnen te begrijpen. Ik weet steeds beter wat wel en wat niet kan en wanneer dingen gaan en wanneer dingen niet gaan.

College volgen is nog lastig en concentreren kost veel energie, maar het is al beter dan het was. De praktijkondersteuning en studieadviseur hebben mij hiermee intens geholpen en ik weet zeker dat ze dat in de toekomst ook nog gaan doen. Het kunnen bespreken van mijn problemen en angsten is erg fijn en doet me goed.

Voor andere rouwende studenten of studenten die mantelzorger zijn zoals ik was: je kan dit en het wordt beter. Het klinkt zo makkelijk, maar ik weet als geen ander dat het niet zo is. Ik geloofde het eerst ook niet. Hoe kan ik nou mijn leven voortzetten zonder mijn vader? Hoe moet ik nou weer gaan genieten? Het einde van de rouw is nog niet in zicht, maar elke keer zijn er weer dingen die beter gaan, deels door vertrouwen in mezelf en deels door hulp van de praktijkondersteuning en studieadviseur. Het verdriet blijft, maar elke traan is voor een mooie herinnering. Het is fijn om te merken dat het lukt om door te gaan ondanks alles. Het is immers niet voor niets dat mensen dit nog altijd zeggen: What does not kill you makes you stronger.

Advertentie