‘Netjes aangekleed achter je laptop en actief meedoen, alsjeblieft’
"Op dit moment zitten docenten heel vaak tegen een zwart scherm te praten omdat studenten hun camera hebben uitgezet”, merkte rector Henk Kummeling op in een gesprek met DUB. Zo gaat de lol van het college geven er snel vanaf, wilde hij maar zeggen. “Docenten krijgen geen enkele respons en weten niet of hun verhaal overkomt."
Een exclusief online-probleem is ‘de stille werkgroep’ natuurlijk niet. In het verleden deden docenten op DUB ook hun beklag over studenten die tijdens ‘fysieke’ colleges hun mond niet open deden. Maar je kunt je voorstellen dat het voor studenten net iets enger is om plots frontaal in alle kamers van hun mede-studenten te verschijnen dan terloops even iets te vragen of op te merken in een collegezaal.
Alle aanleiding dus om eens na te denken over hoe het online contact tussen docenten en studenten kan verbeteren. UU-onderwijsspecialisten doen dat al enige tijd. Zij komen na de zomer met een handreiking, een soort online etiquette met do’s en don’ts. Wat daarin komt te staan, is nog onbekend. We vroegen daarom de leden van ons panel wat hún tips zouden zijn.
Tips voor studenten:
“Doe je webcam tijdens hoor- en werkcolleges aan!”, zegt student Sociale Geografie en Planologie Marte Vroom. Verder is ze overduidelijk een voorstander van de georganiseerde aanpak: “Zorg ervoor dat je, net zoals bij een hoor- of werkcollege, netjes bent aangekleed en dat je niet op bed ligt met je laptop, maar aan een tafel of bureau zit.”
En als je dan toch online college volgt, doen dan lekker actief mee, zegt Marte: “Probeer het maximale uit je contacturen te halen: stel dus vragen.” Ook student Pedagogische Wetenschappen Djoeke Wijbenga geeft deze tip. “Niks vervelender dan naar beneden staren richting je telefoon en wachten tot andere studenten reageren op vragen voordat je zelf initiatief neemt.”
Interactie met elkaar is bovendien een groot goed in tijden waarin het gemakkelijk is om als student te vereenzamen, denkt Ingrid Weerts, masterstudent Media Technology in Leiden en bijvakstudent in Utrecht. Ze wijst op de positieve effecten van whatsappgroepen, teamopdrachten, blackboardwiki’s en digitale quizzen. “Of start als student zelf een studiegroep, waarbij studenten achter hun webcam stil aan het studeren zijn: een soort UB-simulatie dus.”
Maar áls je dan in de actieve modus schiet en iets inbrengt in een chat, vraag je dan even af of je bijdrage constructief is. Dat is het advies van docent Filosofie Floris van den Berg. “Toen ik mijn studenten liet reflecteren op hun eigen input, nam de kwaliteit significant toe en bleven de melige opmerkingen uit. Het lijkt wel of studenten dat expliciet geleerd moet worden. Goed plan dus, een etiquette voor online college.”
Als zo’n nieuwe etiquette maar niet neerkomt op regeltjes die gecontroleerd moeten worden, waarschuwt docent Onderwijswetenschappen Casper Hulshof. Dus geen verplíchting om de webcam aan te zetten wat hem betreft: Actieve aanwezigheid als eis lijkt hem voldoende. “Die zou je in een normale werkgroep ook hanteren.”
Tips voor docenten:
De tips van de leden van het DUB-panel voor docenten komen grofweg neer op maar één gouden stelregel: gij zult bevorderen dat studenten zich betrokken voelen. Ingrid Weerts mailt: “De ene docent leest anderhalf uur lang met een monotone stem slides voor (we noemen dit even "het horrorscenario"), de ander zoekt actief naar methodes om studenten te laten participeren. Zulke verschillen houd je natuurlijk altijd. Toch heeft het ook tijdens een regulier hoorcollege zin om de interactie aan te gaan, anders liggen de afleidingen in de eigen omgeving van de studenten al snel op de loer.”
“Ik kan me er bijna geen voorstelling van maken hoe lastig het is om 1,5 uur lang te praten tegen een computerscherm zonder enige interactie van de studenten”, stelt student Djoeke Wijbenga. “Het is begrijpelijk dat studenten dan ook merken dat het enthousiasme van een docent een stuk minder overkomt dan in de collegezaal.” Toch blijft ook zij docenten aanmoedigen. “Colleges zijn makkelijker en leuker als de docent duidelijk passie en interesse toont voor het eigen onderwerp.”
Student Marte Vroom vraagt om meer ‘live’ hoor- en werkcolleges. Studenten hebben die vaste momenten volgens haar nodig. Alleen maar zelfstandig aan een grote opdracht werken, verkleint de betrokkenheid bij een cursus. “Alsjeblieft: stop dus niet met het geven van colleges na de helft van het blok.”
Onderwijswetenschapper Casper Hulshof weet niet of hoorcolleges per se ‘live’ moeten. “De fout die sommige docenten maken is dat ze een online hoorcollege als een ‘normaal’ hoorcollege beschouwen. Beschouw het liever als een serie vlogs. Dus: aansprekende video’s van 10 tot 15 minuten.”
Voor het lastige vraagstuk ‘hoe krijg ik meer interactie in de werkgroepen?’ heeft hij een praktische oplossing: “Volgens mij moet je het soms wat schoolser dan anders aanpakken, door actief de beurt aan iemand te geven, bijvoorbeeld. Aangezien je in Teams een keurige namenlijst in beeld hebt, werkt dat op zich prima.”
Filosofiedocent Van den Berg put eveneens uit zijn eigen ervaringen van de afgelopen maanden. Zo probeerde hij voor aanvang van de colleges al wat te chatten met studenten (“alsof het een praatje is in een collegezaal”). Ook organiseerde hij tijdens zijn laatste college een Philosophy Café. Studenten werd gevraagd hun camera aan te zetten en te reageren op stellingen. Het tentamen werd een groepsopdracht waarbij studenten in zes uur samen een essay moesten schrijven.
Met een feedbackgroep van studenten overlegde Van den Berg wekelijks over de bevindingen. “De omschakeling naar online college geven, heeft mij een impuls gegeven om mijn onderwijs te innoveren en die vernieuwingen bevallen goed.”
Volgens masterstudent Ingrid Weerts is dat sowieso een mooie tip voor docenten én studenten: evalueer tussentijds de cursussen. “Want laten we eerlijk zijn: we zijn het wiel nu pas aan het uitvinden en we kunnen van niemand dat dat in één keer perfect gebeurt.”