‘Wij kijken naar het spel, niet naar de kontjes’

Wie hun favoriete speler is? “Van der Wiel’, zegt Maartje beslist, “die kan nog veel beter worden dan hij nu al is.” Florentine kijkt bedenkelijk. “Ik vind Elia eigenlijk ook heel goed.” Robben? Nee, die is haar te arrogant.

Even later blijkt pas echt hoe deskundige de dames zijn. “Ik weet een goeie”, zegt Florentine met een bloedserieus gezicht, ‘ze moeten niet met Van der Vaart en Sneijder in één elftal spelen. Die lopen elkaar alleen maar in de weg.” Om er onder luid gegrinnik aan toe te voegen: “zegt Lucas.”

Lekkere dingen
Kijken naar lekkere dingen? Nee, dat doen de dames van ICU 2010 niet. “Wij kijken naar het spel, niet maar de kontjes.” Maar daar denken hun clubgenootjes soms heel anders over. Claudia: “Laatst werd ik gebeld: ‘Joh, zet meteen de TV aan, die nummer acht moet je echt even bekijken.”

Maartje is de meest fanatieke van het stel, daarover zijn de andere vijf ICU-leden het roerend eens. “Als we samen voetbal kijken en je zit per ongeluk naast Maartje, dan is je arm na de wedstrijd helemaal bont en blauw geknepen”, weet Marijke inmiddels.

Mexico
ICU 2010 was een van de eerste teams die zich aanmeldden voor de DUB WK-pool. Erg lekker loopt het nog niet (ze staan vandaag op een gedeelde 24e plaats), maar ze weten zeker dat dat gaat veranderen als landen als Spanje en Argentinië eenmaal op stoom raken. Hun keuze is min of meer een gok geweest. Alleen Mexico was een zekerheidje: “Daar zijn drie van ons met vakantie geweest.”

Hoewel ze ervan overtuigd zijn dat Nederland wereldkampioen wordt, komt Oranje niet voor op hun lijst met favorieten. “Dat hebben we expres gedaan”, legt Anne uit. “Als Nederland per ongeluk geen wereldkampioen wordt, hebben we toch nog kans om iets te winnen.”

Huldiging
Maar voorlopig gaan ze daar niet van uit. Hoewel de voorbereidingen voor de UIT dag en nacht doorgaan, is de dag van de huldiging van de nieuwe wereldkampioen nu al vrij gepland. Marijke woont in Amsterdam aan de Prinsengracht en de boottocht door de grachten, als die er al komt, nee, die zouden ze voor geen goud willen missen.”

EH