Roep om betere gesprekken over beladen thema’s

Actievoerder stapt op tijdens UU-dialoog. Wat nu?

Screenshot uit UU video Dialoog vraagstukken situatie Gaza en Israël
Screenshot uit UU video 'Dialoog vraagstukken situatie Gaza en Israël'

Een lege stoel. Het was een veelzeggend beeld voor de iets meer dan tweehonderd studenten en medewerkers die op 12 juli de universitaire dialoog over Gaza en Israël volgden via de livestream of later via YouTube terugkeken. 

Rechtenstudent Itai van de Wal, vertegenwoordiger van de studentenbeweging UU Encampment, had het zaaltje in het Bestuursgebouw verlaten na het afleggen van een verklaring. Daarin had hij de insteek en vorm van de bijeenkomst afgedaan als “niet respectvol” naar de Palestijnse bevolking in Gaza. 

Gespreksleider Bald de Vries moest zich even herpakken na de aftocht van Van de Wal. Hij voelde zich “gepiepeld”. Ook de twaalf andere deelnemers aan het gesprek, drie studenten, zes medewerkers en drie bestuurderswaren leken verrast.

Onvrede over opzet dialoog
Na de moeizame totstandkoming van de bijeenkomst, hadden velen gehoopt op iets van toenadering of in ieder geval een eerste publieke uitwisseling van ideeën en standpunten. Maar een goed gesprek tussen het UU-bestuur en de studenten die eisen dat de UU de banden met Israëlische universiteiten verbreekt, kwam er dus niet. 

Eerder hadden UU-medewerkers van Staff for Palestine al besloten helemaal niet te komen. Zij kondigden een eigen “UU-community”-bijeenkomst aan. 

Net als de medewerkers in hun afwijzingsbrief hekelde Van de Wal in zijn statement de dialoogvorm waarvoor de UU koos. De actievoerders hadden volgens hem de eerste stap gezet naar een gesprek en gevraagd om een bijeenkomst waarbij publiek ‘live’ aanwezig kon zijn en waarbij actievoerders en bestuur zouden praten over de concrete stappen die de UU ging nemen om de banden met Israëlische universiteiten nader te onderzoeken.

Het UU-bestuur probeerde volgens de kritische studenten en medewerkers door de opzet van de dialoog en de samenstelling van de groep deelnemers – onder wie de Joodse rechtenstudent Benjamin en de kritische Joodse emeritus-hoogleraar Sonja de Leeuw - de aandacht te verleggen naar de vraag hoe de universiteit een “veilige omgeving” kan blijven. “Het bestuur kaapt een discussie over wat er moet gebeuren (…) en gaat het hebben over hetgeen we ons erbij moeten voelen”, spuwde Van de Wal, zelf van Joodse afkomst, zijn gal. 

Rector Henk Kummeling noemde het opstappen van Van der Wal illustratief voor de contacten met de actievoerders. De frustratie was groot, ook omdat het UU-bestuur aanvankelijk met de studenten én stafleden overeenstemming leek te hebben over deelname. “We hebben van alles geprobeerd om een dialoog te organiseren, maar die komt niet van de grond omdat het alleen mag op de voorwaarden van de mensen die voor de boycot van Israëlische universiteiten zijn.” 

Zo betichten actievoerders en UU-bestuur elkaar van het niet willen voeren van een gesprek, en dat lijkt voorlopig de status quo te zijn. En bleef dus de stoel leeg. “Het is wat het is”, concludeerde De Vries, tot voor kort onderwijsdirecteur van Rechten en nu directeur van het Center for Academic Teaching & Learning.

In de squeeze
Maar de impact was duidelijk. In het vervolg van de één uur durende bijeenkomst ging het vooral over hoe moeilijk het kennelijk is om met elkaar in gesprek te komen over de kwestie. Daarbij werd ook de rol van het UU-bestuur belicht. Moet dat discussies niet actiever stimuleren en zich zelf ook meer laten horen tijdens dat soort bijeenkomsten?

Volgens Kummeling blijkt dat erg lastig te zijn. Het UU-bestuur zit volgens hem “in de squeeze”. Hij schetste een beeld waarbij bestuursleden verwijten krijgen van beide kanten omdat zij nu eenmaal de beslissingen moeten nemen. Een prominente plek voor hen staat dan een goede discussie in de weg. “Het bestuur moet niet in het middelpunt staan, want dan neemt de polarisatie juist toe.”

Maar het gesprek moet wél gevoerd worden, vond Kummeling. Hij betreurde dat het beeld is ontstaan dat het CvB allerlei bijeenkomsten om veiligheidsredenen blokkeert. In veel gevallen zijn het volgens hem organisatoren of potentiële deelnemers die terugdeinzen. Een soort zelfcensuur, volgens de rector.

Dialoog vraagstukken situatie Gaza en Israël
Dialoog vraagstukken situatie Gaza en Israël

Moeite met normatieve gesprekken
Ook andere deelnemers aan de dialoog benadrukten de noodzaak om met elkaar in gesprek te komen. Over Palestina, maar zeker ook over andere beladen onderwerpen. Meerdere deelnemers constateerden dat het voeren van een ‘normatief’ gesprek een lastige opgave is voor veel studenten en universitaire medewerkers. In het onderwijs, maar ook onder docenten onderling, zou daar meer aandacht voor moeten zijn. 

Dat gedeelde inzicht moet wellicht dan maar gezien worden als het kleine winstpunt van de bijeenkomst, denkt docent Geowetenschappen Jeroen Oomen. Hij was deelnemer aan het debat en sympathiseert met de demonstranten en hun doelen. Hij heeft binnen zijn eigen faculteit opgeroepen om de banden met een Israëlische universiteit binnen een Europees onderzoeksproject te verbreken. 

Hoewel hij “liever gehad had dat niemand was weggelopen”, kon hij ook wel “enig begrip” opbrengen voor het opstappen van Van de Wal. “Er is veel wantrouwen, en dat komt ook ergens vandaan.”  Zo bestaat volgens hem bij veel activisten het idee dat sommige groeperingen binnen de universiteit meer aandacht krijgen dan andere studenten en medewerkers. Vooral het verschil in welwillendheid naar Israël toe versus die naar Palestina ligt gevoelig.

Oomen vindt het teleurstellend dat universiteiten dit voorjaar het inhoudelijke debat over de situatie in Gaza hebben geschuwd. Naar zijn mening verschuilen zij zich achter de wens een “neutrale” positie in te nemen. Dat pakt volgens hem averechts uit. “Neutrale kennis bestaat niet, een universiteit is inherent een politieke entiteit. Als je dat ontkent of verdoezelt, voed je juist tegenstellingen en polarisatie.”

Zonder UU-bestuurders nu persoonlijk daarop aan te willen vallen (“die worstelen ook overduidelijk”) stoort het gebrek aan daad- en overtuigingskracht van de universitaire topbestuurders hem. “Zeker in het licht van het huidige politieke klimaat en de bezuinigingsoperatie van het nieuwe kabinet lijkt me zo’n opstelling zeer verontrustend.”

Om al deze redenen schoof hij al “met een conflicterend gevoel” aan bij de dialoog, zo geeft hij toe. “Als je zo’n bijeenkomst aan het begin van het jaar had gehouden dan had het nuttig kunnen zijn, nu was het veel te laat en veel te kort. Terugkijkend is mijn gevoel van algehele armoede niet weg, maar wil ik het toch graag zien als een goede stap om het onderlinge vertrouwen terug te winnen. Het gros van de studenten en medewerkers dat zich tegen het UU-bestuur keerde in de afgelopen periode zijn gewoon prettige en weldenkende mensen met wie echt wel een gesprek te voeren is.”

Piketpaal geslagen
Rebo-decaan Elaine Mak was naast rector Kummeling en vicevoorzitter Van der Starre een ander bestuurslid dat deelnam aan de dialoog. Zij noemt het jammer dat Van der Wal – die bij haar ooit een mastervak volgde – niet bereid bleek mee te praten. 

“Ik denk dat het een gemiste kans is. Ik was werkelijk benieuwd naar wat hij zou inbrengen. Nu kwamen er gelukkig nog steeds verschillende zienswijzen aan bod, maar die lege stoel maakte wel duidelijk dat er een perspectief ontbrak.”

Mak zegt desalniettemin blij te zijn dat er nu voor het eerst een gemengd gezelschap  - van student en medewerkers met verschillende achtergronden tot bestuurders - bijeen is gekomen om over het thema te praten. “En het is voor iedereen zichtbaar uitgezonden. Dat is een piketpaaltje, maar een klein begin van waar we naartoe moeten.”

Ze gaat niet helemaal mee in het verwijt dat de universiteit wel erg laat is met het voeren van dit soort discussies. “Achteraf is het  altijd gemakkelijk praten als er consternatie bestaat.” 

Tegelijkertijd ziet ze dat werkelijk inhoudelijke gesprekken over de kwestie – bijvoorbeeld in de medezeggenschap en in wetenschappelijke sessies – pas echt op gang kwamen toen de protesten al een feit waren “Het blijkt daarbij ook wel erg lastig om echt nader tot elkaar te komen. Sommige discussies waren bovendien weinig vruchtbaar omdat bestuurders daarin een mikpunt werden.” 

De decaan denkt dat “meer regie op het delen van kennis en het voeren van debat” binnen de universiteit noodzakelijk is. Zij betwijfelt of er op de korte termijn nog een gesprek mogelijk is met de meer radicale actievoerders. De komende maanden wil zij haar aandacht daarom vooral richten op “de grote middengroep van studenten en medewerkers die tot nog toe stil en afwachtend is geweest”. Zo zal het Utrecht Centre for Global Challenges een bijeenkomst organiseren waarin over waarden en morele dilemma’s in onderzoekssamenwerkingen in brede zin wordt gesproken, dus niet alleen met Israël. 

Mak: “Dat soort bijeenkomsten is belangrijk. We hebben binnen de universiteit met nog een behoorlijk aantal andere ingewikkelde thema’s te maken, denk aan sociale veiligheid maar ook aan de bezuinigingen die op ons afkomen. We willen zoveel mogelijk studenten en medewerkers daarbij betrekken. Studenten en medewerkers moeten hun eigen keuzes kunnen maken in de debatten waarin ze hun stem willen laten horen . Wat raakt iemand? Waar zit de urgentie?”

Zelf zegt de decaan het niet met zoveel woorden, maar er bestaat op sommige plekken binnen de universiteit ook de angst dat onderlinge twisten over Israël en Gaza en de niet te vermijden discussies over de aangekondigde bezuinigingen straks door elkaar gaan lopen en elkaar gaan versterken. Collega-decaan Thomas Vaessens van Geesteswetenschappen benoemde die vrees onlangs in een faculteitsraadsvergadering waarin hij het belang van departementale gesprekken benadrukte.

Mak denkt tenslotte dat universitaire bestuurders de gevoelens van machteloosheid en ook wantrouwen bij sommige groeperingen niet kunnen negeren. Wat de kwestie rondom Palestina betreft, kan mogelijk het nieuwe – nog vast te stellen - afwegingskader voor onderzoekssamenwerkingen enig soelaas bieden. Daarin komt meer aandacht voor juridische en ethische afwegingen. “Dat kan helpen om keuzes te maken en beter uit te leggen welke keuzes gemaakt worden. Maar communicatie tussen betrokkenen met verschillende standpunten is wel iets wat van twee kanten moet komen”, benadrukt zij.

Kans om in gesprek te gaan
Ondanks de teleurstelling over het opstappen van Van de Wal kijkt het UU-bestuur zelf positief terug op de dialoog, zo laat het via een woordvoerder weten. Volgens het bestuur is het voor de brede UU-gemeenschap lange tijd onvoldoende zichtbaar geweest dat het thema alle bestuurlijke aandacht heeft. De livestream kwam tegemoet aan de behoefte van veel UU’ers om meer inzicht te krijgen in de verschillende afwegingen. “Daarnaast was het een kans om weer in gesprek te komen met diverse groepen binnen onze universiteit, en om verschillende studenten en medewerkers ook met elkaar in gesprek te laten gaan.”

Volgens het UU-bestuur zullen de dialogen die voor de zomer op verschillende plekken binnen de universiteit zijn opgestart, worden voortgezet. Bestuurders en leidinggevenden worden geholpen om die gesprekken daadwerkelijk te organiseren en te begeleiden. Een belangrijk doel bij dit soort bijeenkomsten is om te praten over “hoe je respectvol omgaat met onderlinge verschillen en hoe je met elkaar in gesprek gaat als er (onbewust) een grens wordt overschreden”, zo stelt het UU-bestuur opnieuw.

Er wordt nog onderzocht of er nieuwe initiatieven moeten komen die voor de gehele universiteit zijn bedoeld. Daarnaast blijft het UU-bestuur in gesprek met alle groeperingen en individuen die relevant zijn in de discussie rondom het vraagstuk rondom de samenwerking met Israëlische universiteiten.

Enige optie
Itai van de Wal zegt de bijeenkomst niet meer te hebben teruggezien. “Maar van anderen heb ik gehoord dat het een tergend nutteloos debat was.”

Hij noemt het ‘spijtig’ dat hij debatleider Bald de Vries – die nota bene mede door hemzelf was aangedragen – op het verkeerde been moest zetten. “Maar dit was voor ons nog de enige manier om de weinige mensen die keken naar de bijeenkomst te laten weten dat het universiteitsbestuur met de bijeenkomst te kwader trouw handelt en waarom.”

Van de Wal herhaalt dat UU Encampment nog steeds open staat voor een gesprek. “Maar dat moet dan wel een ontmoeting zijn waarin het UU-bestuur werkelijke verantwoording wil afleggen en met concrete stappen komt.”

Tot die tijd zullen studenten blijven actievoeren. Hij heeft het gevoel dat de steun voor zijn standpunten toeneemt. “Uiteindelijk zal het CvB hoe dan ook alleen komen te staan. Dat kost alleen tijd. Helaas heeft Gaza die tijd niet.”

Advertentie