Als vluchteling studeren in Nederland is niet eenvoudig
Noushig vluchtte eind 2013 van Syrië naar Nederland. Hier probeert zij haar leven weer op te bouwen en begon ze bij de UU aan een nieuwe studie. Dit liep minder soepel dan ze had verwacht.
Ik sprak met Noushig (34) in de Coffee Company aan de Vismarkt. Een van de weinige plekken die ze kent in Utrecht, want ze woont in Rhenen. “Hier ben ik een keer met een medestudent geweest. Die gracht maakt het erg gezellig”, vertelt ze in het Engels. Praten in het Nederlands doet ze liever niet. Dat is voor haar te moeilijk. Met de Nederlandse gebruiken is ze al beter bekend. Ze stelt bij het bestellen van de koffie voor dat we een ‘going Dutch’ doen, het delen van de kosten.
In december 2013 moest Noushig vluchten uit Syrië door de burgeroorlog die daar woedt. Het leven in Aleppo werd door de oorlog te gevaarlijk. Ze heeft foto’s gezien van de wijk waar ze woonde. “Die is nu helemaal plat gebombardeerd”, zegt ze neerslachtig.
In Syrië heeft ze een bachelor Engels en master Hebreeuws gedaan. Ze heeft een liefde voor andere talen. Na haar studie werkte ze bijna tien jaar op een Armeense school. Daar gaf ze les aan kinderen van 8 tot en met 12 jaar.
Steeds meer mensen in haar omgeving vluchtten weg, ook haar moeder en zus waren al naar Nederland vertrokken. Noushig zou eigenlijk samen met haar vader naar Nederland komen, maar hij kreeg een herseninfarct en raakte verlamd. Ze besloot toen om de tocht in haar eentje te maken.
Gelukkig is alles goed gekomen en zijn ze nu in Nederland herenigd. Ze hebben een verblijfsvergunning gekregen voor vijf jaar. Het was voor haar wel een hele zware tijd. Voor het eerst aankomen in een vreemd land en een zieke vader, die later in Nederland allemaal operaties moest ondergaan. “Het starten van een studie hier in Nederland was echt een nieuwe stap in mijn leven. Hierdoor kon ik me ergens op focussen en de ellende achter me laten”, legt ze uit.
Ze sprong dan ook een gat in de lucht toen ze vorige maand mocht beginnen aan de Universiteit Utrecht. Ze startte met drie vakken om in het aankomende schooljaar aan de master Linguistics te mogen beginnen. Ze werd hierbij gesteund door het UAF. Deze stichting begeleidt vluchtelingstudenten en zorgde o.a. voor studieboeken en taalcursussen voor Noushig.
Ze is ontzettend dankbaar dat ze dankzij het UAF kon studeren. Toen ze nog in de vluchtelingenopvang zat, hoorde ze van deze stichting. Samen met haar zus heeft ze toen uitgezocht hoe ze voor steun in aanmerking kon komen en een brief geschreven. “Ik was echt zo opgelucht toen ik aan de slag kon”, zucht ze. Helaas liep het anders dan ze had gewild.
Na drie weken is Noushig alweer gestopt met haar studie. De Nederlandse lessen waren voor haar te moeilijk om te volgen. Ze moest vaak anderen vragen om te helpen met vertalen. Thuis in Rhenen heeft ze vaak de hulp ingeschakeld van haar Nederlandse buurman. Ook studenten en leraren moesten haar vaak helpen. Het was soms heel beschamend, lacht ze blozend. “Bij één van de opdrachten ging het over het geslacht van een persoon. Ik wist niet dat hier gender bedoeld werd en dacht dat het letterlijk over geslachtsorganen ging.”
Een ander probleem was het grote verschil in de onderwijscultuur van Syrië en Nederland. In Syrië kreeg ze tien jaar lang alleen maar colleges. De nadruk ligt daar heel erg op stampen. De colleges hadden een gigantische omvang, variërend van 300 tot soms wel 1000 studenten. In Nederland wordt veel meer in kleine groepen gewerkt en heb je meer interactie. Er worden meer verbanden gelegd en het onderwijs is veel praktischer. Het gebruik van digitale diensten zoals Blackboard was voor haar compleet nieuw.
Volgens Noushig is de manier van leren een groot verschil. “Ik stak hier in Nederland heel veel tijd in de artikelen en boeken die we moesten kennen en minder aan de PowerPoint en de presentatie van de docent. Later bleek dat de meeste vragen over het verhaal van de leraar gingen. In Syrië moesten we gewoon het boek uit ons hoofd kennen.”
Het grootste probleem was dat alles tegelijkertijd op haar af kwam. Noushig denkt dat als ze met makkelijkere stof was begonnen, ze alvast aan de Nederlandse leermethoden had kunnen wennen. Ze voelde zich verdwaald en had hierdoor geen motivatie meer.
Het was volgens Noushig een verkeerde keuze om haar toe te laten tot de opleiding, maar ze geeft niemand de schuld behalve zichzelf. Ze moet weer lachen en schudt haar hoofd. “Als ik eraan terugdenk, snap ik het niet. Hoe kon ik zo stom zijn om hier aan te beginnen. Ik wist dat ik twee vakken in het Nederlands moest volgen. Ik was zo blij dat ik weer kon studeren dat ik niet zag dat ik een verkeerde keuze maakte.”
Noushig vond het erg moeilijk om te stoppen, maar het was voor haar onvermijdelijk. Ze leerde helemaal niets in de Nederlandse lessen. “Op zo’n moment is stoppen beter dan doorgaan met iets waarvan je weet dat het onmogelijk is. In dit geval is een stap terug een stap voorwaarts.”
Wat ze nu gaat doen, weet ze nog niet. Ze moet eerst nog overleggen met haar begeleider bij het UAF over de mogelijkheden. Als het kan, ziet ze een nieuwe studie wel zitten. “Het liefst wil ik iets met taal doen. Die studie moet dan wel volledig in het Engels zijn”, grinnikt ze.
Eén ding is zeker, ze gaat de komende tijd aan haar Nederlands werken. In april begint ze met een nieuwe cursus Nederlands bij taleninstituut Babel. Terug naar Syrië dat wil ze in ieder geval niet. Ze wijst naar beneden. “Het is fijn hier in Nederland. Hier voel ik me veilig. Het liefst wil ik hier mijn toekomst opbouwen.”
Betere ondersteuning
De Universiteit Utrecht, de hogeschool Utrecht en het UAF gaan in de maand mei een convenant ondertekenen. Hierin staan afspraken voor een betere ondersteuning van vluchtelingstudenten, waar DUB een aantal maanden terug al over schreef. Eén van de plannen in dit convenant is het opzetten van een schakelprogramma voor vluchtelingstudenten. In dit jaar worden de studenten voorbereid op het Nederlandse hoger onderwijs, ze leren omgaan met de Nederlandse onderwijscultuur, krijgen les in studievaardigheid en leren de Nederlandse taal. Zo’n schakelprogramma had Noushig mogelijk geholpen om zich beter op de studie voor te bereiden. Het streven is dat het schakelprogramma in januari 2017 begint.