Angst voor fraude-aanklacht maakt photoshoppende onderzoeker voorzichtig
Wetenschappers zijn na de affaire Dhonukshe voorzichtiger geworden met het fotoshoppen van beelden, meent Ben Scheres, co-auteur van de artikelen die wegens fraude zijn teruggetrokken. Toch kunnen beelden het onderzoek volgens hem ook inzichtelijker maken.
Een paar maanden na de 'Dhonuske-affaire' maken celbiologen de balans op. “Het is natuurlijk voor alle betrokkenen auteurs en instanties, zelfs degenen die niets mis hebben gedaan, schadelijk geweest. In de wetenschap sta je al snel in een kwaad daglicht”, zegt Ben Scheres, hoogleraar Moleculaire genetica in Wageningen en Dhonuske's vroegere collega in Utrecht. “Toch was terugtrekking van de artikelen noodzakelijk. Maar het was echt niet zoals de kranten suggereerden alleen wat 'knip-en-plakwerk' met Adobe Photoshop.”
Sinds de massale media-aandacht voor de 'knip-en-plak wetenschapsfraude' zijn celbiologen voorzichtiger geworden in het publiceren van hun beelden van cellen. En terecht. Want juist de aankomende generatie lijkt de dupe te worden van het ongemak van vaktijdschriften met photoshoppen. Sinds 1990, het jaar dat Adobe met Photoshop uitkwam, groeide het aandeel photoshopgerelateerde aangiften van wetenschapsfraude van 3 tot 75 procent nu. Het lijkt wel of een kamp van biologen, wars van photoshoppen, probeert af te rekenen met een kamp dat er juist geen probleem in ziet.
Want tussen de kale zwart-wit foto uit de elektronenmicroscoop van weleer en de meest futuristische, los op meetdata gebaseerde Japanse animaties van uit cellen klimmende salmonellabacteriën, ligt natuurlijk een wereld van verschil. Klaagt een verstokte microscopist misschien steen en been over de nieuwerwetse 'Hollywoodscience', als moderne professor kun je in de collegezaal echt niet meer aankomen met een oude zwart-wit elektronenplaat en je studenten vragen wat ze daarop kunnen zien.
“Ik vind zelf eigenlijk”, aldus Scheres, “dat heel veel geoorloofd moet zijn in het inzichtelijk maken van de data. Zolang het maar logisch is. Maar je moet natuurlijk geen dingen laten zien die verzonnen zijn.”
Want de wetenschap moet zich volgens Scheres juist kunnen bedienen van alle hulpmiddelen om nieuwe kennis op te doen. In het Nederlandse Centrum voor Elektronennanoscopie in Leiden bijvoorbeeld worden de meest intensieve digitale en statistische bewerkingen op meetdata uitgevoerd om de werking boven tafel te krijgen van de 'nanomachines' in de cel. Een gepubliceerde afbeelding in een vaktijdschrift is daarbij een statistische gemiddelde van miljoenen veel vagere opnames, waarop nauwelijks iets is te zien.
“Ik zie daar niks verkeerds in, als je je maar het hypothetische van de afbeelding blijft beseffen. Het mooie is immers dat je ermee voorspellingen kunt gaan doen die je kunt toetsen. Maar wat je nooit moet vergeten is te melden hoe je tot je afbeelding bent gekomen. Anders hangt er je zo een aanklacht van fraude boven je hoofd.”
Hoofredacteuren van vaktijdschriften zoals The Plant Cell, Plant Physiology of the Journal of Cell Biology proberen via strengere regels aan het beeldmateriaal de gemoederen te bedaren. Zo mag je als onderzoeker bijvoorbeeld niet 'knippen en plakken' in je microscopische opnames en ze samenvoegen, of elementen eruit accentueren of verbergen. Eigenlijk lijkt het op een poging de situatie te herstellen zoals hij was bij de Polaroidfoto.
Want een foto uit de microscoop mag bij uitstek gelden als het voorbeeld van een zuivere weergave van de werkelijkheid. Toch is er waarschijnlijk geen apparaat dat onbeperkter gebruik maakt van digitale signaal- en beeldbewerkingstechnieken dan de hedendaagse microscoop. Geen hedendaagse bioloog kijkt meer alleen door een lens naar de wereld van het kleine zoals hij er echt uitziet.
“Mijn tip aan de jonge generatie onderzoekers is eenvoudig”, aldus Scheres. “Schrijf in ieder geval alles op wat je met de beelden in je publicaties hebt gedaan. En vooral: bewaar al je ruwe data.”
Want misschien nog beter dan ten strijde te trekken tegen de digitale fotografie en het photoshoppen, denkt Scheres, kun je de hedendaagse techniek inzetten om de transparante van publicaties te verhogen. Daarom is hij een voorstander van het publiceren van de ruwe data bij een wetenschappelijk artikel. Bijvoorbeeld via een link op internet. “Daarover zijn we als celbiologen nu druk in discussie, maar daar zitten nogal wat haken en ogen aan. Ruwe data omvat immers een rijkheid aan gegevens. Als je je ruwe data openbaar moet maken, kun je je voorsprong als onderzoeksgroep verliezen.”
Toch zou dit uiteindelijk weleens onvermijdelijk kunnen zijn. Het groeiende aantal beschuldigingen van misleiding doet het onderlinge vertrouwen van wetenschappers dat data eerlijk wordt gepresenteerd geen goed. Zoals de sceptici al zeggen: “We want the data raw, and we want it now.”
RECTIFICATIE:
In dit artikel stond een citaat van professor Ben Scheres over de zaak Dhonukshe bij de Universiteit Utrecht, namelijk “De fraude ging om een publicatie van microscopische beelden van een plantje waaraan in het echt nooit was gemeten”. De suggestie wordt gewekt dat dit een letterlijk citaat is. Dit citaat is onjuist. De redactie betreurt dit en heeft deze uitspraak in het betrokken artikel verwijderd.