Bètastudenten moeten over de grenzen kijken

Drie van de vier studenten van IAESTE

Op maandag 3 september werd de Studentenprijs 2012 uitgereikt. Winnaar is het Utrechtse viertal achter IAESTE, een organisatie die bètastudenten helpt stages te vinden in landen als Australië, India en Japan. Een interview met de ondernemende wiskundigen die de prijs voor maatschappelijke verdiensten binnenhaalden.

Danny Chan (23), Milo van Holsteijn (23), Jöbke Janssen (25) en Wouter Vink (24) hebben ‘t druk. Zijn de eerste twee nog bezig met het afronden van hun wiskundeopleiding, Jöbke en Wouter werken al. De verschillende agenda’s laten een gezamenlijk interview op korte termijn niet toe. Het tekent de ondernemingsgezindheid van de studenten. Milo: “Toen Jöbke mij vorig jaar belde met het idee voor IAESTE was ik net op zoek naar iets groots."

Internationale studentenorganisatie
Het initiatief kwam van Jöbke. Kort voor een stageperiode in Berlijn, in de zomer van 2011, stuitte hij op een internationale organisatie genaamd IAESTE (“een moeilijke naam”). Het werk bleek vergelijkbaar met dat van de internationale studentenorganisatie Aiesec, Association for the International Exchange of Students in Economics and Commerce. Een vereniging waarvan hij in het bestuur had gezeten. “Ik zag wat zij deden voor alfa- en gammastudenten”, vertelt Jöbke, “maar voor bèta- en techniekstudenten schoot het tekort.”

IAESTE, wat staat voor International Association for the Exchange of Students for Technical Experience, bleek in tientallen landen te bestaan – in Europa moesten alleen wat ministaatjes, Albanië en Nederland het zonder doen. Jöbke zocht contact met zijn drie medestudenten en andere takken van IAESTE. “De Belgen ontmoetten we halverwege, in Roosendaal”, vertelt hij, “vanuit Noorwegen ontvingen wij zelfs financiële ondersteuning.”

Koehandel
Vanaf september 2011 gingen de vier initiatiefnemers aan de slag. “Het werk bestond vooral uit rondbellen om stageplaatsen te regelen,” vertelt Danny. Toch ging het snel. In januari vertrokken Wouter en Milo naar Skopje in Macedonië, waar tijdens een internationale IAESTE conferentie stages werden uitgewisseld. “Het bleek een echte koehandel daar”, blikt Milo terug op de bijeenkomst waar afgevaardigden van de verschillende landen stages uitwisselden. “We hadden zo’n vijftig ontmoetingen in één week.”

Die ‘koehandel’ leverde soms opmerkelijke situaties op. Zo waren alle stages bij chemiebedrijven, architectuurbureaus en onderzoekscentra al vergeven toen Wouter en Milo met gastland Macedonië om tafel zaten. “We hadden alleen nog het cadeautje over dat we voor al onze gesprekspartners hadden meegenomen: bloembollen van oranje tulpen van de kwekerij van Wouters ouders”, zegt Milo. Deze vielen in de smaak: “We werden uitgenodigd voor het twintigjarig jubileum van IAESTE Macedonië, waar de president van Macedonië ook zou komen.” Ook hem gaven ze bollen. “Hij zou de tulpen aan de werknemers van de Nederlandse ambassade laten zien.”

Buitenland
De jonge ondernemers van IAESTE halen hun inspiratie uit hun eigen buitenlandervaring. Danny studeerde in Hong Kong, Wouter en Milo in Spanje en de Verenigde Staten. Milo: “Ik zie Nederland toch als een klein land op een grote aarde waar veel meer moois is. Die passie voor het buitenland delen wij en willen we doorgeven.”

Danny ziet IAESTE als een erg informele organisatie. Milo: “Ja, eigenlijk zijn we gewoon een studentenvereniging, een gezellige groep die geregeld een borrel organiseert.” Het viertal houdt kantoor in het Buys Ballotgebouw in De Uithof, tussen de bèta-studieverenigingen. “Het werkt goed voor het vertrouwen dat studenten in ons hebben”, zegt Danny, “studenten zien ons daar en merken dat wij hen echt naar het buitenland willen krijgen.”

Jöbke denkt dat het belangrijk is dat IAESTE volledig door studenten wordt bestuurd. “Ik zag hoe goed dat bij AIESEC ging.” Nieuw is IAESTE niet in Nederland. Tot 2006 werd IAESTE eerst lange tijd ondergebracht bij de TU Delft, waarna het naar de internationale onderwijsorganisatie Nuffic verhuisde en daar werd wegbezuinigd. “Als student run organisatie zijn onze kosten laag, werken we met gemotiveerde studenten en maken we meer kans op sponsoring uit het bedrijfsleven omdat daar behoefte aan studenten met ervaring is”, legt Jöbke uit.

Raad van Toezicht 
IAESTE zit in de lift. Studenten uit binnen- en buitenland kunnen aan de slag met stages bij chemiebedrijven, architectuurbureaus en onderzoekscentra. Het aantal van 25 studenten dat sinds juni aan een stage begon, moet volgend jaar verdubbelen. Het bestuur van de organisatie groeide uit tot vijftien mensen. Onder die laatste zelfs een niet-bèta studente: “Goed voor de diversiteit”, zegt Danny.

Zoals bij veel studentenorganisaties, is de doorstroom van bestuursleden bij IAESTE hoog. Dat geldt ook voor de initiatiefnemers zelf: Wouter en Jöbke werken, Milo en Danny studeren binnen een jaar beiden af. Door zitting te nemen in de Raad van Toezicht, blijven zij ook na hun studie met IAESTE verbonden. “Dit laat ik niet zomaar los”, zegt Milo resoluut, “het is toch een beetje ons baby’tje.”

De vier organisatoren zien de toekomst dan ook optimistisch tegemoet. “Ik denk dat er behoefte is aan IAESTE”, observeert Jöbke, “het blijkt dat bèta- en techniekstudenten minder naar het buitenland gaan voor een stage, wij maken dit eenvoudiger”. Bedrijven hebben eveneens een belang: “Het tekort aan bèta- en techniekstudenten treft juist hen”. Op de planning staan meerdere afdelingen in andere Nederlandse steden. Net als een overkoepelende organisatie voor de lokale besturen. Milo: “Maar dat is nog ver weg.

Advertentie