Bereid je voor op een UB zonder The Lancet en Cell
Door moeizame onderhandelingen met uitgever Elsevier dreigen Nederlandse wetenschappers en studenten de toegang tot duizenden wetenschappelijke tijdschriften te verliezen. "Dramatisch. Dan kun je dus als wetenschapper je werk niet meer doen."
Spannend. Lastig. Vreselijk ingewikkeld. Dat soort woorden hoor je als je mensen spreekt over de onderhandelingen tussen Nederlandse universiteiten, vertegenwoordigd door universiteitenvereniging VSNU, en Elsevier, ’s werelds grootste uitgever van wetenschappelijke tijdschriften. De term 'Grexit' valt zelfs een keer, om maar te beschrijven wat de impact zou zijn als Elsevier en de universiteiten er echt niet uitkomen.
De partijen onderhandelen over een nieuw tijdschriftencontract, een zogeheten 'big deal', dat Nederlandse universiteiten toegang biedt tot circa 2000 Elsevier-journals, waaronder gerenommeerde titels als The Lancet en Cell. Komt er een nieuw contract, dan kunnen studenten en wetenschappers via de universiteitsbibliotheek artikelen blijven lezen in de bladen van Elsevier. Komt dat contract er niet, dan stuiten Nederlandse academici vanaf 1 januari 2016 op een paywall: om een artikel te lezen, moeten ze vooraf betalen of een andere manier vinden om aan het artikel te komen.
Universiteiten willen ander model
Twistpunt in de onderhandelingen is open access. De Nederlandse universiteiten willen namelijk met steun van staatssecretaris Sander Dekker toe naar een nieuw model waarbij alle wetenschappelijke publicaties voor iedereen gratis te lezen zijn, ook voor mensen buiten de universiteit. Betaling aan uitgevers als Elsevier zou in dat model geheel anders geschieden: niet de lezer maar de schrijvende onderzoeker betaalt voor publicatie.
Met diverse wetenschappelijke uitgevers zijn inmiddels afspraken gemaakt over geleidelijke overgang naar open access, maar met Elsevier, ’s werelds grootste wetenschappelijke uitgever, lukt dat vooralsnog niet. Universiteitenvereniging VSNU meldde in juli in een verklaring dat de onderhandelingen muurvast zitten.
Nu, twee maanden later, is er nog steeds geen witte rook uit de onderhandelingskamers. De VSNU laat weten "nog steeds" in gesprek te zijn met Elsevier, Elsevier laat weten dat de onderhandelingen recent "constructief en positief" van aard zijn.
Ondertussen tikt de klok door. Nog een paar maanden en de abonnementen op The Lancet, Cell en talloze andere bladen verlopen. Academici moeten er daarom steeds meer rekening mee houden dat ze vanaf 2016 via de UB geen toegang meer hebben tot Elsevier-tijdschriften.
'Elsevier kan toch zomaar verdwijnen uit de UB?'
De Utrechtse farmacoloog Frans Nijkamp kan zich niet voorstellen dat Elsevier zomaar uit de schappen verdwijnt. "Elsevier geeft duizenden tijdschriften uit, samen vormen die misschien wel de helft van de wetenschappelijke literatuur die geraadpleegd wordt. Dat kan toch niet zomaar verdwijnen uit de UB?"
Navraag bij de UB bevestigt de schatting van Nijkamp: bijna de helft artikelen die digitaal geraadpleegd worden binnen de UU zijn uit journals uit het Elsevier-domein.
Mocht het contract met Elsevier echt aflopen, dan zou dat "dramatisch" zijn, denkt Nijkamp. "Als wetenschapper wil je continu lezen over de laatste ontwikkelingen in je vakgebied. Als dat niet meer makkelijk kan, dan kun je je werk niet meer doen. Natuurlijk, via omwegen kom je ook wel aan dat het artikel dat je zoekt, maar het zou eigenlijk niet moeten op die manier."
Nijkamp is emeritus hoogleraar en hoofdredacteur van het door Elsevier uitgegeven tijdschrift European Journal of Pharmacology. Het blad werd in 1967 opgericht door de fameuze hoogleraar David de Wied, naar wie een gebouw in De Uithof is vernoemd. In 2009 werd Nijkamp hoofdredacteur.
'Is open access echt zo belangrijk?'
Nijkamp snapt niet waarom de VSNU, en staatssecretaris Sander Dekker zo hard koersen op open access. "Is open access nou zó belangrijk dat er misschien geen deal met Elsevier komt? Waarom zou je als burger European Journal of Pharmacology willen lezen? Een journalist misschien, maar daarbuiten? Ik snap niet waarom het huidige systeem met zoveel bombarie overhoop moet. Nu werkt het voor ons wetenschappers namelijk prima! Via de UB kun je alles lezen wat je maar wilt."
Ook stoort Nijkamp zich aan de vraag van de VSNU aan Nederlandse wetenschappers of ze bereid zijn om hun werkzaamheden voor Elsevier neer te leggen. "Ik viel van mijn stoel toen ik dat las. Het kan toch niet waar zijn dat meneer Meijer (hoofdonderhandelaar namens de VSNU, red.) dit roept over de hoofden van wetenschappers die met plezier werken en artikelen reviewen voor een journal? Ga praten met Elsevier. Vraag ons niet om ons werk niet meer te doen."
Andere wetenschappers denken dat Nederlandse wetenschap prima zonder Elsevier kan. Medisch microbioloog Willem van Schaik, werkzaam binnen het UMC Utrecht: "Het is zeker onhandig als veel artikelen moeilijker bereikbaar worden. Maar gelukkig zijn er meerdere manieren om aan een artikel te komen. Je kunt bijvoorbeeld de auteur van een artikel mailen om een digitaal exemplaar. Of een tweet versturen met de hashtag #icanhazpdf. Er zijn altijd mensen die je aan het artikel willen helpen."
Van Schaik kan zich goed vinden in de harde houding van de VSNU. "Elsevier maakt elk jaar miljoenen winst met onderzoek dat gefinancierd wordt door de belastingbetaler. En als bonus worden die artikelen ook nog eens afgeschermd voor diezelfde belastingbetaler. Dat moet veranderen. Het abonnement opzeggen doet pijn maar is misschien de enige manier om Elsevier te dwingen tot verandering. Nederland zou een voorbeeld voor andere landen kunnen zijn."
'Beoordeling wetenschappers is verkeerd'
Het probleem van open access ligt dieper dan de starre houding van uitgevers van Elsevier, zegt Van Schaik. "Kern van het probleem is de manier waarop Nederlandse wetenschappers beoordeeld worden. Je wordt afgerekend op het aantal publicaties in journals met een hoge impactfactor, terwijl iedereen weet dat de impactfactor geen voorspellende waarde heeft voor de kwaliteit van het werk of de individuele onderzoeker. Er zijn wel degelijk toonaangevende openaccessjournals, maar publiceren in closedaccessjournals als Nature, Science of Cell is nog beter voor je cv’. Met een publicatie in een van die bladen maak je veel meer kans op een onderzoeksbeurs."
Een "perverse prikkel" noemt Van Schaik deze manier van beoordeling. Een prikkel die er voor zorgt dat uitgevers niet hoeven over te stappen naar open access en veel wetenschappers onverschillig staan tegenover publiceren in openaccesstijdschriften.
Typisch is de reactie die we krijgen als we bellen met een Utrechtse milieuepidemioloog die recent gepubliceerd heeft in een toonaangevend Elsevier-blad. "Open access leeft niet in mijn onderzoeksgroep", zegt de milieuepidemioloog. "Wij kijken naar de impactfactor. Het zou fijn zijn als onderzoek open access verschijnt, maar bij ons is het geen criterium als we een tijdschrift zoeken om te publiceren."
Begrippenlijst open access
Big deals: De VSNU maakt namens alle Nederlandse universiteiten afspraken met wetenschappelijke uitgevers over de abonnementsgelden van wetenschappelijke tijdschriften: dit zijn de zogeheten big deals. Wat er precies per uitgever betaald wordt, is niet bekend. In het beleidsplan van de universiteitsbibliotheek van de UU staat dat er nu een kleine 4 miljoen euro per jaar besteed wordt aan big deals. Dit bedrag loopt de komende jaren op.
Groene route: De groene route naar open access is gebaseerd op 'zelfarchivering'. Na publicatie plaatst een onderzoeker een artikel in een 'repository' (meestal van de universiteit) waarmee de publicatie vrij toegankelijk wordt voor de rest van de wereld. Daarbij bedingen uitgeverijen soms wel een embargoperiode, waarbinnen het artikel alleen in het tijdschrift te lezen is.
Gouden route: Bij de gouden route naar open access wordt de publicatie direct vrij beschikbaar gesteld via de website van de uitgever. De onderzoeker of werkgever van die onderzoeker betaalt daarvoor bij acceptatie van het artikel een bepaald bedrag aan de uitgever, gemiddeld zo'n 2000 euro.
Hybride open access: Veel uitgevers bieden daarnaast een tussenvorm van open access ('hybride') waarbij artikelen in traditionele abonnemententijdschriften door bijbetaling open access gemaakt worden.
Double dipping: Situatie waarbij een uitgever van een tijdschrift een vergoeding vraagt voor het open access publiceren van een artikel bovenop de normale abonnementsprijs. Hierdoor betaalt de wetenschap in feite twee keer voor hetzelfde.