Bewoners van ‘de Monseigneur’ blij met stop op studentenhuizen
Wanneer ik de Monseigneur van de Weteringstraat vanaf de Nachtegaalstraat inloop, snap ik niet direct waarom hier nog niet zo lang geleden bewoners van ellende vertrokken. De Monseigneur, zoals de straat vaak kortweg wordt genoemd, bevindt zich in Buiten Wittevrouwen, in het populaire oosten van de stad. Ik zie vooral schilderachtige arbeiderswoningen en statige panden met gevelversiering. Maar naarmate ik dichter bij de Biltstraat kom, een paar honderd meter verderop, verraadt een wildgroei aan stations- en Swapfietsen de aanwezigheid van studenten, … veel studenten.
De locatie is ideaal voor een studentenhuis, vertelt student Alex als ik aanbel bij een oud herenhuis waar tien studenten wonen. “Je zit hier dicht bij De Uithof. Daarnaast hebben wij een mooi pand en is het ook een rustige buurt.” Maar toen ze twee jaar geleden in het pand kwamen wonen en de plaats innamen van een vijftal internationals, merkten Alex en zijn huisgenoten wel dat niet iedereen in de straat even blij was met hun komst. “We wisten dat er in deze straat problemen waren. Er waren hier al veel studentenhuizen, dus veel bewoners vonden het niet leuk dat wij hier ook nog eens kwamen wonen.”
‘In plaats van een gezin met twee kinderen wonen er opeens tien studenten naast je’
Zo’n vijftien jaar geleden begonnen beleggers of huisbazen panden op te kopen om ze op te splitsen tot appartementen of om te zetten tot studentenkamers. En ze vervolgens voor forse prijzen te verhuren. Bij bewoners leidde die nieuwe trend tot verzet. Om de verbouwingen af te remmen, kwam in 2014 het buurtcomité MAMBO (een samenwerking van bewoners van de Monseigneur, de Adriaan-, Malie- de Biltstraat en het Oorsprongpark) in actie.
In haar open keuken praat ik met Maud. Zij is een van de MAMBO-oprichters en woont al vijftien jaar in de Monseigneur. Sylvia, eveneens lid van MAMBO, is aangeschoven. Zij woont al 28 jaar in de straat. "Het is leuk om jonge mensen om je heen te hebben, maar op een gegeven moment raakte de balans in de buurt zoek", vertelt Maud. "In plaats van een gezin met twee kinderen heb je opeens tien studenten of starters naast je wonen."
Het protest van buurtcomités zoals MAMBO zorgde ervoor dat in 2016 de regelgeving voor het verhuren van panden werd aangescherpt. Om een pand op te splitsen moeten nieuwe wooneenheden nu voldoen aan kwaliteitseisen: een student moet beschikken over minimaal 24 vierkante meter en een appartement moet minimaal 50 vierkante meter groot zijn. Bovendien kwam er een leefbaarheidstoets. Komt de leefbaarheid in een buurt in gevaar? Dan geen vergunning.
Door het nieuwe beleid daalde het aantal vergunningen in Utrecht sterk. Ook in Buiten Wittevrouwen is het effect merkbaar, blijkt uit cijfers van de gemeente. Nam het aantal bewoners in de buurt tussen 2002 en 2017 met 15 procent toe, de afgelopen twee jaar bleef dat gelijk. Maud is blij met de regeling. “Het omzetten en splitsen is sindsdien vrijwel gestopt, maar de huizen die al een vergunning hebben, blijven natuurlijk bestaan.”
De smalle straat met hoge huizen weerkaatst het geluid
Het is niet moeilijk om een omgezet huis te herkennen, blijkt als ik door de noordelijke helft van de straat loop. Niet alleen de stationsfietsen maar ook het woekerende onkruid voor een pand en de grote hoeveelheid deurbellen, zijn duidelijke aanwijzingen. Ik schat dat bijna een derde van de huizen hier door studenten wordt bewoond.
Een sterke toename van het aantal studenten veroorzaakt overlast, zegt Maud. "De stoepen staan vol met fietsen, ‘s nachts is er geluidsoverlast en daarnaast verslechtert het straatbeeld." Volgens Sylvia hebben enkele bewoners in de buurt vanwege de overlast aangeklopt bij Buurtbemiddeling Utrecht, een instantie die adviseert bij conflicten tussen buren. “De emoties zijn toen hoog opgelopen." Maud: "Ik hoorde dat mensen toen ook zijn verhuisd."
Oprichter van het buurtcomité Maud zit nu in een app-groep met studenten
Uit gegevens van Buurtbemiddeling Utrecht blijkt dat 95 procent van de klachten over studenten geluidshinder betreft. “Mijn kinderen sliepen altijd met het raam open, maar op een gegeven moment kon dat niet meer”, zegt Maud. “Wanneer studenten ‘s nachts thuis komen, of in hun binnentuin of balkon gaan zitten, maken ze veel geluid. Zeker als ze gedronken hebben. Vanwege de smalle straat en de hoge huizen weerkaatst het geluid hier gemakkelijk en kun je de gesprekken precies volgen.”
“Als we een feestje hebben, doen we briefjes in de bus van de buren’
Als ik twee huizen verderop bij een meisjeshuis verhaal kom halen, doen Emma en Amber open. De vloer is bezaaid met peuken en zowel de deur als de gevel hebben al geruime tijd een verfbeurt nodig. "Tja, je kunt zien dat het beetje een bouwval is", geeft Amber toe. "Dit is denk ik het minst goed bijgehouden pand van de straat, maar we zijn wel blij dat we hier wonen. Je went er een beetje aan."
Wanneer ik vraag of ze een goede relatie hebben met de buurtbewoners kijken ze elkaar vragend aan. “Eigenlijk wel toch?” zegt Amber. “Over het algemeen krijgen we niet zoveel klachten. Na 11 uur ’s avonds zitten we niet meer met vrienden op het balkon en roken we niet meer buiten. Je overstemt elkaar snel en het is achter heel gehorig.” Amber: “En als we feestjes organiseren dan doen we overal briefjes in de bus.”
Starter Esmee woont naast het meisjeshuis en krijgt geregeld zo’n briefje door de bus. Als ik haar ruime studio binnenkom, vertelt ze dat deze eerst een garage was. Ook dit pand is enkele jaren geleden opgesplitst. “Als de buren een feestje geven dan ga ik met mijn vriend stappen of een film pakken.”
Hoewel Esmee wel eens lawaai hoort, ervaart ze er weinig last van. “Tijdens een feestje hadden ze zo’n dikke subwoofer tegen de muur aan gezet en trilden mijn wijnglazen de kast bijna uit. Toen ik er een filmpje van maakte en aanbelde om dit te laten zien, konden we er allemaal wel om lachen.”
Dat er zoveel studenten wonen in de Monseigneur vindt Esmee niet erg. Het maakt de straat juist levendig. “Je hoort ze wel eens zingen, juichen vanwege een voetbalwedstrijd of buiten op straat roddelen over jongens. Ik kan daar wel om lachen.”
‘Nu zitten we samen in een appgroep’
Ik merk dat het verschil tussen Esmee en de leden van buurtcomité MAMBO groot is. Toch vinden ook Maud en Sylvia dat het langzaam beter gaat met de straat. “De studenten in de twee SSH-panden naast ons hebben wij op een gegeven moment uitgenodigd om te laten horen wat wij horen als ze in hun binnentuin kletsen. Sindsdien zitten wij samen in een appgroep en heb ik geen last meer gehad.” Ook andere studentenhuizen heeft ze al een keer op de koffie gehad. “Dan hoef je niet meer om drie uur ’s nachts naar buiten, maar kun je ze gewoon even appen.”
Ook helpen twee jongenshuizen in de straat nu met het organiseren van de jaarlijkse veegmiddag. “Met bezems van de gemeente vegen we de buurt schoon en met subsidies van bedrijven in de buurt zorgen we voor een hapje en drankje. De jongens hebben ons al twee keer geholpen.” Studenten Emma en Amber van het meisjeshuis verderop deden ook mee. “Het was eigenlijk best wel gezellig”, zegt Amber. “Je wilt toch wel een beetje een goede band hebben met de buren, dus het was fijn om te kunnen helpen.”