Bijzondere foto-expositie markeert 200-jarig bestaan sociëteit USC

Het Utrechtse Studenten Corps viert dit jaar het veertigste lustrum. Deze week is de Utrechtweek en een van de hoogtepunten daarvan is een fototentoonstelling van de beroemde Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren die enkele dagen op de sociëteit verbleef.

Het thema van het lustrum van het Utrechts Studenten Corps is dit jaar Don Quichot. “Elke vijf jaar kiezen we een historische figuur die de tijd weerspiegelt”, vertelt David Lasschuit, de ab Actis van het USC. “Don Quichot is mooi thema. Hij leeft deels in een binnenwereld met relatief veel vrijheid en daarnaast is er de buitenwereld waar hij zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Dat is voor onze vereniging wel herkenbaar.”

Het Utrechtsch Studenten Corps heeft een rijke traditie. Enerzijds is er de sociëteit met activiteiten voor de leden, anderzijds investeert de vereniging ook in het contact met de Utrechters. Tot aan het begin van de twintigste eeuw was elke student automatisch lid van het USC. Het corps vertegenwoordigde de studenten van de universiteit. In 1816 ontstond er een sociëteit PHRM, een plek om samen te komen. De eerste sociëteit bevond zich boven een koffiehuis in de Servetsteeg. Dat was het begin van de vereniging zoals die nu is.

Het USC organiseerde tot 1966 het lustrum van de universiteit. Dat was een traditie. Tot de universiteit in 1971 besloot het lustrum zelf te organiseren. Het USC viert nog steeds zijn lustrum in hetzelfde jaar als de universiteit. Hiernaast viert het USC dit jaar het 200-jarig bestaan van de sociëteit, waarvan de grote viering plaatsvond op 26 februari. Het USC zelf bestaat dus al langer.

Ter gelegenheid van het lustrum komt er een gedenkboek. Dit is een boek met een schat aan informatie over de geschiedenis van de vereniging en geschreven door journalist en reünist Michiel Hegener. De illustraties in dit boek zijn foto’s van de Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren.

David: “Vanfleteren is met het USC in contact gekomen toen hij een fotoproject deed met roeivereniging Triton tijdens de Varsity. Hij vroeg zich af wie die mannen in die jasjes en dasjes waren. Een reünist heeft hem vervolgens in contact gebracht met het USC. Wij hebben afgesproken dat hij twee keer drie dagen bij ons zou komen. Je merkte dat hij onder de indruk was van ons gebouw aan het Janskerkhof. Hij is blijven slapen in een studentenhuis, heeft borrels bijgewoond en heeft ontmoetingen gehad met subgezelschappen. In de bibliotheek heeft hij een scherm opgesteld en veel leden zijn bij hem langsgekomen voor een foto. Die man werkt heel precies. Hij neemt de tijd om de perfecte foto te maken. Bovendien maakt hij prachtige zwart-witfoto’s en dat past ook heel goed bij het USC. Kijk maar naar alle oude foto’s in de verschillende kamers van onze sociëteit..”

Het gedenkboek wordt uitgebracht voor leden en oud-leden. Dus zouden de foto’s van Vanfleteren niet voor de buitenwereld zichtbaar zijn. “Hij belde ons op dat het resultaat heel mooi was en dat het zonde zou zijn er verder niets mee te doen. Wij vonden dat ook. Dus hebben we nu expositie kunnen maken met dertien foto’s in het Academiegebouw.”

Foto 1: Het subgezelschap Studentenweerbaarheid

“Typerend voor het Utrechts Studenten Corps zijn de subgezelschappen. Zo is er onder meer een schermgezelschap, een toneelgezelschap, een debatvereniging, een orkest en een gymnastiekgezelschap. Maar een van de meest bijzondere gezelschappen is de Studentenweerbaarheid. Deze bestaat vanaf 1866 en komt voort uit de inzet van studenten in de strijd tegen de Belgen rond 1830. In 1938 werd de Utrechtsche Studentenweerbaarheid koninklijk en Prins Bernard is jarenlang de beschermheer van dit gezelschap geweest.

“Tegenwoordig bestaat het bestuur van de Studentenweerbaarheid uit zeven studenten. Wekelijks borrelen ze gezamenlijk en bij aantal gelegenheden trekken ze hun ceremonieel tenue aan. Zo geven ze acte de présence bij Prinsjesdag en Koningsdag.

“Je bent voor twee jaar bestuurslid. Daarna kiest het zittende bestuur nieuwe kandidaten die hebben laten weten interesse te hebben.”

 Foto 2: De reünisten

“Bij het USC hebben we veel oog voor oud-leden van alle leeftijden. Oud-leden kunnen elke vrijdag langskomen voor een borrel op de sociëteit. Zeker als we bepaalde jaargangen uitnodigen, is de belangstelling groot. Bij het lustrum organiseren we twee dagen speciaal voor de oud-leden.

“Iemand die ooit in de senaat, een commissie of subgezelschap heeft gezeten en dat ging goed, krijgt de titel honorair. Zo blijf je altijd verbonden met de groep waar je eens deel van uitmaakte. Veel honorair oud-leden adviseren de huidige verenigingsleden in een van onze adviesraden.

“Deze man op de foto is een van de honorairen van de senaat, eigenlijk een van mijn voorgangers, de ab Actis van 1981. Je ziet meteen de betrokkenheid. Toen ik vroeg of hij interesse had voor zo’n fotosessie, stond hij de volgende dag al op de stoep.”

Foto 3: De senaat

“Op deze foto zie je de Fiscus Secundus van de vorige senaat. Dat is een senator die verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering van de vereniging. De senaat is de spil van de vereniging. Je hebt twee kanten: de bedrijfsvoering en de verenigingskant. Een tijdlang zijn deze twee gescheiden geweest en bestonden er twee besturen. Maar dat werkte niet goed. Dus hebben we één senaat, bestaande uit negen man die aan het leiden van de vereniging meer dan een dagtaak hebben. De leden van de senaat zijn daarvoor een jaar lang elke dag in touw.

“De bedrijfsvoering gaat over de kroeg in de sociëteit, de Woolloomooloo, de keuken die vier dagen per week diners verzorgt voor de leden en oud-leden, en over het onderhoud aan verenigingshuizen en de sociëteit. Als het gaat om de vereniging houdt de senaat toezicht op de invulling van de commissies en op de activiteiten van de jaarclubs en subgezelschappen. Ook zorgt de senaat voor de contacten met de universiteit en de stad, de leden en de oud-leden.”   

De expositie van Stephan Vanfleteren is te zien van 21 mei tot 11 juli in het Academiegebouw aan het Domplein.