Blij met Blackboard?

Is Blackboard nu echt het meest geschikte systeem om studiemateriaal en opdrachten aan te bieden en om met studenten te communiceren? Die vraag dook de afgelopen jaren herhaaldelijk op. Veel studenten vinden gratis online platformen interessanter en docenten maken maar minimaal gebruik van de mogelijkheden die Blackboard biedt.

Toch kondigde de UU deze zomer (intranetlink is alleen toegankelijk met Solid-id red.) aan nog eens vier jaar door te gaan met Blackboard; het huidige contract loopt tot eind 2018. De beslissing was het resultaat van een Europese aanbesteding. Stichting Surf maakte voor vijf universiteiten en drie hogescholen raamafspraken met vier aanbieders van digitale leeromgevingen: Blackboard, Brightspace, Canvas, Natschool/Cumlaude. De UU was de eerste van de acht die de selectieprocedure afrondde.

En Blackboard kwam er dus als grote winnaar uit. Op bijna alle criteria scoorde Blackboard het hoogste van de vier, zo laten we ons vertellen. Zo voldeed het systeem als beste aan een programma van wensen en eisen en was het migratieplan en de prijs het meest naar de zin van de universiteit.

Op één criterium was er een tweede plaats. Bij gebruikerstesten door 69 studenten, docenten en ict-medewerkers kwam Blackboard net iets minder uit de bus, vooral omdat studenten één van drie andere aanbieders op dit onderdeel er wat hipper vonden uitzien. 

Hoeveel de diensten van Blackboard precies gaan kosten is niet bekendgemaakt. Het totale bedrag mag tussen de 350.000 en 600.000 euro liggen, zo stond in de universitaire uitgangspunten. De bedoeling is dat er de komende jaren weer extra geïnvesteerd wordt in de training van docenten in het gebruik van Blackboard. De afgelopen jaren was die aandacht wat verslapt.

Blackboard was tot voor kort de allesoverheersende grootheid onder de elektronische leeromgevingen. Daar komt nu langzaam verandering in. De afgelopen tijd kondigden universiteiten als Nijmegen, de UvA en VU en Twente, die alle niet meededen aan de gezamenlijke SURF-procedure, bijvoorbeeld al aan over te stappen op Brightspace of Canvas.

Wij vroegen de leden van ons DUB-panel? Zijn jullie blij met Blackboard? De antwoorden vallen grofweg langs twee lijnen uiteen: Ja, Blackboard is best ok en een nieuw systeem invoeren is niet praktisch. Nee, want Blackboard ziet er niet uit.

'We hoeven nu niet te wennen aan een nieuw programma'

“We zijn nu aan dit programma gewend en veel collegemateriaal is er handig in opgeslagen”, zegt literatuurwetenschapper Frank Brandsma. Hij vindt dat de beslissing om aan Blackboard vast te houden docenten enorm veel werk scheelt. “Denk aan het aanpassen van alle colleges voor een nieuwe elektronische leeromgeving.”

Brandsma is ook blij met de community-functie van Blackboard, die hij vooral voor het tutoraat inzet. “Er zijn misschien functionaliteiten die in andere systemen beter of mooier zijn, maar dat weegt voor mij niet op tegen de ervaringskennis die we bij Blackboard hebben."

Sociaal wetenschapper Peter Selten is eveneens om pragmatische redenen blij met het universitaire besluit. “Dan hoef je niet te wennen aan een nieuw programma.” Selten vindt wel dat het systeem gebruiksvriendelijker kan. “Voor het doorgeven van informatie, zoals mededelingen, cursushandleidingen, opdrachten en voor het inleveren van opdrachten door studenten werkt het programma  prima, maar het is een heidens karwei om alle interactieve faciliteiten te doorgronden en aan de praat te krijgen.”

Student Sociale Wetenschappen José Kamal mailt: “Dit systeem is relatief makkelijk te begrijpen voor zowel studenten en docenten.” Maar ook hij ziet verbeterpunten. “Voor mijn gevoel moet ik nog steeds te vaak wisselen tussen MyTimeTable en Blackboard.”

Studente Taal- en Cultuurstudies en Spaans Francisca Duiser antwoordt: “Ik vind Blackboard een prima programma dat voor mij goed werkt. Het is overzichtelijk en biedt toch genoeg functies.”

'Blackboard is een saaie kast met ordners'

Panelleden die niet blij zijn met de verlenging van het contract met Blackboard wijzen op de verouderde uitstraling. “Blackboard ziet er namelijk niet uit”, zegt kunsthistorica Annemieke Hoogenboom. “Het is eigenlijk vooral een mappenstructuur, geen website. Vroeger, tja vroeger, toen we nog WebCT hadden, kon je van je cursusomgeving een echte website maken, met allerlei afbeeldingen en andere visuele aantrekkelijkheden. Ik ben echt heel handig in het personaliseren van Blackboard, maar het blijft een saaie kast met ordners.”

Dat studenten en docenten betrokken zijn geweest bij het beoordelingsproces vindt psychologiestudent John Özgüç een goede zaak. Hij wil hun oordeel niet betwijfelen. Toch mailt hij ook: “Blackboard is nogal bloated (langzaam, teveel opties waar je niks mee kan, terwijl dingen die je wilt slecht bereikbaar zijn of helemaal niet bestaan), waardoor je er langer mee bezig bent dan je wil.”

Researchanalist Mies Steenbergen is geen gebruiker van Blackboard. “Maar wat ik er van zie is het een oubollige interface. Maar daar schijnt de UU patent op te hebben, meer ingekochte systemen hebben een interface uit de jaren negentig.”

Onderwijskundige Casper Hulshof had gehoopt op iets meer voortvarendheid. Volgens hem tonen andere universiteiten die nu wel. “Maar goed, Blackboard heeft in zijn allernieuwste versie platte en kleurloze icoontjes gekregen, in die zin is het al de negentiger jaren ontgroeid.”