Bye Bye, beste Baaierd
Overbodige managementlagen, pretentieuze pr-uitingen, hypocriet duurzaamheidsblabla, lamlendige medezeggenschappers, verengelsing van het onderwijs, gevaarlijk identiteitsdenken. Het zijn zaken waar columnist Baaierd zich in het afgelopen decennium amechtig druk over kon maken. Lees alle 229 columns er nog maar eens op na.
De universiteit was de universiteit niet meer, verkondigde hij met grote regelmaat. Zijn columns leidden vaak tot verzuchting en ergernis. Baaierd? Die leefde in de verleden tijd en had een trein gemist. Een lastpak.
Maar hij had vele trouwe lezers. Die waren het misschien niet altijd met hem eens, maar herkenden wel waar hij het over had en begrepen waar zijn woede vandaan kwam. Zij zullen de columns missen.
De liefde voor de Auvergne was een terugkerend thema in de columns, met bijpassende sfeerbeelden. Want fotograferen kan Baaierd ook. "Trek je lekker terug in dat leuke schuurtje in Frankrijk", wenste een van hen hem toe toen hij preludeerde op zijn vertrek. Lezers die hem minder waardeerden, dachten mogelijk hetzelfde.
"De woorden zijn nog niet op, maar het blijft herhalen", schrijft hij in zijn laatste bijdrage deze week. Hij vraagt zich af of het het allemaal waard is geweest. Volgens de DUB-redactie wel degelijk. Een goede columnist moet iets op zijn lever hebben.
In het echte leven is Baaierd overigens niet veel anders. Maar iedereen die hem ontmoet, geeft hem één ding na: zijn zorgen en opwinding zijn oprecht. Baaierd houdt van de universiteit en heeft het beste met haar voor.
Bye Bye Baaierd, bedankt.
De DUB-redactie
We zwaaien Baaierd uit met vier bijdragen van UU-medewerkers:
-Naaste collega Marc Bergkotte schreef een 'Uitzwaaierd' toen Baaierd vorig jaar na jaren trouwe UU-dienst met pensioen ging: "Ik zag het vaak ook. Wil niet zeggen dat je het altijd goed zag. Daar ging het ook niet om."
-Oud-voorzitter van de door Baaierd vaak bekritiseerde U-raad Fred Toppen grijpt zijn kans: "Ga jij maar de schapen in de Auvergne lastig vallen met je gemekker."
-DUB-hoofdredacteur Ries Agterberg spreekt zijn waardering uit, maar waarschuwde Baaierd altijd voor al te groot wantrouwen: "Zo weet jij al jaren dat de overgang van het papieren Ublad naar het digitale DUB bedoeld was om de vrije pers op de universiteit de nek om te draaien. Project mislukt."
-Bij receptionist Jolanda Mulder kwam Baaierd vaak een praatje maken: "Je blijft (na de Corona) altijd van harte welkom voor een bakkie!!!"
Het gaat geloof ik echt gebeuren. Je neemt afscheid van onze geliefde universiteit. Daarbij past een column. Nu eens eentje die over jou gaat. We weten al zoveel van je. Elke column die je schreef over het wel en wee van de universiteit gaf ons iedere weer een kijkje in jouw ziel, in jouw hart.
En dat hart van jou gaat vaak, soms wat té vaak, wat harder kloppen! “Dat is toch niet te geloven ...”, gaat het dan aan de lunchtafel op de derde verdieping van het Bestuursgebouw. Rustig meelunchende afdelingsgenoten verslikken zich. En dan volgt vaak een akelig precieze weergave van wat er aan de hand is. Als men dat tenminste wilde zien.
Ik zag het vaak ook. Wil niet zeggen dat je het altijd goed zag. Daar ging het ook niet om. Het gaat jou erom dat er over gepraat wordt. We zijn een academie, en academici voeren een debat, bespreken het, en herkennen en erkennen verschillen van inzicht. Om verder te komen.
Ik heb een printje op mijn kamerdeur hangen. Om die saaie gangen van het Bestuursgebouw, zeg maar, een beetje op te leuken ... ‘Vertrouw nooit een omgeving waar geen onkruid groeit’ staat erop. Moet ik altijd aan jou denken.
En zo is het ook. Als het aangeharkt is dan lijkt het erop dat er wat te verbergen valt. Klei aan je voeten wilde je zien. Vier het vast komen te zitten, het verdwalen zonder aanwijzingen. Natuurlijk was je commentaar soms hinderlijk. Je lachte erom. Smakelijk. Door hindernissen duurt de reis langer, zei je dan, maar je ziet meer!
En om dat ‘zien’ gaat het nou net. ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’ zei ooit een bekend orakel uit Betondorp (J.C. Cruijff). En als je al een tijdje meeloopt dan zie je veel, en oh zo vaak eerder dan de rest.
Gelukkig voor de universiteit ben je niet achter je bureau blijven zitten en is je podium altijd veel groter geweest dan alleen de lunchtafel. Je hebt je begeven in de arena van de medezeggenschap. Vooropgesteld dat alle medezeggenschappers een diepe waardering genieten, en vaak zwaar ondergewaardeerd worden, gaat het er ook om hoe je de opbouwend kritische rol van de medezeggenschap invult. Als dat ook al aangeharkt wordt met afspraken, regeltjes en procedures dan verdwijnt daar ook de vrije geest.
En dat heb je meegemaakt. Als onkruid dreigde je weggeschoffeld te worden. In een hausse van nieuwe bedrijfsmatigheid bleef je vasthouden aan de broodnodige tegendraadse gedachte en stem. Je bent ermee gestopt en dat ging en gaat je aan het hart.
Maar was je uitgeschakeld? Welnee. Je hebt de pen gepakt en bent, in je eigen woorden, tegen wil en dank columnist geworden: Baaierd.
Je gebruikte de column als spiegel, of zoals je wilt als scherven van de werkelijkheid. Elke column gaf een beeld, een inkijk in de spelonken van de universiteit. Met soms fotografische precisie, soms ook een flauwe afspiegeling van de werkelijkheid.
Maar de boodschap was er altijd één waaruit de onuitsprekelijke liefde voor de door jou zo vervloekte universiteit doorklonk. En verzaken was er niet bij, als het nodig was vanuit de Auvergne.
Daarbij komt zoveel liefde voor de universiteit aan het licht. Zoals Rotterdammers met liefde over hun stad aan de Maas kankeren. Of zoals Waldorf en Statler, - maar dan in één persoon – bij de Muppetshow. Ik mag het wel.
Dank je voor al die inkijkjes in je ziel, in je hart. Je hebt de universiteit geleerd om af en toe naar zichzelf te kijken. En ondertussen zagen we jou ook.
Proost!
Marc Bergkotte, Milieudeskundige bij de afdeling Veiligheid & Milieu
Beste raadsleden van ons mooie dorpje in de Auvergne,
U kent hem wel, die Hollander. Kwam hij vroeger een keer of twee per jaar langs, nu maakt hij onze buurt wel erg vaak onveilig. Hij zegt dat hij met pensioen is, maar hij kan ook best door zijn werkgever op straat zijn gezet. De bronnen hierover zijn niet duidelijk. Bij zijn afscheid zouden woorden zijn gemompeld als “Ga jij maar de schapen in de Auvergne lastig vallen met je gemekker”.
Wat als hij hier echt gaat wonen? Zolang hij zich verstopt in zijn huis achter die heuvel is het goed. En die wandeling door het dorp naar de boulangerie, vooruit. En zo onopvallend met een stokbrood, alpinopet en de Charlie Hebdo in zijn broekzak naar café 'La Chasse' slenteren, ach, het ontroert ook wel. Hij denkt dat we hier 'à al campagne' nog steeds in de jaren zestig leven. Wel vreemd dat niemand durft te vragen waarom hij nu al jaren hetzelfde nummer van de Charlie leest. Is dat het Frans dat hem een raadsel blijft? Na een half uurtje gaat hij weer naar zijn huisje, nog wat onduidelijke zinnen mompelend waarin met moeite woorden als 'contre' en 'autorité' zijn te verstaan.
Tot zover onschuldig. Maar nu wil hij zich kandidaat wil stellen voor onze “conseil de village”. Hij wil niet alleen meedenken over onze gemeenschappelijke dorpse belangen, hij wil ook meebeslissen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Alsof een verdwaalde toerist echt verstand heeft van onze mooie maar oh zo complexe dorpsgebruiken. Hij zou ervaring hebben, in een raad bij een ons onbekende universiteit in Nederland. Alsof dat gedoe in die warboel daar in Utrecht zich laat vergelijken met de rijke discussie in onze dorpsraad.
Hij had wel veel kennis van veel zaken, tenminste, die indruk wekte hij. Maar, volgens betrouwbare bronnen zou hij vooral goed zijn in het platslaan van de discussie, denken in wij-zij. Alsof wij, burgemeester en u, raadsleden, niet samen pal staan voor ons mooie dorp. Wij willen toch allen hetzelfde, en is onze dorpsspreuk niet “esprits brillants, meilleur future”. Daar past toch niet zo’n Hollander bij, nee toch?
Dus raadsleden, tel uw zegeningen. Wij hebben het nu gezellig samen. Laten we het zo houden. U praat mee, ik beslis. Zo gaat dat hier al jaren goed. Laat die Hollander maar zijn kleinkinderen vermaken. Wij geven hem gewoon een nieuwe Charlie, dan is hij weer een jaar zoet. En biedt hem een rubriek aan in de Revue d’ Auvergne, want schrijven, dat kan die wel.
Meilleurs voeux,
Votre maire, Frederique Sommets
Er is een tijd van komen en een tijd van gaan. Helaas is voor jou de tijd van vertrekken aangebroken. Nou ja helaas, gezien jouw activiteiten in het Zuiden van Europa, kan ik me voorstellen dat de vlag bij jou uitgaat. Weg van die konkelende goegemeente op de Heidelberglaan. Op naar de vrijheid.
Aan de andere kant schat ik in dat je ook wel wat gaat missen. Op de universiteit is er altijd wel iets om je druk over te maken. Dat blijkt wel uit de stroom van Baaierds die we de afgelopen jaren op ons onvolprezen digitaal universiteitsblad hebben mogen publiceren. En bijna altijd waren het zaken waar jij je oprecht betrokken bij voelde. Ik snap niet dat….. Hoe kan je nu …..?
Zo heb je menig personage vanuit die oprechte betrokkenheid eens flink op de grill gelegd. Of het nu om de collegevoorzitter, de medezeggenschappers of beleidmakers ging, ze ontkwamen niet aan jouw kritische blik.
Het was niet alleen een kritische, maar ook wantrouwende blik. Jij bent er snel van overtuigd dat achter een uitspraak of een handeling een negatieve bedoeling zit. Zo weet jij al jaren dat de overgang van het papieren Ublad naar het digitale DUB bedoeld was om de vrije pers op de universiteit de nek om te draaien. Project mislukt.
DUB is altijd blijven staan achter onze meest uitgesproken en kritische columnist. En terecht. Ook al waren we niet altijd eens met de visie, zagen we soms persoonlijke vetes tegen medezeggenschappers uitgevochten worden of snapten we niet altijd helemaal wat er achter stak. Baaierd zei de zaken recht voor zijn raap en stelde de vragen die veel te vaak onder tafel bleven.
Maar je wantrouwen, maakt je ook kwetsbaar. Een jaartje geleden rakelde je de uitspraken van het voormalig Directeurtje Marketing op die op DUB onthulde dat hij je het liefst zou willen afzagen, fileren, marineren, braden, stoven, droogkoken, opdienen, weghappen en afblaffen. Een groots compliment zou ik zeggen. Directeurtje zag al zijn missiewerk voor de heilige UU tegengewerkt door een tweewekelijkse Baaierd en was daardoor geraakt. En omdat het op DUB was, kon hij er niets tegen doen. Wanhopig schreeuwde hij dat de uiterste houdbaarheidsdatum van Baaierd was gepasseerd.
Jij noemde dat een vorm van intimidatie en was bang dat dit Directeurtje mij als hoofdredacteur onder druk wilde zetten om jou als columnist de laan uit te sturen. Nou, je hebt dit Directeurtje overleefd.
Pas geleden lag je in de clinch met enkele studenten die jou gefossilisseerd en achterhaald noemden. Die jeugd van tegenwoordig heeft geen manieren meer en dat liet je ook in een Baaierd weten. Immers: wie niet tegen een stevig debat kan, hoort niet thuis op de universiteit. Dan ga je maar bij een knuffelclub.
DUB moet inderdaad de plek zijn voor het debat, voor het kritische geluid. En dan zijn er meer mensen nodig als Baaierd en zelfs als Directeurtje en Verwenjochie die niet bang zijn hun mening te geven. Wij gaan je missen.
Ries Agterberg, hoofdredacteur DUB
Ik moet je nu al alweer een tijdje in het Bestuursgebouw missen en dat maakt het Bestuursgebouw nóg leger. Jouw betrokkenheid bij de UU was oprecht en je was als één van de weinigen zichtbaar kritisch.
Jouw stukjes maakten van een instituut een levendige omgeving waar echte mensen werken met hun merkwaardigheden, maar vooral hun bijzonderheden.
Al was ik het niet altijd helemaal met jou eens, toch zette je mij aan het denken. Of je verwoordde precies wat ik ook voelde maar waar ik niet de vinger op kon leggen.
Dit zal ik missen, maar ook onze gesprekjes aan de balie! Je blijft (na de Corona) altijd van harte welkom voor een bakkie!!
Het ga je goed en geniet van je familie en de Auvergne.
Tot ziens,
Jolanda Mulder, receptiemedewerker Bestuursgebouw