Zet je vooroordelen van Amerikaanse films maar in de ijskast want
Cheerleading is een sport
Het is even zoeken op het grote sportcomplex aan de Uppsalalaan naar de cheerleaders van team Everest. Een beetje weggestopt tussen zalen waar wordt gevolleybald, gehandbald en gebadmintond, staan ze op een squashbaan dat nu is ingericht voor ‘cheer’ – zoals de atleten de sport zelf afkorten. Groot is de ruimte niet. Zeker nu niet, met 23 mensen die er zo gaan trainen.
De cheerleaders dragen allemaal de teamkleding. Er wordt wat gebabbeld en de gezichten staan vrolijk. De vrouwen zijn overduidelijk in de meerderheid; er zijn slechts drie mannen. Dat terwijl cheerleading bij het ontstaan in de Verenigde Staten uitsluitend voor mannen was.
De vloer van de ruimte is inmiddels bedekt met judomatten en het is tijd voor een oefening. Ze oefenen voor een show, waarvan stunts een belangrijk onderdeel zijn. En het doorlopen van een van de stunts staat nu op het menu. Er moet een cheerleader de lucht in worden getild.
Everest in actie. Foto: Koen van den Helder
Gewichtheffen
De stunts worden uitgevoerd in vier groepjes van vier. Die zijn verdeeld in drie hoofdposities: twee ‘bases’, een ‘backspot’ – die alle drie op de grond blijven staan – en een ‘flyer’ die oefeningen doet als ze bovenop de bases staat.
Natuurkundestudent Gabriela is een base. Ze is verantwoordelijk voor het optillen en vasthouden van de ‘flyer’. “Het is een soort gewichtheffen met mensen”, grapt ze.
De flyer is dus degene die vaak hoog in de lucht getild wordt. Marije – die net afgestudeerd is in Sustainable Development – is er een. “Het helpt dat ik vroeger heb geturnd”, vertelt ze over haar taak. Ze moet vooral haar evenwicht houden op het platform dat wordt gebouwd door de bases en de backspot.
Die is niet onbelangrijk. De backspot zorgt voor veiligheid, balans en heeft de taak om de flyer te vangen als ze valt. De sterksten van de stuntgroep krijgen over het algemeen deze positie.
Wie flyer en wie base wordt ligt vooral aan “gewicht”, roepen Gabriela en Marije in koor. “Soms vergeet je als base wel hoe zwaar het is om flyer te zijn”, vertelt Gabriela. Want dat base een zware positie is, is zelfs voor een leek niet moeilijk om te zien.
'Base' Gabriela in actie. Foto: Koen van den Helder
Oefenen, oefenen en nog eens oefenen
Coach Ariel Yew zegt dat ze de stunt eerst “droog” gaan oefenen, zonder dat er daadwerkelijk iemand de lucht in gaat. Er wordt hardop geteld in maten van acht en op bepaalde tellen, doen de cheerleaders een handeling. Ze zoeken naar de juiste afstemming met elkaar. Wie doet wanneer wat.
Na de doorloop is het tijd voor het echte werk. Weer wordt er hardop geteld en gaan de cheerleaders in ‘formatie’ staan. Drie mensen in de basis en een vierde wordt de lucht in getild. Zij doet verschillende oefeningen die lijken op die van een turnster op een evenwichtsbalk. De oefening eindigt met een salto waarbij ze wordt opgevangen door de onderste drie.
Het trekt voor zowel degenen in de basis als degene die de oefeningen moet doen, een zware wissel. Na de oefening moeten ze even uitpuffen. Maar ze zijn nog lang niet klaar, de training duurt twee uur en dat vergt veel van de conditie en de spieren.
'Flyer' Marije in actie. Foto: Koen van den Helder
Creatief
Tussen de oefeningen door vertelt base Gabriela waarom ze voor deze sport heeft gekozen. “Ik zocht een vaste sport, waar ik de grenzen van mijn lichaam kan opzoeken. Cheer is een sport waar je dat op een creatieve manier kunt doen en tegelijkertijd ook aan je zelfvertrouwen werkt.” Ook vindt ze het leuk dat ze het resultaat aan anderen kan laten zien bij optredens.
“Vroeger heb ik geturnd”, vertelt Marije, “en ik zocht een sport die je in teamverband doet.” Zo kwam ze uit bij cheer. “Maar uiteindelijk is de groep de reden dat ik hier wil blijven.”
“Dat de groep zo hecht is, is niet zo gek”, vervolgt Gabriela, “je moet elkaar echt vertrouwen”, doelend op de stuntelementen die veelal hoog in de lucht gebeuren. “Dat creëert automatisch een band.”
Het is misschien daarom dat de groep buiten de trainingen om ook samenkomt. “Er zijn filmavondjes en we zijn laatst naar een trampolinepark geweest”, vertelt Marije.
Het groepsgevoel uit zich ook aan het einde van deze training. Een van de mannen is jarig en krijgt een taart die versiert is met foto’s van de jarige.
Coach Ariel Yew. Foto: Koen van den Helder
Op eigen initiatief
De cursus cheerleading bestaat nu anderhalf jaar op Olympos. Coach Yew nam hiervoor het initiatief. Zelf maakt ze deel uit van het nationale team van Nederland waarvoor ze eind april naar Florida gaat voor het wereldkampioenschap. Haar rol is die van flyer, net als bij haar team Everest.
“Vroeger, toen ik in Maleisië woonde, deed ik ook aan cheer. In Nederland wilde ik ook bij een team.” Maar al snel kwam ze tot de conclusie dat de sport hier niet echt populair is. Daarom is ze zelf een team gestart op UCU, waar ze op dat moment studeerde. Na haar afstuderen, kwam Olympos in beeld. Die zagen wel muziek in het idee van Yew.
Het initiatief van Yew is uitgegroeid tot een club van ongeveer 25 mensen die drie keer per week trainen. Tijdens de eerste twee blokken van in totaal vier sportblokken, kon iedereen met een Olympas zich inschrijven. De volgende blokken zijn alleen voor een select gezelschap die de basis al beheren.
”We willen in het tweede gedeelte van het jaar een vaste groep hebben”, zegt Yew. “We werken samen aan routines waarmee we shows kunnen opvoeren en mee kunnen doen aan competities.” Zo hebben ze al een keer opgetreden bij de volleybalvereniging Protos en bij de basketballers van USBF.
Toekomstdromen
“Ik hoop dat de sport een stuk bekender wordt”, vertelt Gabriela als we het over de toekomst van Everest hebben. Dat leidt dan hopelijk tot een imagoverandering. “Het huidige imago komt uit films”, zegt Marije, “maar het is echt niet die sport waar we alleen maar met pompons zwaaien.” Ze hopen dat de imagoverandering meer mensen naar de sport trekt, waaronder meer mannen. “Hoewel we niet per se mannen nodig hebben om als team te werken hoor!”, voegt Yew er nog aan toe.
De sport cheerleading strijdt zelf ook al enige tijd voor meer internationale erkenning. Zo wil het graag meedoen aan de Olympische Spelen. Er lijkt een reële kans dat dat gaat gebeuren in 2028. Volgens Yew maakt Nederland ook kans om daarbij te zijn.
Verder hoopt Yew dat ze meer ruimte krijgt in Olympos waarin een officiële cheerleading-mat ligt. Nu trainen ze soms op zaterdag in een van de hallen, als er ruimte is tussen alle competities door, wat al heel fijn is. Want in de squashbaan kunnen ze volgens Marije, “niet alles uit onze sport halen”.