City Campus Max: Seks op de gang en gluren naar de buren

De toren van Max heeft van binnen wel wat weg van een jeugdinrichting, zegt bewoonster Kim.

Een eigen appartement hoeft niet saai te zijn, weet Joris Janssen, bewoner van City Campus Max in Kanaleneiland. Er wordt hier net zo gegluurd, gesekst en gedronken als in andere studentencomplexen. En alle saillante zaken komen op Facebook.  

Drie roodbruine woontorens sieren sinds midden 2009 het ‘drielandenpunt’ tussen Transwijk, Rivierenwijk en Kanaleneiland. Gelegen aan het Europaplein brengt City Campus Max wat kleur in een omgeving die verder bestaat uit grijze kantoorgebouwen. Park Transwijk ligt op spuugafstand en is een van de weinige andere hoogtepuntjes in de buurt.

Joris Janssen in zijn appartement in MaxAl bijna drie jaar woon ik (28 jaren oud inmiddels) in Max. Ik kwam er binnen toen ik net mijn bul in de Environmental Sciences had binnengeharkt. Nu ben ik freelance journalist. Max is speciaal gebouwd voor mensen zoals ik: enigszins gevorderd in de studie of al toe aan een volgende stap. Meer dan duizend (ex-)studenten hebben er hun eigen appartement.

“City Campus Max verenigt het Campusprincipe van ‘alles bij elkaar’ met het wonen in de stad Utrecht”, zegt de Max-website. Behoorlijk overdreven, als je het mij vraagt, maar er klopt wel iets van: in ongeveer tien minuten kun je met de fiets op het Ledig Erf staan. Daarbij is het hier nog behoorlijk studentikoos – ondanks de eigen voordeur.

Dames van plezier groeten als je langsfietst

Die voordeur staat behoorlijk dicht op de enige legale tippelzone van Utrecht. Ik woon in Toren 1 met uitzicht op het noorden en kijk op het werkterrein uit van de dames van plezier. Sommige mensen vinden het misschien geen prettig idee, zulk onguur gedoe om de hoek. Zelf heb ik het nooit een probleem gevonden en het heeft mijn keuze voor Max ook niet beïnvloed. Datzelfde geldt voor Ineke en Kim, twee van mijn verdiepingsgenootjes.

Ineke (26) woont ruim vier jaar in Max, is aan de HKU afgestudeerd in Product Design en op dit moment keramiekontwerper. Kim (27) woont al vanaf het prille begin hier. Ze studeerde toen nog orthopedagogiek en werkt nu in de gehandicaptenzorg.

Ineke: “Als ik ’s avonds naar mijn werk fiets dan kom ik langs de tippelzone. Soms zeggen ze ‘hoi’, en dan zeg ik ‘hoi’ terug. Ik heb ontdekt dat de A-keus dames het dichtst bij de flat staan.” Kim heeft niet zo’n band met de zone: “Laatst was mijn familie op bezoek en bleek mijn neefje het wel erg interessant te vinden. Toen zijn we er voor de lol met de auto langs gereden.”

Zelf vind ik het leuk om af en toe uit het raam te kijken en te zien wat er zich daar beneden allemaal afspeelt. Zo zag ik laatst hoe een jongen op zijn fiets na een korte onderhandeling een dame op zijn bagagedrager nam. Driekwartier later bracht hij haar braaf weer terug.

Nu weet ik in ieder geval dat ze nog leeft”

Kim kijkt uit op Toren 2Maar er valt bij Max veel meer te gluren. Wie in Toren 1 op het zuiden woont of in Toren 2 op het noorden, krijgt gratis en voor niks tientallen overburen in het vizier. Ineke: “In het begin ben je je er enorm van bewust dat je overburen je kunnen zien, maar daar wen je aan. Soms zie je ineens vrij interessante dingen.”

Iemand in zijn nakie bijvoorbeeld, zegt Kim. “Of iemand die in een enorme puinzooi leeft.” Dat laatste was ook Ineke opgevallen. “Een bepaalde overbuurvrouw leeft al maanden in een zooi alsof ze net is verhuisd. Een tijd lang zag ik haar helemaal niet meer. Laatst liep ze weer rond in haar kamer. Nu weet ik in ieder geval dat ze nog leeft.”

Het is echt een ontzettende poppenkast, geweldig

De interesse van Toren 1 bewoners in die van Toren 2 blijkt trouwens geheel wederzijds. In de Tweede Kamer, de borrelruimte van Max, loop ik Jesse tegen het lijf. Hij is docent Ecologie & Wildlife en woont sinds een maand in Toren 2. “Het is echt een ontzettende poppenkast, geweldig”, vertelt hij. “Soms ga ik er ’s ochtends eens goed voor zitten. Dan zet ik een kop koffie, stoel voor het raam en dan kijken naar wat er zich aan de overkant allemaal afspeelt.”

Ik sprak Jesse tijdens een van de vrijdagavondborrels in de Tweede Kamer. Die dankt zijn naam aan de ligging op de tweede verdieping van Toren 2. De ruimte lijkt op gemiddelde huiskamer van een studentenhuis. Posters aan de muur, stapels nog niet ingeleverde bierkratten, een bank, een dansvloer en een tot bar omgetoverd keukentje.

Thijs zit in het woonbestuur en schenkt er regelmatig biertjes uit: “De vrijdagavond in de Tweede Kamer was in eerste instantie bedoeld als inspraakavond voor bewoners. Zo is het destijds aan de SSH verkocht. Het veranderde langzaam in een borrelruimte met de mogelijkheid om het woonbestuur vragen te stellen.”

Al ruim een uur loeit in het appartement het brandalarm

De Tweede Kamer heeft een kern van vaste gasten. Volgens Ineke heeft het wel wat weg van een sociëteit zoals die van Biton. Je kunt er ongedwongen een biertje pakken aan het eind van de werkweek. Maar er komen ook genoeg andere flatbewoners even aanwaaien.

Marten is daar één van. Hij laat me een filmpje zien dat gepost is in de Facebookgroep van Max – een ongekend populaire groep waarvan vrijwel alle – net meer dan duizend – bewoners lid zijn. In het filmpje staat een groep brandweermannen voor een van de appartementen in zijn toren. Gasmaskers op, stormram paraat. Al ruim een uur loeit in het appartement het brandalarm. Iedereen denkt dat de kamer in lichterlaaie staat. Na vijf keur beuken, gaat ineens de deur van het slot. Geen brand wel een verdwaasd figuur. De brandweer en het verzamelde publiek is verbouwereerd.

De facebookpagina onthult meer over het leven van de Max-bewoners. Ze zijn op zoek naar een boor of verklaren elkaar de liefde. Af en toe komt er een pareltje voorbij. Zoals van een foto van een seksend stelletje in de gang. De kale betonnen omgeving van de hal en de blote bilpartij van de bovenop liggende jongen maken er een bijzondere compositie van. Naar verluid is de foto even later ook nog in een Utrechts stadskrantje opgedoken.

Ik hoef hier alleen niet de rommel van een ander op te ruimen

Facebook maakt contact laagdrempelig, denkt Ineke, daarom is de groep zo populair. Via dit medium kun je ondanks je eigen drukke leven contact met elkaar hebben. Op die manier waan je je toch nog in een studentenhuis waar je zonder dat je het misschien zou willen, vanzelf deelgenoot wordt van het leven van een huisgenoot. Hier gaat dat via Facebook.

Ineke is blij met het studentikoze van Max in combinatie met het zelfstandig wonen. “Hiervoor woonde ik aan de IBB. Ik veranderde daar een beetje in de huisbitch. Aan de IBB heb je misschien natuurlijker contact met je buren, maar hier sta je ook zo bij iemands voordeur. Een blikopener lenen of langs komen voor een kop thee is zo gepiept. Ik hoef hier alleen niet de rommel van een ander op te ruimen.”

Gemeenschapszin is er ook in het complex. Als het nodig is, zijn buren ook elkaars mantelzorger. De door dit kabinet zo geliefde participatiemaatschappij in optima forma. Zo hielpen Ineke, Kim en een aantal anderen een verdiepingsgenootje die herstellende was van bestralingen en chemokuren. Er werd voor haar een soort tafeltje-dekje service opgetuigd. Kim: “Wonen in MAX verenigt de mooie aspecten van twee levens. Het zelfstandige van een eigen kamer, maar het sociale contact van een studentenflat. Zo hoef je gelukkig niet definitief afscheid te nemen van het studentenleven.”

En zo denk ik er ook over. Ik zit hier nog wel een jaar of twee prima op mijn plek. Met mijn biertje, voor het raam op de dertiende verdieping met uitzicht op de skyline van Utrecht.

Advertentie