College in luistertaal: 'Any Questions? Dank je wel!'

Lucy, Freya en Sarah presenteren hun casus over cultuur, taal en macht, foto's Tim de Hullu

CursusTaal & Instituties
Niveau, hoeveelstejaarsvakbachelorverdiepend
Studieinterdisciplinaire minor De sprekende samenleving
WaarDrift 23, ruimte 104
Datum & duur16 december, 9 - 12.45 uur (presentatie van 9-10
DocentMarina Lazëri
VoertaalNederlands en Nederlands als luistertaal
Aantal ingeschreven studenten22
Aantal aanwezige studenten14

"Tja, het is vrijdagmorgen." De Albanese docente Marina Lazëri zegt het twee keer in vloeiend Nederlands, als excuus voor het feit dat het college tien minuten later begint dan gepland. De studenten druppelen binnen. Dat het voor iedereen vroeg is, zie je aan alles. De drie studentes die een presentatie moeten geven lopen te gapen en nog niemand lijkt echt zin te hebben in interactie.

Gelukkig komt daar snel verandering in, want de presentatie van de Engelse Lucy Rose (21) en Freya Natt (20) en de Nederlandse Sarah de Wilde (24) over cultuur, taal en macht, dwingt de deelnemers al snel tot respons. “Wat is het eerste dat in je opkomt als je aan cultuur denkt?”, vraagt Sarah al snel. Ze maakt een rondje. De eerste student schrikt en haakt af. Bij de anderen komt wél wat los. “Tradities en gewoontes”, “Subsidie” en “Shared normen en waarden”.

In deze les vliegen Nederlandse en Engelse woorden door elkaar. Taal & Instituties is één van de zestig cursussen die de mogelijkheid bieden voor luistertaal. Daarbij mag een beperkt aantal studenten (maximaal 15 procent) een andere taal spreken dan de voertaal van het college. Als luistertaalstudent moet je de voertaal wel kunnen verstaan.

Luistertaal is een experiment van het Departement Talen, Literatuur & Communicatie (TLC), dat veel voordelen ziet: Nederlandse studenten kunnen bijvoorbeeld een vak volgen bij een opleiding als Spaans als zij voldoende Spaans verstaan. Internationale studenten kunnen uit een groter cursusaanbod putten en hun Nederlands verbeteren. Voor het experiment zijn docenten met een training voorbereid: zo moeten zij aan het begin van de cursus goed uitleggen hoe luistertaal werkt en er op letten dat studenten hun eigen taal blijven spreken als ze een antwoord krijgen in een andere taal.

Luistertaalstudenten zijn nog zeldzaam. Veel studenten hebben in hun volle studieplanning geen tijd voor luistertaal en het nieuwe verschijnsel heeft meer bekendheid nodig. In deze cursus Taal & Instituties zitten drie luistertaalstudenten. Twee van hen, Lucy en Freya uit Sheffield, presenteren vandaag samen met de Nederlandstalige Sarah. De Engelse studentes verstaan Nederlands en spreken hun moedertaal en laten deze les anderen de voordelen van luistertaal zien. De cursusgenoten reageren in het Nederlands op de presentatie en doen dat volop.

Dat komt vooral door het onderwerp. Met ‘Culturele verschillen en taal’ hebben veel studenten affiniteit. Een Canadese studente geeft in een mix van Nederlands en Engels een voorbeeld: als je in Canada zoekend in een supermarkt loopt, en een bediende vraagt ‘Is everything okay?’, moet je die vraag niet met een botte ‘Nee’ beantwoorden. “That’s rude.” Zelf vond ze het een verademing hoe direct de Nederlanders zijn. “That was liberating.”

Een Belgische student vertelt dat ze in Zuid-Frankrijk gek opkeken toen hij een jongen met een kus op de wang begroette. In België is dat heel normaal. Een Nederlandse student haakt in: “In België zeggen ze vaker u. Wij Nederlanders tutoyeren sneller.” Zowel in formele als informele communicatie spelen cultuurverschillen een rol, concluderen de presentatrices, die hun medestudenten filmpjes met voorbeelden en theorieën tonen. Er klinkt gegrinnik bij een voorbeeld over een vrouw die haar Italiaanse schoonvader een ‘Walk in the forest’ voorstelde. De man keek haar verbaasd aan. Met die vraag bedoelen Italianen heel iets anders dan een normale boswandeling.

Docente Marina schrijft druk mee als de drie studentes weer het woord nemen. Het gaat over taal, cultuur, macht en instituties. Er volgt een casus: Tom vraagt bij het treinstation in Brussel om een Franstalig spoorboekje, maar krijgt van de spoorbeambte te horen dat er alleen Nederlandstalige versies zijn. Daar moet Tom het mee doen. Wat heeft dit met macht te maken, is de vraag aan de studenten.

“Tom is de vragende partij, die stelt zich kwetsbaarder op”, zegt iemand. Studenten vragen zich af of de persoon vanuit zichzelf reageert (en wellicht liegt), of namens een institutie (de spoorwegen). Marina vraagt de studenten verder te kijken. “Hoe de persoon reageert is ook bepaald door zijn relatie met macht. Door welke instituties is dat bepaald? Denk daar over na. Zoom out a little bit!

Het afsluitende vragenrondje gaat over luistertaal en de machtsverhoudingen in de collegezaal. Zijn de verhoudingen gelijker nu iedereen in z’n eigen taal kan praten? De één denkt van wel, de ander van niet. “Het is alsnog moeilijk om tegen de dominante taal in te gaan. Zo is het in een klas vol Engelsen ook lastiger om Nederlands te praten.”

De presentatie zit erop. Applaus voor Lucy, Freya en Sarah, die tevreden zijn. “Al vond ik het wisselen van taal lastig”, zegt Sarah. “De groep reageert in het Nederlands en dan is het voor Lucy en Freya lastiger om daarop weer te reageren. Dan ben ik dus veel aan het woord.” De samenwerking vooraf leverde grappige situaties op. “Soms ging ik in het Engels praten om het makkelijker te maken”, zegt Sarah. Freya: “Maar dat was voor ons verwarrend, omdat we ervan uitgingen dat ze Nederlands praat.” Een andere keer zei Sarah iets in het Engels en zei Lucy ‘Oké, dankjewel!’.

Lucy en Freya, die in Engeland Duits en ‘a little bit’ Nederlands hebben gestudeerd, verstaan 75 procent van het Nederlands. “Als mensen snel praten, is de kans groter dat ik iets niet versta”, zegt Freya. “En dan durf ik minder snel het woord te nemen om mijn punt te maken, want het kan zijn dat er al precies hetzelfde is gezegd.” Te veel luistertaalstudenten in een grote groep, is volgens Sarah daarom niet aan te raden. “Als er snel door elkaar gepraat wordt, haken de luistertaalstudenten af en dat is niet bevorderlijk voor een discussie.”

Voor Maarten Zwaal (24), student Taalwetenschappen, is luistertaal nieuw. “Ik ken alleen maar Engelstalige colleges, waarbij je ook in het Engels moet reageren. Dan is er minder vaak respons dan vandaag. Als je een vaag idee hebt en je moet dat ook nog in het Engels voor het voetlicht brengen, kies je er eerder voor om te zwijgen.” Maarten hoorde dat er stemmen opgaan om het onderwijs van Taalwetenschappen tweetalig te maken. Hij heeft zijn bedenkingen. “De positie van het Nederlands wordt onderschat. Engels is niet altijd de meest geschikte taal om je gedachten onder woorden te brengen. Luistertaal is een betere oplossing.”

Advertentie