Comeniusnetwerk wil spreekbuis zijn voor docenten
Lid van het Comeniusnetwerk word je niet zomaar. Alleen hbo- of wo-docenten die aantoonbaar met innovatie bezig zijn, mogen zich tot de nog jonge club van onderwijsvernieuwers rekenen. Marc van Mil, universitair hoofddocent biomedische genetica aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht, dankt zijn lidmaatschap aan zijn verkiezing tot Docent van het Jaar in 2017. Hij ontving de prijs onder andere voor zijn mobiele DNA-lab, waarin studenten rondrijden en met scholieren praten over DNA-onderzoek en genetische testen. Dit weekeinde maakt de Utrechtse biologiedocent en voormalig UU-docent van het jaar Margot Koster kans op de landelijke prijs.
Het Comeniusnetwerk is vorig jaar opgericht. Hoe is dit zo ontstaan?
“Studenten en bestuurders zijn goed georganiseerd, maar voor docenten bestond nog geen spreekbuis. Studentenorganisaties kregen zelfs de vraag namens docenten te spreken. Het werd hoog tijd om het geluid van de docent te laten horen. Op initiatief van onderwijsminister Van Engelshoven is daarom het Comeniusnetwerk opgericht om specifiek aandacht te vragen voor goed en vernieuwend onderwijs.”
Wat doen jullie precies?
“Al onze leden zijn bezig met onderwijsverbetering en -vernieuwing. Wij delen onze ideeën tijdens bijeenkomsten en houden elkaar op de hoogte over de ontwikkelingen in het onderwijs. Er zijn meerdere werkgroepen met elk een eigen thema, zoals de ontwikkeling van de academische en professionele vaardigheden van studenten, de verhouding tussen hbo en wo en duurzaam docentschap. Inclusiviteit is een overkoepelend thema.
"Natuurlijk zijn we er niet alleen voor onze eigen leden, we proberen zo veel mogelijk mensen aan universiteiten en hogescholen te inspireren. Dit willen we doen via publieke bijeenkomsten, zoals masterclasses, workshops en ons jaarlijkse Comeniusfestival. Het doel is een visie te ontwikkelen over de toekomst van het docentschap en die uit te dragen, bijvoorbeeld in opiniestukken voor kranten. We willen bovendien gesprekspartner zijn van politici en onderwijsinstellingen.”
Waarom is dat belangrijk?
“Vernieuwing is de levensader van het hoger onderwijs en docenten moeten zich blijven ontwikkelen. De tijd die wij daarvoor krijgen is echter te beperkt, doordat het systeem zo onder druk staat. Bij universiteiten ligt de focus te veel op onderzoekprestaties en in het hbo geven docenten zoveel les dat ze nauwelijks ruimte hebben voor vernieuwing.”
Kunt u een voorbeeld noemen van zo’n onderwijsvernieuwing?
“Ik geef een basiscursus DNA aan eerstejaars studenten. Jarenlang gaven we standaard hoorcolleges in hapklare brokken, maar ik vond dat we te weinig aan verdieping toekwamen. Ik hanteer nu het zogenoemde flipped classroom model, waarbij de studenten eerst moeten studeren en online opdrachten moeten maken. Daarna gaan we de stof pas in kleine groepen behandelen. Dat betekent dat de studenten voorbereid moeten zijn als ze mee willen doen. Zie ik op Blackboard dat iemand de opdrachten niet heeft gemaakt, dan vraag ik aan de deur: wat kom je doen?”
Is dit heel vernieuwend?
“Dat weet ik niet, maar deze vorm vraagt van studenten een actievere werkhouding en zorgt voor veel intensiever contact met de docent. Daar ligt de meerwaarde. Het is ook niet vernieuwen om het vernieuwen. De focus ligt op goed lesgeven. Technologie, zoals e-learning of online kennisclips, moet niet alleen worden ingezet omdat het kan of spannend is. Verbeteren de nieuwe technieken het contact tussen studenten en docenten? Of komt er zo meer tijd vrij om je beter voor te bereiden? Dat zijn wél goede redenen. Het gaat niet om proefballonnetjes of buzzwoorden, vernieuwing moet een toegevoegde waarde hebben.”
Hoe voelt het om deel uit te maken van van zo’n docentennetwerk?
“Het is vooral heel fijn om gelijkgestemden om je heen te hebben die dezelfde gedrevenheid voelen om iets te veranderen. Het is als thuiskomen. Wij zijn geluksvogels dat wij de ruimte hebben gekregen om over het onderwijs na te denken. Ik gun dat meer mensen.”
Het Comeniusnetwerk is in 2018 opgericht op initiatief van onderwijsminister van Engelshoven en ondergebracht bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, net als de Jonge Akademie.
Leden van het netwerk hebben een beurs ontvangen uit het Comeniusprogramma (NRO) of zijn genomineerd voor de docent-van-het-jaarverkiezing, georganiseerd door het Interstedelijk Studenten Overleg.
Het netwerk telt momenteel 92 leden, maar groeit dit jaar naar 150. Na vier jaar worden de oudste leden vervangen door nieuwe.
Leden van het Comeniusnetwerk zijn ook lid van de DocentenKamer, die enkele malen per jaar overlegt met de minister.
Jaarlijks organiseert het netwerk het Comeniusfestival, waar leden hun kennis over onderwijsvernieuwingen delen en nieuwe leden toetreden. Dit jaar vindt het festival plaats op 6 juni.
Onderwijsprofessionals werkzaam bij publiek bekostigde hogescholen of universiteiten kunnen via het Comeniusprogramma financiering aanvragen voor onderwijsinnovatieprojecten. Voor de ronde 2019 is in totaal €5,8 miljoen euro beschikbaar voor zeventig projecten.
De Comeniusbeurzen zijn bedoeld voor:
- Teaching Fellows: beginnende docenten die het onderwijs in één vak of cursus willen vernieuwen (€50.000 voor een project van 12-18 maanden, 42 toekenningen);
- Senior Fellows: ervaren docenten die een onderwijsinnovatie willen doorvoeren in een grote opleiding of faculteit (€100.000 voor een project van 24-30 maanden, 22 toekenningen);
- Leadership Fellows: docenten die het onderwijs willen vernieuwen op faculteits- of instellingsniveau (€250.000 euro voor een project van 36-42 maanden, 6 toekenningen).